Léon Walpot

Levensloop

Walpot deed zijn muziekstudies aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen: notenleer, piano, klarinet en viool. Harmonie studeerde hij bij Joseph Huybrechts (1849-1907), contrapunt bij Hendrik Waelput (1845-1885) en orkestratie bij Peter Benoit.

Hij werd dirigent van het orkest van de Antwerpse Scala, waar vooral operettes werden uitgevoerd.

Tijdens zijn dienst in de militaire muziekkapellen zette hij zijn studies in Brussel voort. Aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel behaalde hij in 1889 een eerste prijs klarinet in de klas van Gustav Poncelet. Hij was achtereenvolgens klarinettist bij het 7e Linieregiment (1879), het 5e Linieregiment (1883) en het 3e Gidsen Regiment.

In 1887 werd hij kapelmeester van een muziekkapel in Bergen en in later in 1887 bij het 3e Lansiers Regiment te Brugge. Verder werd hij in 1897 dirigent van het Linieregiment en ten slotte van 1900 tot 1918 was hij dirigent van het Groot Harmonieorkest van de Belgische Gidsen in Brussel.

In 1900 werd hij dirigent van de Koninklijke Harmonie in Aalst. Verder was hij dirigent van de Koninklijke Harmonie in Erembodegem en van de Fanfare Sint Cecilia in dezelfde plaats. Van 1901 tot 1908 was hij ook dirigent van de Koninklijke Harmonie "De Katholieke Gilde", Asse.

Als componist schreef hij feestelijke cantates voor koor en harmonieorkest. In 1905 werd zijn Hiels cantate met het Groot Harmonieorkest van de Belgische Gidsen en 2000 zingende kinderen op de Grote Markt van Brussel uitgevoerd.

Composities

Werken voor harmonieorkest (met koor)

  • Cantate Patriotique, voor gemengd koor en harmonieorkest
  • Hiels cantate, voor gemengd koor en harmonieorkest
  • La trompette amoureuse, voor harmonieorkest
  • Unie mars, voor harmonieorkest

Muziektheater

Opera's

  • De Moeder

Werken voor koren

  • Union et Patrie, patriottisch lied voor gemengd koor

Kamermuziek

  • Karakteristieke dans, voor klarinetten, saxofoons, fagotten en basklarinetten

Bibliografie

  • Flavie Roquet: Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, Roelarta Books, 2007. 946 p., ISBN 978-90-8679-090-6
  • Francis Pieters: Van trompetsignaal tot muziekkapel. Anderhalve eeuw militaire muziek in België. VZW Muziekcentrum, Kortrijk, 1981, p. 261 - 264
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziekencyclopedie, Haarlem: De Haan, (1979)-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • Karel De Schrijver: Bibliografie der Belgische toonkunstenaars sedert 1800, Leuven: Vlaamse Drukkerij, 1958, 152 p.
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Wolfgang Suppan: Das neue Lexikon des Blasmusikwesens, 3. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1988, ISBN 3-923058-04-7
  • Wolfgang Suppan: Lexikon des Blasmusikwesens, 2. ergänzte und erweiterte Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Fritz Schulz, 1976
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • Kenneth Walter Berger: Band encyclopedia, Kent, Ohio: Band Associates, 1960, 604 p.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.