Jean Baeck

Baeck verloor zijn vader toen hij vier was en zijn moeder toen hij acht was. Een tante ontfermde zich over hem. Hij werd opgeleid als draaier in een metaalbedrijf in Halle. Hij trouwde met Marie Michiels.

Na zijn legerdienst werd hij actief in de socialistische vakbond voor metaalbewerkers (1886). Hij werd lid van het uitvoerend comité (1894) van de Nationale Federatie van Metaalbewerkers (NFM), in 1905 werd hij secretaris van de Federatie van Metaalbewerkers van Brabant en in 1911 werd hij voorzitter van de NFM (vanaf 1 januari 1912 hernoemt naar Centrale der Metaalbewerkers van België, CMB). Baeck deed inspanningen om het te grote aantal vakbonden voor metaalbewerkers te herleiden door fusies en hergroepering. In 1905 waren er nog negen afzonderlijke vakbonden en in 1914 waren er maar twee meer.

Hij was ook politiek actief. In de BWP maakte hij deel uit van de Algemene Raad en van de Centrale voor Arbeidersopvoeding (CAO). Hij was vooral actief in de gemeente Sint-Jans-Molenbeek. Hij werd er gemeenteraadslid in 1889 en bleef dit tot aan zijn dood. Vanaf 1908 werd hij schepen, onder de liberale burgemeesters Henri Hollevoet en Louis Mettewie. In 1925 werd hij tot senator verkozen voor het arrondissement Brussel. Ook dit ambt bleef hij tot aan zijn dood bekleden.

Sint-Jans-Molenbeek heeft een Joseph-Baecklaan.

• E. SPELKENS, Contribution à l'histoire de la Centrale des Méttalurgistes avant 1940, licentiaatsverhandeling (onuitgegeven), ULB, 1971.
• Paul VAN MOLLE, Het Belgisch parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972