Savannescheenplaatschildpad
De savannescheenplaatschildpad[1] (Podocnemis vogli) is een schildpad uit de familie Podocnemididae.[2] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johannes Peter Müller in 1935.
Savannescheenplaatschildpad | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Savannescheenplaatschildpad in Medellín, Colombia | ||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Podocnemis vogli Müller, 1935 | ||||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||||
Savannescheenplaatschildpad op | ||||||||||||||
|
Uiterlijke kenmerken
Met een maximale grootte van 36 centimeter blijft de soort vrij klein in vergelijking met andere soorten uit het geslacht Podocnemis. Het rugpantser heeft een onduidelijke lengtekiel en is olijfkleurig tot bruin van kleur, bij juvenielen bruin met gele lijnen en een gele schildrand. Het buikpantser of plastron is grauwgeel. De kop is donkerbruin tot zwart en heeft een onregelmatige gele vlekkentekening. De bovenzijde van de kop heeft een onduidelijke lengtegroef tussen de ogen. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden door een dikkere, langere staart en behouden meer van de juveniele tekening op de kop.
Algemeen
De savannescheenplaatschildpad komt voor in het noorden van Zuid-Amerika (Venezuela en Colombia), en leeft in diepe wateren zoals rivieren, moerassen en meren. Helder en warm water met veel licht en voldoende schuilhoeken zijn vereist, de schildpad komt veel op het land om te zonnen. De savannescheenplaatschildpad is omnivoor en eet waterplanten en kleine in het water levende dieren als geleedpotigen, amfibieën en vissen. Ook is waargenomen dat de mest van de capibara wordt gegeten, een groot knaagdier dat lijkt op een reusachtige cavia. De schildpad is overdag actief bij een temperatuur tussen 22 en 28 graden, er wordt geen winterslaap gehouden. De savannescheenplaatschildpad is beschermd door het CITES-verdrag (Bijlage II).
Bronvermelding
|