Jan Diederik van Tuyll van Serooskerken

Jan Diederik van Tuyll van Serooskerken (Utrecht 6 augustus 1773 - Heeze, juli 1843) was heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten. Jan Diederik was de oudste zoon van Reinout Diederik van Tuyll van Serooskerken. Van zijn vader erfde hij de heerlijkheid Heeze en het Kasteel Heeze. Hij was een bekend landelijk politicus en had diverse openbare functies zoals houtvester, lid van de Eerste- en Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Provinciale Staten van Noord-Brabant, en van 1818-1820 was hij burgemeester van de gemeente Heeze, Leende en Zesgehuchten. In 1814 werd hij opgenomen in de Ridderschap van Noord-Brabant. Ook was hij commandeur van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht.

Jan Diederik van Tuyll van Serooskerken
GeborenUtrecht 6 augustus 1773
OverledenHeeze, juli 1843
Partijregeringsgezind (ten tijde van Willem I en Willem II);
conservatief
ReligieGereformeerd (Ned. Hervormd)
Titulatuurbaron
Functies
1811-1814lid Keizerlijk Wetgevend Lichaam te Parijs
1812sous-prefect van Utrecht
sept-nov 1814lid Provinciale Staten van Brabant
1814-1815lid Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden
1815-1820;
1828-1843
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
1826-1828lid Provinciale Staten van Noord-Brabant
Website
Portaal    Politiek

Hij was gehuwd met Johanna Catharina van Westreenen (1776-1862) met wie hij vier kinderen kreeg. De kinderen verkochten in 1843 een deel van het landgoed aan de monniken van de Abdij van Westmalle, die hier een Trappistenklooster zouden stichten: de Achelse Kluis. Jan Diederik had dit landgoed ooit van de Franse regering gekocht. Al deze kinderen stierven kinderloos. Zijn dochter Ursula was het laatste kind dat tot haar dood op het kasteel verbleef.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.