Ossip Bernstein

Ossip Bernstein (20 september 1882 - 30 november 1962) was een Oekraïens-Franse schaker. In 1912 werd hij schaakkampioen van Moskou en eerst in1950 werd hij FIDE grootmeester.

Ossip Bernstein (1961)
8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h

Zijn eerste tornooi was Hannover in 1901, waar hij meteen tweede werd. De editie erop, in 1902, kon hij wel winnend afsluiten. In 1903 was hij een van de spelers in een sterkbezette blindsimultaanvoorstelling, gegeven door Harry Nelson Pillsbury. Pillsbury behaalde op 21 borden een score van +3, =11, -7; gezien de tegenstand een sterke prestatie. Bernstein zelf haalde remise.

Hij bleef sterker en sterker spelen – zo eindigde hij in de prijzen in zowel Coburg 1904 als Barmen 1905 en eindigde in Stockholm 1906 bovenaan. Zijn beste prestatie in zijn beginjaren leverde hij door samen met Akiba Rubinstein gedeeld eerste te worden in het grote (29 deelnemers) tornooi van Oostende 1907. Hij versloeg Rubinstein in hun onderlinge partij en liet gevestigde waarden als Nimzowitsch, Miese, Teichman, Duras, Tartakover en Spielmann achter zich. Maar zijn intellect beperkte zich niet tot het schaakspel – in dat jaar behaalde hij ook zijn doctorstitel aan de universiteit van Heidelberg. Hij trouwde en reisde terug naar Moskou, waar hij een topcarrière uitbouwde als advocaat in internationaal recht. Hij had handenvol werk (en verdiende handenvol geld) met zijn diensten aan banken en industriëlen, en zo bleef er weinig tijd over om te schaken. Hij beperkte zich tot enkele toptornooien, waardoor zijn prestaties maar matig lijken – door het gebrek aan speelervaring. Slechts drie toptornooien speelde hij in die periode voor WOI: Sint-Petersburg 1909, San Sebastian 1911 en Sint-Petersburg 1914. In dat laatste tornooi was hij de enige die een partij van Lasker kon winnen. Het deed hem pijn om zijn vriend zo op een achterstand van anderhalf punt van Capablanca te zetten. Maar het bood Lasker wel de kans om in de finale de remonte van de eerste helft van de 20ste eeuw neer te zetten en toch het tornooi te winnen.

Hij was een vermogend man die zijn fortuin echter in de Russische Revolutie van 1917 verloor. Hij ontvluchtte zijn vaderland en trok zoals veel Russen naar Parijs waar hij opnieuw rijkdom vergaarde. Een aantal jaren later bij de beruchte beurskrach van 1929 kwam hij opnieuw in financiële problemen. Opnieuw moest hij zijn fortuin terug opbouwen. Ook dit keer lukte hem dit, maar het noodlot bleef hem achtervolgen: in 1940 brak WOII uit en Bernstein moest opnieuw vluchten, dit keer naar Spanje. Maar ook een derde keer bouwde hij zijn leven en carrière terug op.

Bernstein speelde ook op het Schaaktoernooi Groningen 1946. In 1954 speelde hij in Montevideo zijn beroemde partij tegen Miguel Najdorf en in datzelfde jaar kwam hij met succes uit voor Frankrijk op de Schaakolympiade. In 1956 speelde hij zijn laatste toernooi, ongeveer vijftig jaar later dan het eerste. Hij overleed in een sanatorium in de Franse Pyreneeën. In een in memoriam omschreef Edward Lasker zijn overleden vriend Ossip Bernstein als de laatste van de sterren die de klassieke „gouden“ periode had verlicht.

Ossip Bernstein heeft de schaakwereld een variant nagelaten, de Bernsteinvariant in de schaakopening Spaans met de volgende zetten: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 d6 4.d4 Ld7 5.Pc3 Pf6 6.0-0 Le7 7.Lg5 (diagram)

In de schaakdatabank Simbase staan 321 partijen die door Bernstein gespeeld zijn. Hij won 131 partijen, verloor er 88 en speelde 102 partijen remise. Zijn winstpercentage is 56. Ossip Bernstein speelde graag de Spaanse opening.

Zie de categorie Ossip Bernstein van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.