The Ohio Players

De band werd opgericht in 1958 in Dayton als Ohio Untouchables. In het begin werden ze bekend als begeleidingsband van de band The Falcons uit Detroit. In 1963 verliet Robert Ward de band voor een solo-carrière. In hetzelfde jaar vervoegden zich Gregory Webster, Leroy Sugarfoot Bonner, Bobby Lee Fears en Dutch Robinson bij de band.

In 1970 werd de band ontbonden, maar korte tijd later richtten Bonner, Satchell, Middlebrooks, Jones und Webster de Ohio Players opnieuw op met Bruce Napier, Charles Dale Allen, Marvin Pierce en Billy Beck. Een jaar later had de formatie met hun tweede studio-album Pain een succes in de Verenigde Staten.

In 1973 scoorde de band met Funky Worm hun eerste grote succeshit, die zich plaatste op de toppositie in de Billboard r&b-charts en de 15e plaats in de popcharts. Bovendien werden in hetzelfde jaar Billy Beck en Gregory Webster vervangen door resp. Walter Morrison en James Williams. Later kwamen daar nog Clarence Willis en Robert Jones bij.

Tussen 1973 en 1976 hadden The Ohio Players zeven top 40-hits in de Billboard Hot 100, waaronder Fire en Love Rollercoaster, die zowel in de r&b- als ook in de popcharts de toppositie haalden. Ook Sweet Sticky Thing klom in 1975 naar de toppositie van de r&b-charts, maar kwam in de popcharts niet verder dan de 33e plaats.

In 1976 had de band met Who'd She Coo hun enige succes in het Verenigd Koninkrijk met een 43e plaats. In de r&b-charts was het de vijfde en laatste nummer 1-hit van The Ohio Players, in de popcharts het laatste top 20-succes. Tot 1988 plaatsten zich nog diverse singles in de middelste regionen van de r&b-charts, alleen O-H-I-O plaatste zich in 1977 in de r&b-top 10.

Op 30 december 1995 overleed Clarence Satchel op 55-jarige leeftijd aan een aneurysma, in november 1997 Ralph Middlebrooks op 58-jarige leeftijd en op 25 december 2008 Robert Ward op 70-jarige leeftijd.