Klaus Egge

Klaus Egge (Gransherad, 19 juli 1906Oslo, 7 maart 1979) was een Noors componist.

Levensloop

Egge groeide op in de provincie Telemarken als zoon van een onderwijzer. Hij kreeg zijn muzikale opleiding bij Arild Sandvold (orgel) en Gustav Fr. Lange (muziektheorie) aan het conservatorium in Oslo, waar hij in 1929 afstudeerde als organist. Compositietechniek studeerde hij bij Fartein Valen. Hij studeerde vervolgens van 1937 tot 1939 bij Walter Gmeindel in Berlijn aan de Hochschule für Musik.

Van 1935 tot 1938 was hij muziekcriticus van het blad Tonekunst en sedert 1945 bij het dagblad Arbeiderbladet.

Naast zijn werk als componist en muziekpublicist had Egge ook tal van bestuursfuncties binnen allerlei instanties in de Noorse muziekwereld. Hij was voorzitter van de Norsk Komponistforening (van 1945 tot 1972), de Staatsmuziekraad en het Nationale Muziekcomité. Vanaf 1949 genoot hij een staatsstaatsstipendium. In 1953 werd Egge benoemd tot lid van de Zweedse Kungliga Musikaliska Akademie. In 1972 kreeg hij voor zijn werk de ereprijs van de Noorse cultuurraad. In 1977 werd hij onderscheiden als Commandeur in de Orde van Sint-Olaf en later ook met de Orde van de Valk.

Werk

Gedurende zijn muzikale leven doorliep hij drie stijlperioden. Tijdens de eerste, tot 1938, componeerde hij in een vrije stijl, die wel binnen de tonaliteit bleef en gebaseerd was op de Noorse volksmuziek. Daaraan voegde Egge tetrachorden toe. In de tweede periode bouwde hij dit uit op een meer klassieke wijze met gebruikmaking van contrapunt. De aard van de volksmuziek kwam weer bovendrijven in zijn derde periode na 1948, maar hij gebruikte daarbij steeds meer contrapunt en paste ook het twaalftoonsstelsel toe, voor het eerst in 1967 bij de 4e symfonie.

Zijn meest uitgevoerde werken zijn de vijf symfonieën, de drie pianoconcerten, het vioolconcert, de ouverture Tårn over Oslo (De toren boven Oslo)[1] en het celloconcert.

Oeuvre

OpusJaar voltooiingVolledige titelGenre
opus 11927Twee stukken voor pianokamermuziek
opus 21931Groenlandliederen (3)
opus 31932Sonate voor viool en piano nr. 1kamermuziek
opus 41933Pianosonate nr. 1kamermuziek
opus 51933; rev.1963Strijkkwartet nr. 1kamermuziek
opus 6onbekend
opus 7onbekend
opus 8onbekend
opus 91937; rev.1974Pianoconcert nr. 1concert
opus 10onbekend
opus 111940Sveinung Vreimtekst Hans Henrik Holm
opus 121939Drie stukken, waaronder de Hallingfantasiekamermuziek
opus 131939Blaaskwintet nr. 1kamermuziek
opus 141940Trio voor viool, cello, pianokamermuziek
opus 151941Fjell-NorigHooglied voor sopraan/orkest
opus 161941-1942Noreg-songenliederen uitgegeven in 1952
opus 171941-1942Symfonie nr. 1 Lagnadstonarorkest
opus 181944Draumar i Stjernesnøtekst H.H. Holm
opus 191942Elskhugskvedetekst Tore Ørjasæter
opus 20onbekend
opus 211944Pianoconcert nr. 2 Symfonische variaties en fuga op basis van een Noors volksmelodieconcert
opus 221947Symfonie nr. 2 Sinfonia giocosaorkest
opus 231950Duo concertante voor viool en altvioolkamermuziek
opus 24onbekend
opus 251950Ballet Fanitullen
opus 261953Vioolconcertconcert
opus 271959Pianosonate nr. 2 Pathétiquekamermuziek
opus 281958Symfonie nr. 3 Louisville Symphonyorkest
opus 291966Celloconcertconcert
opus 301967Symfonie nr. 4 Sinfonia seriale sopra BACH-EGGEorkest
opus 311969Symfonie nr. 5 Sinfonia dolce quasi passagacliaorkest
opus 321973Pianoconcert nr. 3concert
opus 331974Sonate voor harpkamermuziek
opus 341976Blaaskwintet nr. 2kamermuziek
Vele liederen

Bibliografie

  • Harald Herresthal: Norwegische Musik von den Anfängen bis zur Gegenwart, 2. Ausgabe, Oslo: Norsk Musikförlag, 1987, 120 p.
  • Nils Grinde: Contemporary Norwegian music 1920-1980, Oslo: Universitetsförlaget, 1981.
  • Nils Grinde: Norsk Musikkhistorie : Hovedlinjer i norsk musikkliv gjennom 1000 ar, Oslo: Universitetsförlaget, 1981, 417 p.
  • Idar Karevold: Klaus Egge : en kraft i norsk musikkliv, in: Musikrevy. 36 (1981), pp. 89–90.
  • Bjarne Kortsen: Contemporary Norwegian music - A bibliography and discography, Bergen: Kortsen, Bjarne, 1980.
  • Berit Leinum: Klaus Egges to klaversonater, Studia musicologica Norvegica. 4 (1978), pp. 61–115.
  • Kjell Bækkelund: Norske komponister: Conrad Baden, Antonio Bibalo, Bjarne Brustad, Edvard. Fliflet Bræin, Klaus Egge, Eivind Groven, Egil Hovland, Olav Kielland, Johan Kvandal, Finn Mortensen, Arne Nordheim, Knut Nystedt, Carl Gustav Sparre Olsen, Øistein Sommerfeldt, Harald Sæverud, Gunnar Sønstevold, Geirr Tveitt, Oslo: Tiden, 1977. 190 p.
  • Klaus Egge – de store formenes komponist, Festskrift til Klaus Egges 70-årsdag, Drammen, 1976.
  • Arne Nordheim: Klaus Egges nye symfoni. Et blikk i partituret, in: Dansk Musiktidsskrift. 34 (1959), S. 249-252.
  • Ingmar Bengtsson: Modern nordisk musik: Fjorton tonsättare om egna verk
  • Hampus Huldt-Nystrøm: Klaus Egge : Komposisjoner, Lyche, 47 p.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.