Johan II van Nassau-Siegen

Johan II van Nassau-Siegen († Dillenburg, begin mei 1443),[1] ook bekend als Johan II van Nassau-Dillenburg, bijgenaamd ‘met de Helm’, was graaf van Nassau-Siegen, een deel van het graafschap Nassau. Hij stamt uit de Ottoonse Linie van het Huis Nassau. Samen met zijn broers erfde hij het graafschap Vianden, dat zo in bezit van het Huis Nassau kwam.

Johan II ‘met de Helm’
Graaf van Nassau-Siegen
Regeerperiode14161443
MederegentAdolf I (tot 1420)
Engelbrecht I (tot 1442)
Johan III ‘de Jongere’ (tot 1430)
Johan IV (sinds 1442)
Hendrik II (sinds 1442)
VoorgangerJohan I
OpvolgerJohan IV
Hendrik II
Graaf van Vianden
Regeerperiode14171443
MederegentAdolf I (tot 1420)
Engelbrecht I (tot 1442)
Johan III ‘de Jongere’ (tot 1430)
Johan IV (sinds 1442)
Hendrik II (sinds 1442)
VoorgangerElisabeth van Sponheim-Kreuznach
OpvolgerJohan IV
Hendrik II
Graaf van half Diez
Regeerperiode14201443
MederegentEngelbrecht I (tot 1442)
Johan III ‘de Jongere’ (tot 1430)
Johan IV (sinds 1442)
Hendrik II (sinds 1442)
VoorgangerAdolf I
OpvolgerJohan IV
Hendrik II
HuisNassau-Siegen
VaderJohan I van Nassau-Siegen
MoederMargaretha van de Mark
Geboren?
Gestorvenbegin mei 1443
Dillenburg
BegravenKlooster Keppel
ReligieRooms-Katholiek

Wapen van de graven van Nassau, Vianden en Diez

Biografie

Johan was de tweede zoon van graaf Johan I van Nassau-Siegen en Margaretha van de Mark,[2][3][4][5] dochter van graaf Adolf II van de Mark en Margaretha van Kleef.[2][4]

Net als zijn vader was Johan zeer krijgszuchtig. Hij was in talrijke vetes met de landgraven van Hessen en Keur-Trier verwikkeld.

In 1416 overleed Johans vader, vermoedelijk 77 jaar oud. Met een regeerperiode van 65 jaar was hij een van de langst regerende vorsten uit de middeleeuwen. Hij werd opgevolgd door Johan en zijn broers Adolf I, Engelbrecht I en Johan III ‘de Jongere’. De broers regeerden het graafschap Nassau-Siegen gezamenlijk.[6] Gezamenlijk kochten de broers de andere helft van Siegen terug van het aartsbisdom Keulen.[7]

Het jaar daarop overleed Elisabeth van Sponheim-Kreuznach, gravin van Vianden, zonder nakomelingen. Johan en zijn broers waren als kleinzoons van Adelheid van Vianden de erfgenamen van Elisabeth en verkregen zodoende het graafschap Vianden en de heerlijkheden Sankt Vith, Bütgenbach, Dasburg en Grimbergen.[6] De koning der Nederlanden voert nog altijd de titels graaf van Vianden, heer van Sankt Vith, Bütgenbach en Dasburg.

Na het overlijden van de oudste broer Adolf in 1420 deelden de drie overige broers hun landen,[6] maar zij verloren de helft van het graafschap Diez,[8] evenals in 1428 ¼ van Camberg.[9] Johan verkreeg bij deze verdeling Dillenburg.[6]

Johan werd in 1422 door rooms-koning Sigismund beleend met Kleef en Mark, doch stelde zich twee jaar later tevreden met een financiële schadeloosstelling.[10] Hertog Adolf IV van Kleef-Mark betaalde hem 12.000 goudgulden.

Rond 1429 betaalden de graven van Virneburg de broers 21.000 goudgulden om hun aanspraken op de heerlijkheid Ravenstein met Herpen en Uden af te kopen.[11]

Na het overlijden van hun jongste broer Johan III ‘de Jongere’ in 1430 regeerden Johan II en Engelbrecht I weer gezamenlijk over Nassau-Siegen, Vianden en Diez.[6]

Aan het einde van zijn leven liet Johan de regering van zijn landen over aan de zonen van zijn broer Engelbrecht, Johan IV en Hendrik II, die hem uiteindelijk ook opvolgden. Johan overleed ongehuwd en werd begraven in Klooster Keppel.[1][2][4][5]

Buitenechtelijke kinderen

Johan had twee buitenechtelijke kinderen bij een onbekend gebleven vrouw:[2][4]

  1. Adelheid van Nassau, was non te Klooster Keppel in 1438.
  2. Tilman van Nassau, vermeld in 1425 als student te Heidelberg, in 1447 als student te Keulen, kreeg in 1461 de Burcht Wallenfels in leen en een huis te Herborn. Hij had wellicht nakomelingen.

Voorouders

Voorouders van Johan II ‘met de Helm’ van Nassau-Siegen
Betovergrootouders Otto I van Nassau
(?–1289/90)
⚭ vóór 1270
Agnes van Leiningen
(?–na 1299)
Dirk II van Heinsberg en Blankenburg
(?–1303)
⚭ 1253
Johanna van Leuven
(?–1291)
Godfried I van Vianden
(?–1307/1310)
⚭ 1278
Aleidis van Oudenaarde
(?–1305)
Lodewijk van Arnsberg
(?–1312/13)
⚭ vóór 1276
Petronella van Gulik
(?–na 1299)
Everhard I van de Mark
(?–1308)
⚭ 1273
Irmgard van Berg
(?–1294)
Johan van Arberg
(?–1281)
⚭ vóór 1273
Catharina van Gulik
(?–na 1287)
Diederik VI van Kleef
(1256/57–1305)
⚭ 1290
Margaretha van Habsburg
(?–ca. 1333)
Reinoud I van Gelre en Zutphen
(ca. 1255–1326)
⚭ 1286
Margaretha van Vlaanderen
(?–na 1327)
Overgrootouders Hendrik I van Nassau-Siegen
(ca. 1270–1343)
⚭ vóór 1302
Adelheid van Heinsberg en Blankenburg
(?–na 1343)
Filips II van Vianden
(?–1315/16)

Adelheid van Arnsberg
(?–?)
Engelbert II van de Mark
(?–1328)
⚭ 1299
Mechtild van Arberg
(?–1367)
Diederik VII van Kleef
(1291–1347)
⚭ 1308
Margaretha van Gelre en Zutphen
(ca. 1290–1331)
Grootouders Otto II van Nassau-Siegen
(ca. 1305–1350/51)
⚭ 1331
Adelheid van Vianden
(?–1376)
Adolf II van de Mark
(?–1347)
⚭ 1332
Margaretha van Kleef
(?–na 1348)
Ouders Johan I van Nassau-Siegen
(ca. 1339–1416)
⚭ 1357
Margaretha van de Mark
(?–1409)
Voorganger:
Johan I
Graaf van Nassau-Siegen
1416–1443
Opvolger:
Johan IV
Hendrik II

Voorganger:
Elisabeth van Sponheim-Kreuznach
Graaf van Vianden
1417–1443
Opvolger:
Johan IV
Hendrik II

Voorganger:
Adolf I
Graaf van half Diez
1420–1443
Opvolger:
Johan IV
Hendrik II
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.