Kanaal Charleroi-Brussel
Het Kanaal Charleroi-Brussel is een kanaal dat vertrekt aan de rivier Samber en uitmondt in het Kanaal van Willebroek. Het vormt een verbinding tussen Charleroi enerzijds, maar ook La Louvière en Bergen (aangesloten via het Centrumkanaal), en de haven van Brussel en die van Antwerpen anderzijds.
Kanaal Charleroi-Brussel
| ||||
Lengte | 74 km | |||
Scheepsklasse | CEMT-klasse IV | |||
Jaar ingebruikname | 1832 | |||
Van | Dampremy | |||
Naar | Sint-Jans-Molenbeek | |||
Loopt door | Waals, Vlaams en Brussels Gewest | |||
|
Geschiedenis
Al sinds de 16e eeuw worden diverse plannen voor een dergelijke waterweg voorgesteld. Ze zou tenslotte een grotere en snellere aanvoer van steenkool uit de Borinage naar de steden mogelijk maken, wat de prijs zou drukken. De ingenieurs staan echter voor grote technische uitdagingen: het kanaal moet meer dan 100 m klimmen en de watervoorziening van de hoogste panden is onzeker. In de Franse tijd komt een definitief plan, maar de werken beginnen pas in 1827; ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Gezien de hoogteverschillen wordt ervoor gekozen de bestaande valleien (van de Piéton, Samme en Zenne) nauwgezet te volgen, een beperkte tonnenmaat toe te laten (nl. de speciaal ontworpen baquets de Charleroi van 70 ton) en een tunnel onder la Bête-Refaite te graven. De watervoorziening wordt veiliggesteld dankzij reservoirs, het bestrijken van de bodem en een pomp op stoomkracht. Het kanaal bestaat uit vier delen: de klim Dampremy–Luttre (±25 m, 11 sluizen), het kruinpand Luttre–Soudromont, de steile afdaling langs de Samme (±60 m, 28 sluizen) en de langere afdaling langs de Zenne (±45 m, 16 sluizen).
De Belgische Revolutie legt het project even stil, maar het Voorlopig Bewind laat de werken onmiddellijk verderzetten. Zodoende wordt de nieuwe waterweg op 22 september 1832 plechtig geopend. Ze heeft echter kleine afmetingen, om de kostprijs te drukken, en is dus niet voorzien op de snel toenemende trafiek. In 1854-7 wordt het kanaal daarom vergroot voor 350-tonners. De tunnel wordt later vervangen door de bredere en kortere Tunnel van Godarville (1885), ten noorden ervan.
In 1897 wordt zelfs de beslissing genomen het lagere kanaaldeel, d.i. beneden Klabbeek, aan te passen voor 1.350-tonners: het wordt breder, dieper en rechter. Bovendien wordt het aantal sluizen verminderd. Vanaf 1948 wordt ook het hogere kanaaldeel gemoderniseerd. Vooral het gedeelte Godarville–Ronquières verandert grondig: de Tunnel van Godarville, het bochtige Sammetracé en 16 sluizen worden overbodig dankzij een nieuw kanaal, met een doorsteek bij la Bête-Refaite en het Hellend vlak van Ronquières. Het oude tracé, evenals de tunnel onder la Bête-Refaite (waarvan de noordelijke 150 m wordt afgegraven), wordt vervolgens gesloten voor de scheepvaart.
- Het kanaal bij Godarville
- Het hellend vlak bij Ronquières
- Restanten van een draaibrug op het Sammetracé
- Noordelijk portaal van de Tunnel van Godarville
- De graafwerken ter hoogte van St.-Jans-Molenbeek
Sluizen en hellend vlak
De hoogteverschillen die in beide richtingen overwonnen worden, bedragen in totaal 127 m.
- Het vertrekpunt in Dampremy: 100,20 m TAW
- Het kruinpand, van Viesville tot Haureu: 121,10 m
- Het eindpunt in Sint-Jans-Molenbeek: 13,30 m
Terwijl het oorspronkelijke kanaal 55 sluizen telde, zijn er nog slechts tien sluizen en een hellend vlak nodig.
Nummer | Plaats | Lengte x breedte (m) | Verval (m) |
---|---|---|---|
1 | Marchienne-au-Pont | 85,08 x 11,50 | 6,20 |
2 | Gosselies | 87,70 x 11,50 | 7,00 |
3 | Viesville | 87,60 x 11,50 | 7,50 |
4 | Ronquières | 2 bakken van 85,50 x 11,60 | 67,53 |
5 | Itter | 90,00 x 12,00 | 13,33 |
6 | Lembeek | 81,60 x 10,50 | 7,07 |
7 | Halle | 81,60 x 10,50 | 3,30 |
8 | Lot | 81,60 x 10,50 | 3,70 |
9 | Ruisbroek | 81,60 x 10,50 | 3,70 |
10 | Anderlecht | 81,60 x 10,50 | 3,70 |
11 | Sint-Jans-Molenbeek | 81,60 x 10,50 | 4,70 |
Trafiek
Van 1987 tot 2006 neemt het aantal schepen toe met 60% en verdrievoudigt de hoeveelheid vervoerde goederen. Qua verkeer zijn beide richtingen vergelijkbaar. De schepen varen voor 1/3 leeg en voor 2/3 geladen. De vervoerde goederen zijn bouwmaterialen, olie en olieproducten.[1]
Jaar | Tonnage | Aantal schepen |
---|---|---|
1987 | 1.094.000 | 3.084 |
1990 | 1.289.000 | 3.346 |
2000 | 2.100.000 | 3.471 |
2004 | 3.160.000 | 5.155 |
2005 | 3.019.000 | 4.812 |
2006 | 3.144.000 | 5.215 |
2007 | 3.091.000 | 4.048 |
2008 | 2.939.000 | 3.791 |
2009 | 1.686.000 | 3.741 |
2010 | 1.924.800 | 3.934 |
2011 | 2.117.316 | 4.293 |
2012 | 1.911.233 | 4.318 |
2013 | 2.240.924 | 4.855 |
Zie de categorie Kanaal Charleroi-Brussel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Bronnen, noten en/of referenties
|