Karel Van Poucke

Karel of Charles-François Van Poucke studeerde aan de Brugse academie, onder meer bij Hendrik Pulinx. In 1763 trok hij naar Parijs en werkte er in de ateliers van Guillaume II Coustou en Jean-Baptiste Pigalle.

In 1768 vestigde hij zich in Rome en in 1774 in Napels. In 1776 genoot hij een feestelijke ontvangst in Brugge en vestigde zich in Gent. Hij kreeg er opdracht voor de beelden van de apostels Petrus en Paulus, die in 1782 in de Sint-Baafskathedraal werden geplaatst. Talrijke opdrachten volgden in Gent, Ieper, Brugge, Mechelen, Manchester, Londen en Lo.

Hij was redacteur van een Livret du département de l'Escaut (1803). In Gent was hij de medestichter van de Société des Beaux-Arts (1808) en werd hij directeur van de Gentse kunstacademie.

Tot zijn bewaarde werken behoren:

• een gedenkteken in Gent voor de anatoom Jan Palfijn;
• het grafmonument voor de familie Goossens in de Gentse Sint-Michielskerk;
• het beeld van Ceres voor het kasteel van Wannegem;
• een liggend meisje, bewaard in het stedelijk museum van Diksmuide;
• de bustes van de apostelen Petrus en Paulus, eveneens bewaard in het museum van Diksmuide.

• M. DEVIGNE, L. DELVAUX et ses élèves: catalogue 1770-1830, autour du néo-classicisme en Belgique, Elsene, 1985.
• Lexicon van Westvlaamse beeldende kunstenaars, Deel 4, Brugge, 1995.