Lockheed S-3 Viking

De Lockheed S-3 Viking was een Amerikaans vliegtuig dat werd gebouwd om dienst te doen aan boord van de vliegdekschepen van de US Navy. Het werd specifiek ontworpen ter bestrijding van de nieuwe generatie Russische onderzeeboten die hun patrouillegebied langs de kust van de Verenigde Staten hebben.

Lockheed S-3 Viking
Algemeen
RolOnderzeebootbestrijding
Bemanning4
VariantenS-3A, B, ES-3A, KS-3A, B, US-3A
Status
GebruikUSN (1972-2009)
Afmetingen
Lengte16,3 m
Hoogte6,9 m
Spanwijdte20,9 m
Idem, ingeklapt9 m
Vleugeloppervlak55,6 
Gewicht
Leeggewicht12057 kg
Startgewicht17300 kg
Max. gewicht23850 kg
Krachtbron
Motor(en)2x General Electric TF34 turbofan
Stuwkrachtelk 41,3 kN
Prestaties
Topsnelheid800 en 850 km/u (zeeniveau en op hoogte)
Actieradius5120 km
Dienstplafond12500 m
Bewapening
Ophangpunten6
Bommen2200 op 4 interne en 2 externe hardpoints
Raketten2x Maverick of Harpoon of 1x SLAM
Portaal    Luchtvaart
Zijaanzicht ES-3A Shadow
S-3B met pylontanks

Het ontwerp was makkelijk herkenbaar door zijn gedrongen bouw met hoogliggende vleugels en twee grote General Electric-turbofans. In de staart was een groot richtingsroer opgenomen en in een intern bommenruim kon een verscheidenheid aan bewapening worden meegevoerd.

Vanwege het zeer kenmerkende fluitende geluid dat zijn motoren maken stond het toestel bij het vlootpersoneel algemeen bekend onder de spotnaam Hoover (stofzuiger).

De bemanning bestond uit vier personen; een commandant, een vlieger, een tactische coördinator (Tacco) en een sensor operator (Senso).

Met de huidige politieke wereldsituatie was de noodzaak voor een dergelijk geavanceerd onderzeebootbestrijdingssysteem naar de achtergrond verdrongen. Daarom werd de S-3 al enige tijd eveneens als tanker ingezet en was zijn actieve inzet als onderzeebootbestrijder zeer verminderd.

Hoewel gepland was om het toestel met zijn oorspronkelijke taak tot 2015 in dienst te houden werden ook de laatste operationele squadrons tijdens de eerste bezuinigingsronde van de nieuwe Amerikaanse regering Obama in februari 2009 opgeheven. Vanwege de eventuele bruikbaarheid in de toekomst zijn de toestellen nog niet gesloopt maar staan ze in de mottenballen opgeslagen bij de Aerospace Maintenance And Regeneration Group (AMARG) op de basis Davis Monthan in Tucson, Arizona.

Indeling

Oorspronkelijk werden de squadrons S-3 Viking aangeduid als Anti-Submarine Squadrons; t.g.v. de ontspanning in de oost-westverhoudingen zijn ze hernoemd tot Sea Control Squadrons.

Hier volgt de indeling van alle operationele S-3 Vikingsquadrons.

SquadronNaamIngedeeld bijOpgeheven
VS-21Fighting RedtailsNAS Atsugi2005
VS-22CheckmatesSea Control Wing Atlantic2009
VS-24ScoutsSea Control Wing Atlantic2009
VS-27SeawolvesSea Control Wing Atlantic2009
VS-28GamblersNAS Cecl Field1992
VS-29DragonfiresNAS North Island2004
VS-30DiamondcuttersSea Control Wing Atlantic2009
VS-31TopcatsNAS Jacksonville2009
VS-32MaulersSea Control Wing Atlantic2009
VS-33ScrewbirdsSea Control Wing Pacific2009
VS-35Blue WolvesNAS North Island2005
VS-37SawbucksNAS North Island1995
VS-38Red GriffinsNAS North Island2004
VS-41ShamrocksSea Control Wing Pacific2009
VX-1PioneersNAS Patuxent River2009
VX-20NFATSNAS Patuxent River2009
VQ-5SeashadowsNAS North Island1999
VQ-6Black RavensNAS Jacksonville1999

Geschiedenis

De serie S-3 Viking werd in 1972 ontwikkeld door de firma’s Lockheed en Linq Temco Vought en de wapensystemen werden gebouwd rond de op dat moment als topsysteem geldende digitale computer Univac. De Viking werd hiermee de geavanceerde ruggengraat van de USN op het gebied van onderzeebootbestrijding.

De eerste vlucht met het prototype YS-3A was in januari 1972 met de Lockheedtestvliegers John Christiansen en Lyle Schafer. Het toestel was van het begin af aan een succesnummer en in april 1972 werden de eerste S-3A’s geleverd. Het testen voor de vliegdekoperaties startte in november 1973.

In februari 1974 werd het toestel als de S-3A Viking in dienst gesteld op Naval Air Station (NAS) North Island, San Diego, Californië. Het toestel werd daar ingedeeld in het toenmalige trainingsquadron VS-41.

In januari 1977 werd het toestel voor het eerst operationeel bij VS-21.

Uitrusting

De uitrusting van de S-3 Anti Submarine Warfare (ASW) bestond uit

  • Texas Instruments AN/APS-116 sea-searchradar in de neus met 3 werkmodes.
    • Mode 1 high-res-periscoopdetectie, de AN/APS-116 kan zelfs tijdens een storm een periscoop in de golven waarnemen.
    • Mode 2 low-res maritieme zoekacties.
    • Mode 3 zoekacties op lange afstand en navigatie tot 278 kilometer; dit werd gebruikt voor het in kaart brengen van kustlijnen en voor het opsporen van slecht weer.
  • Texas Instruments OR-89 Forward Looking Infrared (FLIR) uitschuifbare radar met 3x-zoomcapaciteiten.
  • IBM AN/ALR-47 Electronic Support Measure (ESM) zendlocatiesysteem met ontvangerpods aan de vleugeltips voor het opsporen en vastleggen van onbekende radarsignalen.
  • Afwerpmogelijkheid voor 60 sonoboeien van allerlei types die via een AN/ARS-2-sonoboei-ontvanger (SRX) worden uitgeluisterd. Ook kunnen speciale boeien voor communicatie met onderzeeboten, rookmarkering en SAR-markeringen (search en rescue) worden gebruikt.
  • Texas Instruments AN/ASQ-81 Magnetic Anomaly Detector (MAD) waarmee middels een intrekbare staartboom ondergedoken onderzeeboten werden gelokaliseerd.
  • Het gehele ASW-pakket was gekoppeld aan de digitale processor van de Univac 1832 (AN/AYK-10); een verbetering van de Univac 1831 die aan boord van de Lockheed P-3 Orion werd gebruikt.

V.w.b. overige uitrusting beschikte het toestel voor de korte afstand over een aantal UHF-radio’s en een lange-afstands-HF-radio met encryptie en radiodatalinkmogelijkheden. Het toestel was standaard uitgerust met een autopilotsysteem en Identification Friend or Foe-systeem (IFF). Lange-afstandsnavigatie verliep met het Litton AN/ASN-92 inertial navigation system (INS) aangevuld met een TACAN radiobaken-navigatiesysteem en een Doppler-navigatieradar. Het toestel beschikte over een radargeleide hoogtemeter en een automatisch vliegdeklandingssysteem.

Omdat de Viking geen interne bewapening had kreeg hij een wapenruim aan weerszijden van de romp. Dit kon een totaalgewicht van 2200 kilo aan bommen, mijnen, dieptebommen of zelfzoekende torpedo’s bevatten. Ook kon extern in pylons naast iedere motor 680 kilo aan ongeleide raketten, clustermunitie, elektronische apparatuur of 1135 liter brandstof worden meegenomen. Ook konden multiple ejector racks (MERs) worden gemonteerd waarmee drie mijnen of bommen op elke pylon werden vervoerd.

Versies

Naast de standaard S-3A volgde een upgrade tot

S-3B; deze bezat een verbeterd akoestisch detectiesysteem, nieuwere sonorboeien, een verbeterde radar en de AGM-84 Harpoon (anti-schipraket). De meeste A-modellen werden omgebouwd tot de B-standaard. En vanaf 1984 werd alleen nog het B-model gevoerd.

Ook was er een transportmodificatie voor lading en personeel beschikbaar voor carrier on-board delivery (COD), de Lockheed US-3A. Bij dit toestel waren diverse systemen verwijderd en vervangen door een navigatieradar en een LORAN-Omega-navigatiebakenontvanger. De Senso- en Taccoplaatsen werden verwijderd en vervangen door die van een loadmaster. De US-3A kon 6 personen en 2125 kilo lading meenemen.

Vanaf 1977 was er een toestel ten behoeve van elektronische oorlogvoering beschikbaar, de ES-3A Shadow. Vanaf 1979 kwam de tankerversie KS-3A beschikbaar. Alle wapensystemen en sensoren waren verwijderd en vervangen door een tank in elk bommenruim, een externe tank onder elke vleugel en 2 interne slangvoorzieningen. De KS-3A kon totaal 16588 liter brandstof meevoeren.

Bronvermelding

  • ENCYCLOPEDIA OF WORLD MILITARY AIRCRAFT, edited by David Donald & Jon Lake, Barnes & Noble, 2000
  • Lockheed S-3 Viking & ES-3A Shadow" by Brad E. Elward, WORLD AIR POWER JOURNAL, Volume 34 / Fall 1998, 48:97.
Zie de categorie Lockheed S-3 Viking van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.