Lodewijk Jozef Delebecque
Lodewijk-Jozef Delebecque (Bas-Warneton (Fr.), 7 december 1798 - Gent, 2 oktober 1864) was de 21ste bisschop van het bisdom Gent (1838-1864).
Louis-Joseph Delebecque (Lodewijk-Jozef Delebecque) | ||||
21ste Bisschop van Gent | ||||
Bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
Geboren | 7 december 1798 | |||
Plaats | Bas-Warneton (Frankrijk) | |||
Overleden | 2 oktober 1864 | |||
Plaats | Gent | |||
Wijdingen | ||||
Priester | 24 mei 1822 | |||
Bisschop | 4 november 1838 | |||
Kerkelijke loopbaan | ||||
1825-1827 | leraar aan het college in Ieper | |||
1827-1830 | onderpastoor Sint-Jacobskerk te Ieper | |||
1830-1831 | leraar aan het kleinseminarie te Gent | |||
1831-1832 | professor aan het grootseminarie te Gent | |||
1833-1838 | president van het grootseminarie van Brugge | |||
1838-1864 | bisschop van Gent | |||
Voorganger | Jan-Frans Van De Velde | |||
Opvolger | Hendrik-Frans Bracq | |||
|
Levensloop
Lodewijk-Jozef Delebecque was de zoon van Michel Delebecque en Célestine Joye.
Hij studeerde aan het seminarie van Gent en werd in Mechelen tot priester gewijd op 24 mei 1822.
Hij werd leraar aan het college in Ieper (1825) en onderpastoor in de Sint-Jacobskerk (Ieper) (1827).
In 1830 werd hij leraar aan het kleinseminarie in Gent en in 1831 professor aan het grootseminarie aldaar.
In 1832 werd hij secretaris van François-René Boussen en in 1833 werd hij president van het Grootseminarie van Brugge.
Bisschop
Op 13 september 1838 werd hij door paus Gregorius XVI bisschop van Gent benoemd en op 4 november 1838 (hij was net nog geen 40 jaar oud) tot bisschop gewijd door kardinaal Engelbertus Sterckx, aartsbisschop van Mechelen. Zijn wapenspreuk was Monstra te esse Matrem (Toon dat gij Moeder zijt).
Mgr. Delebecque stichtte onder meer in 1839 de congregatie van de Hiëronymieten.
In 1840 benoemde hij zijn neef Prosper Morel tot erekanunnik en die bewees aan de bisschop en ook aan de toenmalige nuntius (Raffaele Fornari) allerlei diensten, waardoor Morel in 1844 titulair kanunnik van Sint-Baafskapittel werd en erekamerheer van de paus (Camerieri d'Onore Extra Urbem). Dit leverde hem de titel van monseigneur op, tot groot ongenoegen van de andere kanunniken. In 1845 kwam hij echter in opspraak wegens financieel gesjoemel met geld van het bisdom en ontnam de bisschop hem (onder druk) al zijn titels.
Op 14 januari 1842 kreeg Delebecque van de paus de eretitels van Huisprelaat van de Paus, Romeins Graaf en Bisschop-troonassistent van Zijne Heiligheid.
Op 13 januari 1844 wijdde hij de Jezuïetenkerk in de Posteernestraat in.
Op 31 augustus 1845 wijdde hij het nieuw Bisschoppelijk Paleis van Gent in.
Op 1 september 1853 legde hij de eerste steen van de Sint-Annakerk (Gent) en op 24 november van datzelfde jaar wijdde hij het klooster van de Congregatie van de Zusters Apostolinnen van de H.Jozef te Wetteren in.
In 1864 stuurde hij Henry Gabriels, op vraag van kardinaal John McCloskey (aartsbisschop van New York), naar de Verenigde Staten om er les te geven in het St. Joseph’s Seminary in Troy (New York).
Hij bezat een zomerverblijf in Astene, dat in 1863 werd afgebroken en waarvan nu nog het neerhof “Patershof” bestaat.
Op 2 oktober 1864 overleed hij op 65-jarige leeftijd. Er ontstond een discussie tussen het bisdom en het stadsbestuur over zijn begraafplaats. Wettelijk was het verboden nog iemand in de crypte van de Sint-Baafskathedraal te begraven, maar op vraag van het bisdom gaf het stadsbestuur een tijdelijke toestemming, tot de familie een definitieve plaats had gekozen. Toen de familie enkele weken later vroeg hem daar toch definitief te laten rusten werd dat, na een hevige discussie tussen de gemeenteraadsleden, uiteindelijk toch toegestaan op 27 december.
Externe links
- Catholic Hierarchy
- Installatie van bisschop Ludovicus Josephus Delebecque als bisschop in de Sint-Baafskathedraal (schilderij door Ange de Baets)
- Portret van bisschop Ludovicus Josephus Delebecque.
- Portret van bisschop Ludovicus Josephus Delebecque zittend.
- Medaille overlijden van bisschop Ludovicus Josephus Delebecque.