Oorlog in Zuid-Ossetië (1991-1992)

De Oorlog in Zuid-Ossetië van 1991 tot 1992 was een deel van het conflict tussen Georgië en diens deelgebied Ossetië. De strijdende partijen waren de centrale overheid in Georgië en separatistische Zuid-Ossetische milities en Noord-Ossetische (Rusland) vrijwilligers.

Oorlog in Zuid-Ossetië in 1991-1992
Deel van Georgisch-Ossetisch conflict
SoortBurgeroorlog
Periode5 januari 1991 - 24 juni 1992
Partijen Zuid-Ossetië
Noord-Ossetische vrijwilligers
 Rusland? 
Georgië
Leiders Zviad Gamsachoerdia
Edoeard Sjevardnadze
Verliezen~800 doden ~2000 doden
PlaatsGeorgië
Casus belliZuid-Ossetisch separatisme
Uitkomstwapenstilstand en onderhandelingen
GevolgDe facto afscheiding van Zuid-Ossetië.
Locatie van Zuid-Ossetië in Europa.

Geschiedenis

Oorzaak

Na de afscheuring van Georgië van de Sovjet-Unie voelden de inwoners in het Georgische deel van Zuid-Ossetië zich bedreigd door het Georgische nationalisme. Daarom organiseerden ze zich en uitten ook hun solidariteit met separatisten in Abchazië, een andere regio van Georgië. Op 20 september 1990 verklaarde Zuid-Ossetië zich onafhankelijk. Bij de verkiezingen voor de Georgische Hogeraad, die door de Zuid-Ossetiërs geboycot werden, wonnen de nationalistische partijen geleid door Zviad Gamsachoerdia. Als antwoord werden in Zuid-Ossetië parlementsverkiezingen gehouden waarvan de uitslag al snel door de Georgische Hogeraad geannuleerd werden. De Hogeraad besliste ook om de autonomie van het oblast op te heffen. Ten gevolge van geweldplegingen in en rond Tsinvali kondigde het Georgische parlement op 12 december 1990 de noodtoestand in de regio af. Meteen in januari 1991 richtte de Hogeraad de Nationale Wacht van Georgië op.

Het begin

Conflictzone rond Tsinvali.

De oorlog begon in de nacht van 5 januari 1991 toen Georgische troepen van de Nationale Wacht de stad Tsinvali, in het zuiden van Zuid-Ossetië, binnentrokken. De Ossetische militanten beantwoordden de aanval door Georgische scholen en huizen in de stad te beschieten. Uiteindelijk kwam het oostelijke deel van de stad in handen van Georgië en het westen in handen van de Ossetiërs. Op het einde van de maand trok Georgië zijn troepen terug in de heuvels rond de stad zoals overeengekomen in een door Rusland onderhandelde wapenstilstand. Op 29 januari werd Torez Kulumbegov, die mee aan de onderhandelingstafel in de Georgische hoofdstad Tbilisi was uitgenodigd, opgepakt voor aanzetten tot etnische haat. Hij werd pas in december datzelfde jaar weer vrijgelaten.

Heroplaaiing

Monument voor de slachtoffers in Tsinvali.

In maart en april brak opnieuw oorlog uit, gevolgd door een relatieve rust in de maanden juli en augustus en opnieuw oorlog vanaf midden september. In augustus stortte de Sovjet-Unie ineen en vertrokken de Russische troepen die tot dan aanwezig waren geweest. Georgië stelde een economische blokkade in tegen Zuid-Ossetië, sneed de elektriciteit af en blokkeerde aanvoerwegen. Ook de Ossetiërs blokkeerden Georgische dorpen in de regio. Het gevolg waren ongeveer 80.000 vluchtelingen in het oorlogsgebied. In december braken ook in de Georgische hoofdstad Tbilisi gevechten uit tussen overheid en oppositie. In februari 1992 escaleerde de oorlog opnieuw. Intussen werd opgemerkt dat Rusland Zuid-Ossetië zowel militair als politiek steunde.

Het einde

Na de afzetting van de Georgische president Zviad Gamsachoerdia in december 1991 ging Georgië akkoord met onderhandelingen om een confrontatie met Rusland te vermijden. Op 24 juni 1992 kwamen de voorzitter van de Georgische staatsraad Edoeard Sjevardnadze en de Russische president Boris Jeltsin bij elkaar voor overleg. Op 14 juli werd een wapenstilstand overeengekomen waarna een vredesoperatie begon bestaande uit manschappen van alle partijen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.