Land van Putten

Het Land van Putten was een baljuwschap binnen het voormalige graafschap Holland.

Het land van Putten heeft nooit tot de vier baljuwschappen behoord, die omstreeks 1250 werden ingesteld door de graaf van Holland. Mogelijk had het een gebied aan autonome status, maar daar is weinig over bekend. Het gebied lag niet alleen op het huidige eiland Putten.

De volgende ambachtsheerlijkheden behoorden tot het baljuwschap:

I. Putten binnen en buiten de ringdijk

1. Geervliet (stad)
2. Spijkenisse met de polder Braband
3. Hekelingen met de polder Vriesland
4. Simonshaven en Schuddenbeurs
5. Biert met de polders Oud-Stompaard en Nieuw-Stompaard
6. Zuidland met Velgersdijk

II. Putten over de Maas

1. Goudswaard
2. Piershil
3. Poortugaal
4. Hoogvliet
5. Pernis
6. 's-Gravenambacht en Heide
7. Lokhorsterland of Oud- en Nieuw-Engelenad
8. Langbakkersoord met Smalland en Deifelbroek
9. Charlois
10. Katendrecht

III. Putten over Flakkee:

1. Ooltgensplaat en den Bommel
2. Stad aan 't Haringvliet

Tot het land van Putten werden verder de hoge heerlijkheden Middelharnis, Rhoon met Pendrecht en Albrandswaard met de Kijvelanden gerekend. De hoge heerlijkheden vielen niet onder het gezag van de baljuw.