Akkoord van Ohrid

Het Akkoord van Ohrid[1] is een vredesakkoord tussen de Macedonische regering en de Albanese rebellen van het UÇK-M. Het verdrag werd op 13 augustus 2001 onder hoede van secretaris-generaal van de NAVO Robertson en de vertegenwoordiger van de Europese Unie, Javier Solana getekend in Ohrid.

Het verdrag maakte een eind aan de conflicten tussen etnische Albanezen en het Macedonisch regeringsleger. De spanningen waren ontstaan toen er in 1998 een extreem-nationalistisch bewind aan de macht kwam dat niet veel goeds bracht voor de Albanese minderheid. Ook de Kosovo-oorlog droeg bij aan de conflicten doordat veel etnisch-Albanezen Kosovo ontvluchtten. In Macedonië woonde al een grote Albanese minderheid die zich organiseerde binnen het UÇK-M (Macedonisch Nationaal bevrijdingsleger), een organisatie die streefde naar onafhankelijkheid.

Het verdrag bood verschillende voorwaarden voor de emancipatie van de Albanese minderheid doordat de rechten van de etnische minderheden werden uitgebreid. Ook is door het verdrag een democratiseringsproces in gang gezet door te streven naar een decentralisering van de overheid.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.