Marianne Philips

Marianne Philips (Amsterdam, 18 maart 1886 - Naarden, 13 mei 1951) was een Nederlands auteur.

Marianne Philips
Algemene informatie
Volledige naamMarianne Philips
Geboren18 maart 1886
GeboorteplaatsAmsterdam
Overleden13 mei 1951
OverlijdensplaatsNaarden
Land Nederland
Beroepauteur
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur

Levensloop en werk

Brief van Menno ter Braak aan Marianne Philips (17 december 1934)

Philips debuteerde als romanschrijver vrij laat, in 1929 met "De wonderbare genezing", een boek over een alleenstaand kantoormeisje dat aan tuberculose lijdt en een dagboek bijhoudt. In 1950 werd bekend dat haar novelle uit 1949 "De Zaak Beukenoot", een literaire aanval op de klassenjustitie in de Nederlandse rechtspraak, was verkozen tot boekenweekgeschenk. Philips was een fervent SDAP-lid en -propagandist, wat verklaart dat zij in haar werk vaak grote belangstelling had voor ethische en sociale vraagstukken. Als een van de eerste vrouwen werd zij verkozen tot gemeenteraadslid voor de SDAP in Bussum in 1919.

Het hoofdthema in haar werk van psychologische romans en novellen is vaak de zoektocht naar volwassenheid en eigen identiteit van een jonge man of vrouw uit een niet-harmonieus gezin. Philips schreef vanuit realisme met daarbij fantasie en een humane benadering. In de Tweede Wereldoorlog moesten Philips en haar man, omdat ze van Joodse afkomst waren, onderduiken, nadat ze de oproep om zich te melden bij concentratiekamp Vught hadden ontvangen. Ze gingen eerst naar Amsterdam. Haar man verbleef vervolgens twee jaar in Amersfoort. Ze heeft wel op tien adressen ondergedoken gezeten, voornamelijk in Wassenaar en Voorburg.

Philips was gehuwd met Sam Goudeket en kreeg drie kinderen. Tweede Kamerlid en museumconservator Judith Belinfante en musicus Joost Belinfante waren haar kleinkinderen.

Naleven

Na haar dood werd van 1951 tot en met 1975 jaarlijks een literaire prijs uitgereikt die haar naam draagt. De Marianne Philips-prijs werd ingesteld in 1951 door haar weduwnaar. Voor bekroning kwamen auteurs in aanmerking vanaf vijftig jaar die nog steeds creatief waren maar wier werk enigszins op de achtergrond was geraakt of dreigde te raken.

In Nederland zijn vier straten naar haar vernoemd: In haar woonplaats Bussum waar zij ook gemeenteraadslid was, is de "Marianne Philipslaan" naar haar vernoemd, in Amsterdam waar zij geboren was en tijdens de oorlog was ondergedoken de "Marianne Philipsstraat",[1] in Amstelveen de "Marianne Philipslaan" en in Haarlem het "Marianne Philipsplantsoen".

Bibliografie

  • 1929 - De wonderbare genezing, roman
  • 1930 - De biecht, roman
  • 1932 - De jacht op de vlinder, novelle
  • 1934 - Bruiloft in Europa, roman
  • 1935 - Het oogenblik, roman
  • 1936 - Henri van den overkant, roman
  • 1937 - Tussen hemel en aarde, novellen
  • 1940 - De doolhof, roman
  • 1950 - De Zaak Beukenoot, novelle

Literatuur over Philips

  • A.H. Romein-Verschoor, in Vrouwenspiegel (1936)
  • K. ter Laan, in Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid (1941)
  • G. Knuvelder, in Kitty en de mandarijntjes (1964)
  • G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse, De Nederlandse en Vlaamse auteurs (1985)
  • C.M. Plettenberg, Een tragisch vrouwenleven. Marianne Philips en haar biecht (1995)
  • Martje Breedt Bruyn, Tijdloze ogenblikken. Een biografie van Marianne Philips (1998)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.