Methode-D'Hondt

De Methode-D'Hondt wordt gebruikt om in een kiessysteem met evenredige vertegenwoordiging het aantal beschikbare zetels te verdelen in functie van de voor de deelnemende partijen geldig uitgebrachte stemmen. In de verdeling van de restzetels geeft D'Hondt een lichte voorkeur aan de grotere partijen, in tegenstelling tot de methode-Sainte-Laguë. Een soortgelijke methode is Imperiali, dat bij de Belgische gemeenteraadsverkiezingen wordt toegepast. Dat laatste geeft nog meer voordeel aan de grotere partijen.

De methode is bedacht door Victor D'Hondt (1841–1901), Belgisch jurist en wetenschapper, en wordt in diverse landen gebruikt, onder meer in België, Bulgarije, Finland, Hongarije, Nederland, Portugal, Spanje, Suriname, Turkije, Zwitserland, Noord Ierland en de Europese Unie.

Werking

partij A partij B partij C
stemmen 6500 3800 2300
deler quotiëntzetel quotiëntzetel quotiëntzetel
1 6500(1) 3800(2) 2300(4)
2 3250(3) 1900(6) 1150(10)
3 2167(5) 1267(9) 767(15)
4 1625(7) 950(12) 575(21)
5 1300(8) 760(16) 460 
6 1083(11) 633(19)   
7 929(13) 543(22)   
8 813(14) 475(25)   
9 722(17) 422    
10 650(18)      
11 591(20)      
12 542(23)      
13 500(24)      
14 464       

Het aantal stemmen van elke partij wordt achtereenvolgens gedeeld door positieve gehele getallen (1, 2, 3, 4 enz.). De quotiënten die deze delingen opleveren, worden in volgorde van grootte gezet. De eerste zetel wordt toegewezen aan de partij met het grootste quotiënt, de tweede aan de partij met de op-een-na hoogste quotiënt, enzovoorts. Als twee quotiënten dezelfde waarde hebben dan krijgt het quotiënt dat het resultaat is van de grootste deler (= de partij met de meeste stemmen) de betreffende zetel toegewezen. In de praktijk zal dit echter zeer weinig voorkomen. De toewijzing gaat door totdat alle zetels verdeeld zijn. Elke partij krijgt zoveel zetels als ze grootste quotiënten heeft.

Een voorbeeld: drie partijen behalen respectievelijk 6500, 3800 en 2300 stemmen voor een volksvertegenwoordiging van 25 leden. De methode D'Hondt leidt in dit voorbeeld tot de volgende zetelverdeling: partij A: 13 zetels; partij B: 8 zetels; partij C: 4 zetels.

In de tabel hiernaast geeft het nummer tussen haakjes de toegekende zetel aan. (1) is de eerste te verdelen zetel, (2) de tweede, (3) de derde et cetera.

Kiesdeler

Het quotiënt dat gebruikt wordt om de laatste zetel toe te kennen aan een partij ligt in de buurt van de kiesdeler. De kiesdeler is het minimumaantal stemmen dat nodig is om een zetel te verwerven en een lijst krijgt ten minste zoveel zetels als het aantal keer dat de kiesdeler in het stemcijfer gaat. Dit zijn de zogenoemde volle zetels.

Het totaal van deze volle zetels is zelden gelijk aan het aantal te verdelen zetels. In het voorbeeld bedraagt deze som 23 zetels (partij A: 12; partij B: 7; partij C: 4) en de kiesdeler is de uitkomst van de deling: = 504 stemmen. Merk op dat bij de toekenning van zowel de 24e als de 25e zetel de betreffende quotiënten minder dan 504 bedragen. Deze rood gemarkeerde zetels worden in het in Nederland gehanteerde systeem van de grootste gemiddelden restzetels genoemd. Had partij C 48 stemmen meer gehaald (ten koste van partij B) dan had zíj de 25e zetel (= de 2e restzetel) bemachtigd.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.