Moriokever

De moriokever (Zophobas morio) is een kever uit de familie van de zwartlijven (Tenebrionidae), evenals de meeltor, waar hij uiterlijk ook wel enige gelijkenis mee vertoont, behalve dat de moriokever aanzienlijk groter is, ca. 2,5 – 3 cm.

Moriokever
Volwassen moriokever
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Onderstam:Hexapoda (Zespotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Coleoptera (Kevers)
Familie:Tenebrionidae (Zwartlijven)
Geslacht:Zophobas
Soort
Zophobas morio
(Fabricius, 1776)
Afbeeldingen Moriokever op Wikimedia Commons
Moriokever op Wikispecies
Portaal    Biologie

De kever is vooral bekend omdat de larven ervan op grote schaal worden gekweekt als voer voor terrariumdieren. De zogenaamde moriowormen lijken sterk op zeer grote meelwormen en worden daarom ook weleens "superwormen" genoemd. Moriowormen zijn geschikt voor menselijke consumptie.[1][2]

Zophobas morio, twee larven waarvan de linker net verveld is.
Pop van de Zophobas morio, net voor het uitkomen, ca. 2,5 cm
Zophobas morio net na het uitkomen van de pop

De larven zijn uiteindelijk ca. 6 cm lang, net voor het verpoppen. Ze kunnen met hun zes korte pootjes verrassend snel kruipen en hebben een erg glad lijf. Ze leven in de natuur (in tropisch Zuid-Amerika) in rottend hout, maar zijn zeer weinig kieskeurig wat betreft hun dieet. Ze eten in kweek vrijwel alles, bijvoorbeeld hondenbrokken of havermoutvlokken. Koel (dat wil zeggen bij kamertemperatuur) bewaard kunnen ze zeer lang (ca. een jaar) worden gehouden zonder zich te verpoppen.

Voor groei en kweek moeten ze bij temperaturen tussen 25 en 30 graden worden gehouden, bv. in een substraat van (loof)houtsnippers, aangevuld met wat voedselbrokjes. De vochtigheid moet voldoende hoog zijn, anders gaan ze elkaar opeten voor het vocht. Een stukje appel kan hierin voorzien.

Als de larve klaar is om te verpoppen, eet hij zich een tunnel in een stronk vermolmd hout, (of in het terrarium zelfs ook in een stuk piepschuim!) en verpopt, om een week of 2-3 later uit te komen. De ontwikkelingsnelheid is sterk afhankelijk van de temperatuur. De pop is van het exarate type en kan net als de larven bij beetpakken flink wriemelen om los te komen. De kever is bij uitkomen lichtgeel, net als de meeltor, en kleurt via kastanjebruin in ca. 1 week om naar zwart, wat langzamer dan de meeltor. Op een voedingsbodem met havervlokken geplaatst, met een stukje appel of wortel voor het vocht en bij 25-30 graden zullen de kevers snel eieren gaan leggen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.