Laurent-Désiré Kabila

Laurent-Désiré Kabila (Ankoro, 27 november 1938Kinshasa, 16 januari 2001) was van 1997 tot zijn gewelddadige dood in 2001 president van de Democratische Republiek Congo.

Laurent-Désiré Kabila
GeborenAnkoro, 1938
OverledenKinshasa, 16 januari 2001
PartijADFL
Ambtstermijn17 mei 199716 januari 2001
VoorgangerMobutu Sese Seko
OpvolgerJoseph Kabila
Portaal    Politiek

Biografie

Hij behoorde tot de Luba-bevolkingsgroep uit Katanga. In de jaren zestig studeerde Kabila in Frankrijk en werd een overtuigd marxist en een aanhanger van Patrice Lumumba en Pierre Mulele. Begin 1964 startte Mulele met zijn Nationale Bevrijdingsraad (NLC) een gewapende strijd in Kwilu. Kabila volgde drie maanden later en begon met zijn vriend Gaston Soumialot de Simba-opstand in het gebied rond Uvira in Oost-Zaïre. In 1965 vocht Che Guevara aan de zijde van Laurent Kabila. Van alle Congolese maquisards die Che Guevara in Congo hielpen was hij degene die bij Che het hoogst in aanzien stond, al was Che niet erg te spreken over hun kwaliteiten.

Eind 1965 mislukte de Simba-opstand en werd de NLC verslagen. Hierna ging Kabila over tot het smokkelen van goud en tropisch hout via het Tanganyika meer. Hij baatte ook een bar en een bordeel uit in Tanzania.

Twee jaar later richtte Kabila de Revolutionaire Volkspartij (PRP) op en vanuit haar basis in de bergen rond Fizi en Baraka voerde de militaire vleugel onder leiding van Kabila achttien jaar strijd tegen het bewind van Mobutu Sese Seko. Na een offensief van het Zaïrese leger eind 1984 werd de PRP verdreven en Kabila verdween.

In oktober 1996 vielen Rwandese en Oegandese milities het toenmalige Zaïre binnen en begon de Congolese Burgeroorlog. Het volk steunde de opstand omdat het Mobuturegime zo gehaat werd. Kabila's RVP fuseerde met drie of vier andere grote verzetsbewegingen tot de ADFL, waardoor de inval een binnenlands karakter kreeg. Kabila, aanvankelijk een woordvoerder van de ADFL, slaagde erin de controle te verwerven over de beweging. De oorspronkelijke aanval tegen de Interahamwe die de controle hadden over de vluchtelingenkampen in de Kivu groeide uit tot opstand tegen Mobutu vanuit Congolees perspectief en een genocide tegen vluchtende Hutu-milities vanuit Rwanda. In mei 1997 vluchtte Mobutu weg uit Zaïre en op 17 mei riep Kabila zich uit tot president van de Democratische Republiek Congo.

Kabila's presidentschap bracht geen democratie en voorspoed in Congo. Mensenrechtenorganisaties berichtten over voortgaande wreedheden tegen Hutu's en andere schendingen van de mensenrechten, waaronder de vervolging van politieke opposanten. In 1998 verbraken Oeganda en Rwanda hun contacten met Congo en trokken hun militaire steun in. De ontevredenheid over Kabila's regime nam toe en er ontstond een burgeroorlog. Hierbij vielen Rwandese en Oegandese milities opnieuw Congo binnen, maar nu tegen Kabila. Ook nu werd de buitenlandse inval snel opgesmukt met een inderhaast opgericht Congolees leger, het Rassemblement congolais pour la démocratie. Maar in tegenstelling tot de gebeurtenissen van 1996-1997 kon niemand de overhand halen en eindigde de oorlog in een patstelling.

Op 16 januari 2001 kwam Kabila tijdens een mislukte staatsgreep om het leven. Een van zijn lievelingskindsoldaten, Kasereka Rachidi, schoot hem neer in zijn bureau in het Palais de Marbre, het marmeren paleis[1] gebouwd door Mobutu Sese Seko. De dader werd door een paleiswacht gedood. Vier andere medeplichtigen werden aangehouden.

Zijn zoon, Joseph Kabila, volgde hem op.

Zie de categorie Laurent-Désiré Kabila van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Voorganger:
Mobutu Sese Seko
President van de Democratische Republiek Congo
1997-2001
Opvolger:
Joseph Kabila
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.