Museum van Levende Nederlandsche Meesters
Het Museum van Levende Nederlandsche Meesters (later ’s Rijks Verzameling van Kunstwerken van Moderne Meesters en 's Rijks Verzameling van Moderne Kunst ) was van 1827 tot 1885 een museum voor hedendaagse kunst in Haarlem. Het museum was gevestigd in Paviljoen Welgelegen.
's Rijks Verzameling van Moderne Kunst
| ||||
| Museum van Levende Nederlandsche Meesters | ||||
| Locatie | Paviljoen Welgelegen, Haarlem | |||
| Type | hedendaagse kunst | |||
| Opgericht | 21 november 1828 | |||
| Openingsdatum | 10 augustus 1838 | |||
| Sluiting | 1885 | |||
| ||||
Het museum was het eerste museum voor hedendaagse kunst in Nederland. Het werd op 21 november 1828 bij Koninklijk Besluit nr. 114 door Koning Willem I ingesteld..[1] Door politieke onrust vorderde de verbouwing langzaam en werd het museum in 1838 geopend.
Het museum werd gezamenlijk beheerd door het Rijksmuseum van Schilderijen en het Koninklijk Kabinet van Schilderijen. De eerste directeuren waren Johan Steengracht van Oostcapelle vanuit het Koninklijk Kabinet en Cornelis Apostool vanuit het Rijksmuseum. Haarlem werd hierdoor een belangrijke stad naast Amsterdam en Den Haag op het gebied van moderne kunst. Niet iedereen was het hier mee eens. Met name Victor de Stuers vond Haarlem als kunststad ongeschikt en beschreef het museum als een depot.[2] Het museum sloot in 1885 toen het Rijksmuseumgebouw opende. De schilderijen kregen daar een plek.
Collectie
Van Oostkapelle verscheepte uit de collectie van het Mauritshuis 165 schilderijen die daarvoor in aanmerking kwamen en liet deze overbrengen naar het museum in Haarlem. Vanuit het Rijksmuseum werden 60 werken overgebracht. Hoewel het museum de ambitie had de collectie uit te breiden was er geen budget voor.
In 1848 is door het bestuur van het Rijksmuseum besloten ook werken van overleden kunstenaars uit de 19e eeuw te tonen uit hun bestaande collectie. Vijftig schilderijen werden toegevoegd en het museum kreeg de naam ’s Rijks Verzameling van Kunstwerken van Moderne Meesters.
In de periode 1860 - 1875 werden door het museum 40 aankopen gedaan, en uit nalatenschappen werden 15 voornamelijk portretschilderijen van kunstenaars toegevoegd. In 1874 werd Strandgezicht te Scheveningen van Mesdag aangekocht. De meest kostbare aankoop was in 1878 het schilderij Alleen op de Wereld van Jozef Israëls.[3]
Jozef Israëls - Alleen op de wereld
Andreas Schelfhout - IJsgezicht met molen
Kruseman -De graflegging
Boten op het strand van Scheveningen, Hendrik Willem Mesdag
De Slag bij Waterloo, Pieneman
Bronnen, noten en/of referenties
|