Lork
Lork (Larix), larix of lariks[1] is een geslacht van coniferen. Het geslacht is het enige algemeen in West-Europa voorkomende geslacht dat in de winter zijn naalden laat vallen. Larix komt voor in de koelere gematigde streken op het noordelijk halfrond. De bomen worden zo'n 15-30 m hoog, hebben een open kroon en knobbelige takken. De kleine naaldachtige bladeren zijn in de lente eerst heldergroen, worden dan zachtgroen en in de herfst kleuren ze fel geel-oranje.
Larix | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Europese lork (Larix decidua) | ||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||
| ||||||||||||
Geslacht | ||||||||||||
Larix Mill. (1754) | ||||||||||||
De stijl (rechtopstaande balk) is van larixhout | ||||||||||||
Heklatten van Siberische larix | ||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||
Larix op | ||||||||||||
|
Beschrijving
De twijgen kennen twee vormen: de lange loten en de dwergloten. Aan de lange loten van 10-50 cm staan de naalden (bladeren) solitair, aan de dwergloten van 2 tot 5 mm staan ze in dichte bundels van tien tot twintig stuks.
De mannelijke kegels verschijnen net even eerder dan de bladeren en bestaan uit dichte bundels gelige meeldraden.
De schubbige vrouwelijke kegels groeien verticaal aan de lange loten. Eerst zijn ze groen, rood of paars van kleur; na bevruchting rijpen ze in ongeveer een halfjaar tot grauwbruine frommelige kegeltjes van 1-5 cm groot.
Soorten
- geslacht Larix of Lork (Larix)
- Euro-Azische larix
- Europese lork (Larix decidua)
- Aziatische larix (Larix gmelinii)
- Larix gmelinii var. gmelinii
- Larix gmelinii var. japonica
- Larix gmelinii var. principis-rupprechtii
- Larix gmelinii var. olgensis
- Russische larix (Larix sukaczewii)
- Siberische larix (Larix sibirica)
- Larix cajanderi
- Japanse lork (Larix kaempferi)
- Larix potaninii
- Chinese lork (Larix potaninii var. chinensis)
- Australische lork (Larix potaninii var. australis)
- Larix himalaica
- Larix mastersiana
- Larix speciosa
- Larix griffithii
- Larix kongboensis
- Amerikaanse larix
- Larix laricina
- Larix lyallii
- Larix occidentalis
- Fossiele soort
- Euro-Azische larix
De Europese lork (Larix decidua) komt van nature voornamelijk voor in de Alpen en de Karpaten, nabij de boomgrens, maar wordt in sommige tuinen en parken ook aangeplant als sierboom. De in de Nederlandse bossen voorkomende larix is meestal een kruising van deze Europese larix met de Japanse larix (Larix kaempferi). De kruising Larix × marschlinsii (synoniem: Larix × eurolepis) groeit bijzonder snel en is dus geschikt voor de bosbouw en als houtleverancier.
De Siberische taiga wordt voor een belangrijk deel beheerst door twee soorten: de Siberische larix (Larix sibirica) in West-Siberië en de Aziatische larix (Larix gmelinii) in Oost-Siberië.
Hout
Larixhout, dikwijls ook lorkenhout genoemd, is duurzaam, watervast en sterk. Het is de meest duurzame Europese naaldhoutsoort. Het wordt onder andere gebruikt voor omheiningen, als bouwhout (zowel binnen als buiten), en voor scheepsrompen. Het kernhout is donker-roodbruin en tekent zich scherp af tegen het bleekbruine spinthout.
Eigenschappen[2]
- Duurzaamheidsklasse : III kernhout, V spinthout
- volumieke massa : Lork 600, Douglas 550, Vuren 450 kg/m³
- buigsterkte : Lork 94, Douglas 85, Vuren 71 N/mm²
- druksterkte : Lork 54, Douglas 55, Vuren 45 N/mm²
- treksterkte : Lork 101, Douglas 94, Vuren 85 N/mm²
- Radiale krimp : Lork 0,6 - 0,7 %, Douglas 0,8 - 1,2 %, Vuren 0,8 - 0,9 %
- Tangentiale krimp : Lork 0,9 - 1,3 %, Douglas 1,3 - 1,9 %, Vuren 1,5 - 2 %
- Werken : Lork 1,5 - 2 %, Douglas 2,1 - 2,3 %, Vuren 2,3 - 2,9 %
Ziekten
Als in de omgeving van een larix populieren staan, kan hij aangetast worden door de roest Melampsora larici-populina.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Soorten van het geslacht Larix (lariks of lork) | |
---|---|
... · L. decidua (Europese lork) · L. gmelinii (Aziatische lariks) · L. griffithii · L. kaempferi (Japanse lariks) · L. olgensis · L. sibirica (Siberische lariks) · ... |
Geslachten van de familie Pinaceae (Dennenfamilie) | |
---|---|
... · Abies (Zilverspar) · Cedrus (Ceder) · Larix (Lork) · Picea (Spar) · Pinus (Den) · Pseudotsuga (Douglasspar) · Tsuga (Hemlockspar) · ... |