Karl Brandt
Karl Brandt (Mülhausen (tegenwoordig Mulhouse), 8 januari 1904 - Landsberg am Lech, 2 juni 1948) was een Duitse arts en oorlogsmisdadiger.
Karl Brandt
| ||||
Geboren | 8 januari 1904 Mülhausen, Elzas-Lotharingen, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 2 juni 1948 Landsberg am Lech, Gevangenis van Landsberg | |||
Rustplaats | Gecremeerd: as verspreid op een geheime plek.[1] | |||
Land/zijde | Flensburgregering | |||
Onderdeel | ||||
Dienstjaren | 1932 - 1945 | |||
Rang | SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS | |||
Eenheid | ||||
Bevel | Reichskommissar voor de gezondheid en gezondheidszorg Persoonlijke arts van Adolf Hitler | |||
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog | |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
Hij was de persoonlijke lijfarts van Adolf Hitler en vanaf 1939 het hoofd van het T-4-euthanasieprogramma van de nazi's. Hij was ook rijkscommissaris voor de gezondheid en gezondheidszorg.
De "genadedood" - met dit eufemisme omschreven de politieke leiders van het Derde Rijk de liquidering van volgens hen "inferieure mensen": geestelijk en lichamelijk gehandicapten, blinden en doven, dorpsgekken én kinderen.
Dit kon vanzelfsprekend niet zonder de gestructureerde grootschalige medewerking van talrijke wetenschappers en artsen. Van december 1946 tot augustus 1947 stonden in Neurenberg dan ook 23 nazidokters terecht in een geruchtmakend tribunaal. Spilfiguur was Hitlers lijfarts dr. Karl Brandt.
Levensloop
Brandt was officierszoon. In zijn jonge jaren gold de evenals hijzelf uit de Elzas afkomstige zendeling-arts Albert Schweitzer als zijn grote voorbeeld. Brandt werd dokter in 1928, lid van de NSDAP in 1932, lid van de SA in 1933 en lid van de SS in 1934. In 1943 kreeg hij de rang van majoor-generaal.
Al in 1933 werd over het hele Duitse Rijk de wet "ter preventie van erfelijk belaste voortplanting" afgekondigd, overeenkomstig de uitspraak van nazikopstuk Rudolf Hess: "nationaalsocialisme is toegepaste biologie". "Gezondheidsrechtbanken" bevalen sterilisatie-onder-dwang. In de kampen Auschwitz en Ravensbrück werden gruwelijke experimenten uitgevoerd, heel vaak met dodelijke afloop.
Begin 1940 ging het regime onder strengste geheimhouding over tot het "euthanasie"-programma: volwassenen (vaak door vergassing) én kinderen. Voor kinderen werden in totaal elf Kinderfachabteilungen - Speciale Afdelingen - opgericht. Alleen al in een psychiatrisch ziekenhuis in Wenen heeft men nauwkeurig geïnventariseerd de resten gevonden (spierweefsel, hersenen, ruggenmerg) van zeshonderd kinderen die op deze wijze waren vermoord.
Toch rees er, vaak van kerkelijke zijde, verzet wanneer deze praktijken onbedoeld aan het licht kwamen. Zo hield de katholieke bisschop van Münster, Clemens August von Galen, op 3 augustus 1941 in niet mis te verstane bewoordingen zijn donderpreek "Gij zult niet doden". Deze moedige houding had tot gevolg dat Hitler een (tijdelijke) inkrimping van het euthanasie-programma verordende.
Spilfiguur in het web van de nazimedici was SS-Gruppenführer prof. dr. med. Karl Brandt, jarenlang lijfarts van Hitler. Zijn euthanasieteam had hij omgedoopt tot "Liefdadige Stichting voor Institutionele Zorg". Hij genoot de faam een uitstekend chirurg en een innemende man met een scherpe geest te zijn. Uit vele documenten blijkt dat hij zich nooit met de ethische kant van de orders van Hitler en Himmler bezighield.
Op 16 april 1945 werd Brandt door de Gestapo gearresteerd omdat hij zijn gezin uit Berlijn had laten vertrekken om zich over te geven aan de Amerikaanse strijdkrachten. Hij werd op 23 mei 1945 onder arrest geplaatst door het Britse leger. Tijdens het daarop volgende Artsenproces in Neurenberg verklaarde hij: "Euthanasie is geen massamoord, maar genadedood, niets anders dan consequent doorgevoerde humaniteit." Op 19 augustus 1947 werd hij schuldig bevonden aan verschillende oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid, waaronder massamoord. Hij werd samen met zes anderen veroordeeld tot de dood door ophanging. De straf werd uitgevoerd op 2 juni 1948 in de gevangenis van Landsberg. Brandt werd 44 jaar oud.
Militaire loopbaan
- SS-Untersturmführer: 29 juli 1934[2][3][4]
- SS-Obersturmführer: 1 januari 1935[3][4]
- SS-Hauptsturmführer: 13 september 1936[5][4]
- SS-Sturmbannführer: 9 november 1937[6][4]
- SS-Obersturmbannführer: 20 april 1938[7]
- SS-Standartenführer: 1 augustus 1942[4]
- SS-Brigadeführer en Generalmajor der Waffen-SS: 30 januari 1943[8][4]
- Generalarzt der Reserve: 1 maart 1943[4]
- Generalkommissar:[4] september 1943[8]
- SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS: 20 april 1944[8][4]
- Reichskommissar: augustus 1944[8]
Registratienummers
Decoraties
- Gouden Ereteken van de NSDAP op 30 januari 1943[8]
- Ehrendegen des Reichsführers-SS[7][8][4]
- SS-Ehrenring[7][8][4]
- Sportinsigne van de SA in brons[5]
- Julleuchter[8]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie Karl Brandt van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |