Lepelstraat (Amsterdam)

De Lepelstraat is een ultrakort straatje in Amsterdam-Centrum.

Lepelstraat
Oneven zijde van de Lepelstraat met muurschildering (januari 2020)
Geografische informatie
Locatie      Amsterdam
StadsdeelAmsterdam-Centrum
WijkWeesperbuurt
BeginOnbekendegracht
EindWeesperstraat
Lepelstraat even zijde (januari 2020)
Muurschildering (januari 2020)

Geschiedenis en ligging

De in Amsterdam vrijwel onbekende straat komt al voor op oude stadsplattegronden uit de 17e eeuw. Stadsarchitect Daniël Stalpaert tekende de straat op zijn stadsontwerp van 1662 en ook het ontwerp van de Vierde uitleg van 1679 laat hier een straat zien ter hoogte van de Amstelsluizen in de Amstel. Er is dan nog weinig invulling aan de bebouwing aangegeven. Waarschijnlijk lag het toen op een equivalent van een industrieterrein, nabij lagen de Stads Hout Tuinen. De straat was toen nog een zijstraat van de Weesperstraat en kreeg de naam Weesperdwarsstraat (een parallel vernoeming als bij Utrechtsestraat en Utrechtsedwarsstraat). Met de woningnood eind 19e eeuw werden industrieën verder de stad uitgedreven en kwam er woningbouw. De straatnaam komt al voor in de Alphabetische lijst van al de grachten, straten etc. binnen Amsterdam ten behoeve van het kantongerecht uit 1838 en ook Jan/Johannes Ter Gouw noemde de Lepelstraat al in zijn boekwerk Amsterdam uit 1865, als zijnde de straat tussen de Weesperstraat en een vuilnisbelt. Het is onbekend waar de straat naar vernoemd is, men vermeldt dat de straat vermoedelijk vernoemd is naar een gevelsteen, die hier ooit een gevel sierde.

De straat werd in de loop der jaren verlengd tot zij de volle lengte tussen de Onbekendegracht en de Roetersstraat bereikte, dit werd op 26 juni 1889 per raadsbesluit vastgesteld. Na de naamgeving kwamen steeds meer gegoede Joden hier wonen, vertrokken uit de Jodenbuurt rondom de Jodenbreestraat, waar de woningen overvol en vervallen waren. Op het hoogtepunt was van de bewoners van de straat circa 75 % aanhanger van het Joodse geloof. Dat het dichtbevolkt was blijkt voorts uit het feit dat er in 1903 een openbare werk- en leerschool kwam voor meisje op nummer 17 en een openbare school voor voortgezet lager onderwijs. Tijdens het nazi-regime gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de Joodse bevolking middels razzia's bijeengedreven en verwijderd. De schrijfster Marga Minco noemde de Jodenvervolging in haar boek Het bittere kruid, die ze schreef vanuit de ik-persoon. Door de verlatenheid en houtroof stortten sommige van de gebouwen in, zoals een foto in het Stadsarchief van Amsterdam van juni 1945 laten zien.[1]

De stad krijgt te lijden onder het toenemende verkeer op de Weesperstraat; die moest 18 meter breed worden, hetgeen inhield dat een deel van de bebouwing aan de Lepelstraat ten prooi valt aan sloop. Die verbreding van de Weesperstraat zorgde ervoor dat de straat in tweeën geknipt werd. Het traject werd in 1980 opnieuw vastgesteld. De straat reikt dan vanaf de Onbekende Gracht niet verder dan de Weesperstraat. De “straatresten” aan de andere zijde van de Weesperstraat kregen de naam van Lepelkruissstraat en Korte Lepelstraat, inderdaad nog korter van de Lepelstraat. In 1983 is er nog een open verbinding en de vorm van een groenstrook, in de volksmond Lepelpleintje. Als even later de westzijde van de Weesperstraat wordt bebouwd komt ook die verbinding te vervallen; er is alleen nog een onderdoorgang, die uitsluitend bereikbaar is via een verhoogd aangelegd speelveld.

Inwoners van de straat kijken aan de westkant uit op de achtergevel van Theater Carré, die in niets doet denken aan de voorgevel van het rijksmonument.

Amsterdam kent ook een Plantage Lepellaan. Deze ligt in het verlengde van de oude Lepelstraat aan de overzijde van de Plantage Muidergracht.

Gebouwen

Huisnummers lopen op van 1 tot en met 56, maar de oneven nummering gelegen aan de noordkant stokt bij 15. Er is geen bijzondere bebouwing aanwezig, noch gemeentelijk monument, noch rijksmonument.

Kunst

De straat is relatief nauw en kort. Er is geen plek voor kunst in de openbare ruimte. Op de kopse kant van de noordelijke bebouwing is een muurschildering te zien. Op verzoek van Woningbouwvereniging Ons Huis zette Gijs Geleijnse in 1982 een metershoge muurschildering van een punkmeisje in korte broek en leren jack met het opschrift Johnny Rotten; een schildering die ook in 2020 nog te zien is. Het speelveldje kende enig straatmeubilair van architect Aldo van Eyck, daarvan zijn na alweer een vernieuwing alleen de betonnen zitjes overgebleven.

Speelveld Lepelstraat met zitjes van Aldo van Eyck (januari 2020)

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.