Kritisch denken

Kritisch denken is een vaardigheid die aangeleerd en gebruikt kan worden om te beslissen of een bewering waar, gedeeltelijk waar, of fout is en of een redenering geldig is.[1] Het biedt handvatten om de natuurlijke aanleg iets te geloven te beteugelen en onlogische redeneringen en denkfouten te herkennen en voorkomen.

Geschiedenis en etymologie

Het woord 'kritisch' is afkomstig van het griekse woord kriterion, dat norm betekent. Het verwijst ook naar het griekse woord 'kriticos', dat in staat om te onderscheiden betekent.

Kritisch denken is waarschijnlijk al zo oud als de mensheid. Boeddha (voornamelijk in de Kalama Sutta en de Abhidharma) en Socrates gebruikten al kritische vragen om te bepalen of op autoriteit gebaseerde kennis rationeel, helder en logisch consistent kan worden gerechtvaardigd.

De discipline van het kritisch denken werd sterk beïnvloed door de opkomst van de moderne wetenschappen. Van Galileo Galilei is bekend dat hij van het autoriteitsargument van de oude Griekse filosofen en overging tot empirisch onderzoek. Later kreeg de methode meer vaste vorm naar aanleiding van de successen die de wetenschappen boekten. Vooral de filosoof Karl Popper was onder de indruk van de inzichten uit de relativiteitstheorie en de kwantummechanica die een aantal oude paradigma’s onderuithaalden. Dat deed hem nadenken over hoe echte kennis van foute kennis kan onderscheiden worden, wat leidde tot zijn formulering van het demarcatiecriterium. Poppers ideeën werden later door andere filosofen waaronder Willard Van Orman Quine bekritiseerd omdat een theorie nooit alleen staat.

Betekenis

Kritisch denken verduidelijkt doelen, onderzoekt aannames, onderscheidt verborgen waarden, evalueert het bewijs, volbrengt acties en beoordeelt de conclusies.

"Kritisch" zoals gebruikt in de uitdrukking "kritisch denken" impliceert het belang of de centrale plaats van het denken over een probleem, een vraag of een aandachtspunt. "Kritisch" betekent in deze context niet "afkeuring" of "negatief". Kritisch denken kan toegepast worden in een zeer breed gebied waaronder het formuleren van een werkbare oplossing voor een complex persoonlijk probleem of beraadslagen als groep over hoe te handelen of het analyseren van de veronderstellingen en de kwaliteit van de gebruikte methodes om wetenschappelijk tot een redelijke mate van vertrouwen in een bepaalde hypothese te komen. Het heeft ook zijn toepassing in de juridische wereld zoals bij het analyseren van een misdaad, in de geneeskunde en in de opinievorming.

Uitgangspunten en houdingen

Bereidheid om zichzelf te bekritiseren

Bij het kritisch denken is men bereid om zijn eigen redeneringen kritisch te evalueren en zijn overtuigingen te herzien wanneer de hiervoor noodzakelijke argumenten zich aanbieden. Het is hierbij van cruciaal belang om de eigen overtuigingen voortdurend ter discussie te durven stellen.

De focus ligt op het aanleren en het ontwikkelen van de intentie om naar waarheid te zoeken, een open geest te hebben, systematisch, analytisch, nieuwsgierig zijn, vertrouwen hebben in redeneren, en voorzichtig te zijn in het trekken van conclusies. Anders liggen diverse vormen van zelfbedrog en geslotenheid van geest op de loer, zowel individueel als collectief.[2]

Reflectief denken

Kritisch denken is gebaseerd op zelfcorrigerende concepten en principes, niet op hard en snel, maar op stap-voor-stapprocedures.[3] Het leidt dus niet naar absolute zekerheden, maar het is een voortschrijdend proces waarbij men steeds dichter bij de waarheid komt (zie het demarcatieprobleem).

Competentie

Kritisch denken is niet alleen een kwestie van logica (formele logica of, veel vaker, informele logica), maar ook van zaken als duidelijkheid, geloofwaardigheid, nauwkeurigheid, precisie, relevantie, diepte, breedte, betekenis en billijkheid.

Floris van den Berg stelt dat kritisch denken geholpen wordt door een aantal factoren: kennis van de randvoorwaarden, wetenschappelijke opleiding, begrip van de psychologie (cognitieve vooringenomenheden), scepticisme, kennis van de filosofie, retoriek, algemene rationaliteit, moed (om te denken) argumentatietheorie, logica en rekenvaardigheid.[4]

Onderzoek

Daniel Kahneman heeft samen met Amos Tversky onderzoek gedaan naar de rationaliteit van het menselijke denken. Kahnemen en Tversky stelden vast dat rationeel denken niet in de natuur van de mens zit[5]. Volgens Kahneman bestaat de gedachtewereld van de mens uit twee systemen. Hij spreekt van een systeem 1 en een systeem 2. Systeem 1 is de snelle, intuïtieve methode die vanzelf komt en je niet aan of af kan zetten. Over het algemeen werkt dit systeem zeer goed, maar voor complexe problemen faalt het omdat het vooral gebaseerd is op patroonherkenning. Systeem 2 is het tragere bewuste proces dat je bijvoorbeeld gebruikt om een complexe vermenigvuldiging op te lossen. Het is lastig en vereist discipline. Hun bevindingen tonen het belang aan van goede technieken om kritisch te denken.[6]

In het onderwijs

Kritisch Denken is tevens een Engels onderwijsproject voor het ontwikkelen van denkvaardigheden. Centraal staat het ontwikkelen van een vragende houding. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het stellen van vragen om betekenis en definities te leren; het onderzoeken van stellingen en de kwaliteit van argumenten; en het herkennen van vooronderstellingen, uitgangspunten, stereotyperingen, emoties, en waarden.[7]

De filosoof John Dewey is slechts een van de vele educatieve leiders die erkende dat een curriculum gericht op het opbouwen van denkvaardigheden niet alleen voor de individuele leerling voordelig zou zijn, maar voor de gemeenschap en de hele democratie.

De sleutel tot het zien van de betekenis van kritisch denken in de wetenschap ligt in het begrijpen van de betekenis van kritisch denken bij het leren. Er zijn twee fasen in het aanleren van deze materie. De eerste treedt op wanneer leerlingen (voor het eerst) mentaal de fundamentele ideeën, principes en theorieën die inherent zijn aan de inhoud, opbouwen. Dit is een proces van internalisering. De tweede vindt plaats wanneer leerlingen effectief gebruikmaken van deze ideeën, principes en theorieën wanneer ze relevant worden voor het leven van de leerlingen. Dit is een proces van toepassing.

De rol van de leraar die het kritisch denken cultiveert staat in het teken van het bevorderen van een kritische kijk. Dit betekent dat van de student wordt verlangd dat die intellectueel betrokken en zelfdenkend is, en zelf kennis vergaart. De docent daagt de student uit met vragen die reflectie bevorderen en motiveert de student om zich de belangrijkste begrippen en principes die ten grondslag liggen aan het onderwerp eigen te maken.

Studenten die in 2016 of later zijn gestart in het middelbaar beroepsonderwijs krijgen verplicht expliciet onderwijs in deze thematiek.

Zie ook



This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.