Michel Levie

Levensloop

Levie was tweeëntwintig toen hij doctor in de rechten werd aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij had er een leermeester gevonden, Charles Périn, die hem gevoelig had gemaakt voor sociale onrechtvaardigheid, terwijl hij ook beïnvloed werd door de geschriften van Mgr. Ketteler. Hij vestigde zich als advocaat in Charleroi. In 1886 werd hij er arrondissementeel voorzitter van de katholieke partij. In 1890-91 was hij stafhouder aan de balie.

De katholieke congressen in Luik over de periode 1886-1890 gaven hem bekendheid. Hij verdedigde er de tussenkomst van de overheid in sociale kwesties, tegen anderen die alles aan het privé-initiatief en de weldadigheid wilden overlaten. Hij kwam op voor de verplichte verzekering tegen ziekte en ongevallen en voor het organiseren van vakbonden uitsluitend voor arbeiders, in tegenstelling tot degenen die verenigingen naar middeleeuws model (patroons en arbeiders in eenzelfde bond) verdedigden.

In 1886 stichtte hij een Comité van Sociale Werken in Charleroi. Zijn inspanningen waren gebaseerd op en vonden hun rechtvaardiging in de encycliek Rerum Novarum die in 1891 verscheen. Hij was voortaan in Charleroi betrokken bij de meeste initiatieven van christelijk-sociale werken. Zo stichtte hij een coöperatieve vennootschap, die het centrum werd van alle gelijkgezinde initiatieven in Charleroi. Hierop volgden een ziekenbond, een maatschappij van sociale woningbouw, een school van de Aalmoezeniers van de Arbeid enz. Dit leverde hem tegenstand op van de socialisten en, binnen de eigen katholieke partij, van de conservatieven.

In de periode 1891-1893 werd Levie een van de sprekers die overal rondtrokken met een christendemocratische boodschap. Hij werd een van de eerste leden van de Ligue démocratique die door Joris Helleputte werd gesticht en waar hij onder meer Henri Carton de Wiart en Arthur Verhaegen in ontmoette. Hij ijverde voor algemeen stemrecht, voor evenredige vertegenwoordiging en voor gelijke behandeling van allen met betrekking tot de militaire dienstplicht. Binnen de katholieke partij bleef hij opkomen voor de eenheidspartij, waarbij hij echter een afzonderlijke arbeidersvleugel voorstond.

Na een hyperactieve periode werd Levie door ziekte geveld. Hij verliet de balie en werd medebestuurder met twee van zijn broers van een cementfabriek bij Haine-Saint-Pierre. Deze activiteit liet hem toe om zijn sociale en politieke inzet verder te zetten.

Politieke loopbaan

In 1900 werd hij voor het eerst tot volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Charleroi gekozen. Hij werd lid van de Commissie voor financies en werd rapporteur van heel wat begrotingen van het Ministerie van financies. In 1911 werd hij zelf minister van Financies en bleef dit tot begin 1914. Hij maakte vooral werk van de noodzakelijke evolutie betreffende de inkomstenbelastingen. Voor het eerst kwam er een taks op de motorvoertuigen en op de cinemavertoningen. De patentbelasting werd afgeschaft en vervangen door een personenbelasting en een vennootschapsbelasting van 4 procent.

Andere initiatieven van hem waren de oprichting van de Postcheck (1912) en van de Nationale Maatschappij voor Goedkopen Woningen, die in februari 1914 in de Kamer werd gestemd, maar door vertraging in de Senaat en door het uitbreken van de oorlog, pas in 1919 van kracht werd.

In 1914 werd hij voorzitter van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikte hij deze functie als dekmantel om, in opdracht van de Belgische regering in Le Havre, bijeenkomsten van de secretarissen generaal en van parlementsleden te organiseren. In 1918 werd hij benoemd tot minister van Staat. Hij bleef verder in het parlement zetelen tot in 1921 en was een groot voorstander van nationale eenheid tussen de drie grote partijen.

In 1919 zat hij de Belgische delegatie voor op de eerste internationale Arbeidsconferentie in Washington. In 1921 zat hij in Genève de internationale conferentie voor gewijd aan de strijd tegen de slavenhandel van vrouwen en kinderen. Toen hij zeventig werd verliet hij de actieve politiek.

Levie was getrouwd met Marie Hermant en ze hadden elf kinderen. Hij werd de eerste voorzitter van de Bond van de Kroostrijke Gezinnen, de latere Gezinsbond (1921-1929).

Hij bleef ook nog andere verenigingen en vennootschappen voorzitten. Zo was hij voorzitter van de Assurances Générales (AG) en van de Nationale Deposito- en Consignatiekas. In 1938, 86 geworden, nam hij ontslag als voorzitter van de Buurtspoorwegen.

Literatuur

  • Jean LEVIE s.j., Michel Levie (1851-1939) et le mouvement chrétien social de son temps, Leuven-Parijs, 1962.
  • Leo DE SAINT-MOULIN, Louis Levie, in: Biographie nationale
Voorganger:
Julien Liebaert
Minister van Financiën
1911-1914
Opvolger:
Aloys Van de Vyvere
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.