Koning Boudewijnpark

Het Koning Boudewijnpark is een park gelegen in de Brusselse gemeente Jette. Het is een wijkpark met een recreatieve functie in de Molenbeekvallei.[1]

Koning Boudewijnpark
Uitgediepte siervijver met ponton en watervogels
LocatieJette / Ganshoren
Coördinaten50° 53 NB, 4° 19 OL
Opening100 ha
BeheerderBrussels instituut voor milieubeheer
Detailkaart

Portaal    Brussel

In het park ligt de Romeinse villa van Jette.

Oorsprong

Ongebruikt deel van de N9f in Zellik, aangelegd met 2x2 profiel.
Einde van de N9f op de grens van het Vlaamse en het Brusselse Gewest (Zellik / Ganshoren).

Oorspronkelijk werd er een snelweg gepland door het gebied, die de huidige omleiding met snelwegprofiel van de N9 in Zellik zou verbinden met de De Smet de Naeyerlaan in Jette.[2] In de jaren zeventig werd op grondgebied van de toenmalige gemeente Zellik effectief gestart met de aanleg van deze weg. In 1977 besliste de gemeente Jette echter om een park in de Molenbeekvallei aan te leggen.[1] Dit park zou het Laarbeekbos, de moerassen van Jette en Ganshoren, het Poelbos, het Dielegembos en de Heilig-Harttuin met elkaar moeten gaan verbinden. Met de afwerking van de derde fase van het Koning Boudewijnpark in 1989 werd dit streefdoel effectief gerealiseerd. Door al deze groene ruimtes te verbinden wilde men een noordelijke tegenhanger creëren voor het Terkamerenbos en het Zoniënwoud in het zuiden en de parken in de Woluwevallei in het oosten van Brussel. Omdat het op een grote opdracht ging, werd het project uitgevoerd door het Brussels Gewest. Deze kocht alle terreinen op die noodzakelijk waren voor de realisatie van dit park omstreeks 1980. Naar aanleiding van de 150ste verjaardag van de Belgische monarchie in 1980 werd het park vernoemd naar koning Boudewijn. Aanvankelijk bestond het plan om in het park een groot tentoonstellingscomplex voor bloemen te realiseren, de zogenaamde Brusselse Floraliën, maar dit plan stootte op heftig verzet en werd daarom nooit gerealiseerd. De drieste manier waarop het park werd aangelegd en de exorbitante kostprijs van het park leidde tot heel wat ongenoegen in de media en bij buurtbewoners.

Het park

Eerste fase

De eerste fase werd gerealiseerd van 1979 tot 1981. Dit deel van het park omvat de Heilig-Harttuin en werd uitgebreid met het laagst gelegen deel van de Molenbeekvallei. Het gaat om een klassiek landschapspark gedeeltelijk gebaseerd op de oorspronkelijke plannen van architect en burgemeester Bonaventure in 1815.[1] De aanwezige vijver is het laatste overblijfsel van de visvijver van de watermolen van de Abdij van Dielegem.[1]. Er was in 1979 heel wat verontwaardiging over de manier waarop dit deel van het park werd aangelegd: bomen uit het voormalige kloosterdomein werden gerooid zonder vergunning en bij de Wemmelse steenweg werden twaalf huizen onteigend. In maart 1979 werd zelfs een betoging georganiseerd uit protest tegen de gang van zaken. BRAL, de Brusselse Raad voor het Leefmilieu, stelde een klachtenbundel op over drieste manier waarop hier werd te werk gegaan. Uiteindelijk werd de eerste fase plechtig geopend op 21 maart 1981.

Tweede fase

De tweede fase bevindt zich tussen de Eugène Toussaintstraat en de Tentoonstellingslaan. Bij de aanleg in 1983 kwam er veel kritiek omdat het oorspronkelijke natuurlijke landschap verdween voor een kunstmatige aanleg. In 1992 werd hieraan tegemoetgekomen door een meer natuurlijke aanleg.[1]

Derde fase

De derde fase maakt de verbinding tussen de eerder gerealiseerde delen van het park en het Laarbeekbos, Poelbos en het Moeras van Ganshoren. De chalet van Laarbeek, in 1908 opgetrokken in neonormandische stijl, ging deel uitmaken van het meer formele deel van het park en huist vandaag een restaurant. Verder zijn er nog weiden, een boomgaard, groentetuinen en bewerkte velden. Ook het moeras van Jette maakt deel uit van de derde fase van het Koning Boudewijnpark en ligt ten zuiden van de Kleine Sint-Annastraat en ten oosten van spoorlijn 60, die het scheidt van het moeras van Ganshoren.[2] Door de aanleg van de spoorweg in 1881 bleef het moeras lange tijd gespaard van bebouwing en vormde het een natuurlijke oase binnen de stedelijke ontwikkeling. Sinds 1955 ging het moeras sterk verdrogen door de afleiding van veel beken naar een afvalwatercollector. Eind jaren 70 werd het opgenomen in het project van het Koning Boudewijnpark. De drainagecollectoren werden verwijderd en de vijver keerde terug.[3]

Bescherming

In elke van de drie delen van het park zijn gedeeltes beschermd als Natura 2000-gebied.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.