Jan Amos Comenius

Jan Amos Komenský (gelatiniseerd als Comenius) (Moravië, 28 maart 1592Amsterdam, 15 november 1670) was een Moravische theoloog, filosoof, hervormer, pansofist en pedagoog. Comenius pleitte voor onderwijs aan iedereen, zowel aan jongens als aan meisjes en van alle standen. Hij schreef leerboeken en ontwierp een nieuw schoolsysteem voor Polen, Zweden en Hongaren. Comenius pleitte bij invloedrijke vrienden voor onafhankelijkheid van zijn vaderland maar bleef een conservatieve Europeaan met een humanistische kijk.

Buste van Comenius in Sárospatak, Hongarije
Comenius door Wenceslas Hollar
Het labyrint der wereld
Elbing
Het huis met de hoofden
Comenius in zijn werkkamer
Standbeeld door Josef Vajce in de Comeniustuin, Neukölln, (Berlijn)
Comenius? door Rembrandt van Rijn
Standbeeld van Comenius naast de Grote Kerk te Naarden.
Standbeeld in Potsdam (Babelsberg)

Levensloop

Comenius werd geboren in Oost-Moravië. Zijn exacte geboorteplaats is niet bekend; het zou Nivnice, Komňa of Uhersky Brod geweest kunnen zijn. Zijn vader was afkomstig uit Komňa, van beroep molenaar, en lid van de protestantse Moravische Gemeenschap. Op 12-jarige leeftijd (1604) was Jan wees. Hij werd opgenomen door een familielid in Strážnice. Comenius kreeg een goede opleiding in Přerov (1608) en nam Amos aan als tweede naam. Comenius studeerde vervolgens theologie en filosofie in Herborn (1611) en Heidelberg (1613).

In 1614 erfde hij De revolutionibus orbium coelestium, een boek van de hand van Copernicus. Na een vierjarig verblijf in Duitsland keerde hij terug naar zijn geboortegrond en werd rector in Přerov. Comenius vertrok in 1618 naar het Silesische Fulnek om daar te worden aangesteld als leraar.

Na de Slag op de Witte Berg in 1620 verloren de protestanten al hun rechten. Ze werden onderdrukt of gedwongen te katholiseren of te emigreren. Comenius trok van hot naar her; zijn achtergebleven vrouw en twee kinderen stierven aan de pest. In 1628 vestigde deze asielzoeker "avant la lettre" zich in Leszno in Polen. Zijn verblijf aldaar en zijn onderzoek maakte hem in heel Europa beroemd. Comenius kreeg zelfs een uitnodiging om in de Nieuwe Wereld te komen werken.

Comenius is destijds ondersteund door Karel de Oudere van Zerotein. Aan hem droeg hij op zijn Het labyrint der wereld en het paradijs des harten: dat is, eene heldere beschrijving hoe in deze wereld en al hare aangelegenheden niets heerscht dan dwaling en verwarring, onzekerheid en nood, leugen en bedrog, angst en ellende, en ten laatste afkeer van alles en vertwijfeling; maar hoe hij, die zich met God den Heer alleen in de woonstede zijns harten binnensluit, zelf tot waren en vollen vrede des gemoeds en tot blijdschap komt (1628) waarin hij zich de wereld voorstelde als een stad waarvan de straten de verschillende stromingen in de maatschappij vertegenwoordigen.

Tot 1632 schreef Comenius voornamelijk in het Tsjechisch. Comenius verhuisde in 1638 naar Elbing in Zweeds Pommeren. Hij kwam daar in contact met Samuel Hartlib, die hem naar Engeland uitnodigde. Comenius verbleef daar in 1641/42 en leerde de Schotse John Dury kennen. Comenius startte een project om de Noord-Amerikaanse indianen te ontwikkelen. Louis de Geer stelde hem al in 1638 voor aan Axel Oxenstierna, de Zweedse rijkskanselier. Toen Comenius er in 1642 niet in was geslaagd een schoolsysteem voor het Koninkrijk Zweden (1523-1814) op te zetten, werd hij ontslagen, maar met behoud van salaris.

In 1642 bezocht hij René Descartes in het door hem gehuurde kasteel Endegeest bij Leiden. De twee mannen gingen na vier uur filosoferen uiteen, elk met de gedachte dat de ander het bij het verkeerde eind had. Comenius was een holist en een aanhanger van het chiliasme; Descartes een aanhanger van het dualisme, die Comenius' vermenging van filosofie en theologie niet kon waarderen. Daarna vertrok Comenius opnieuw naar Elbing waar hij tot bisschop werd benoemd van de Moravische broedergemeenschap. Tussen 1650 en 1654 bevond hij zich in Sárospatak, dat destijds tot Transsylvanië behoorde. Comenius schreef in Hongarije een bestseller, een encyclopedia in het Latijn met afbeeldingen, maar bedoeld voor kinderen.

In 1656 werd zijn huis door Poolse partizanen in brand gestoken omdat hij de kant van Karel X van Zweden koos in de Zweeds-Poolse Oorlog. Comenius kreeg asiel in Amsterdam, op voorspraak van zijn beschermheer Louis de Geer die hem enige tijd bij hem thuis liet inwonen. In deze periode vormde het Huis met de Hoofden een gastvrij ontmoetingspunt van vrijdenkers, die in het tolerante Amsterdam een veilige haven vonden. Comenius verzorgde onderwijs aan Pieter de Graeff, Nicolaas Witsen en zijn neef Johann Theodor Jablonski. Zowel vader Louis als zoon Laurens de Geer ondersteunden studie en publicaties van dissidente schrijvers en filosofen en realiseerden in hun huis een veelzijdige bibliotheek, onder meer ten behoeve van het werk van Comenius, die eerder door zijn roerige levensomstandigheden al twee keer eerder zijn boeken verloor. In Amsterdam stond Comenius aan het hoofd van een kleine Tsjechische drukkerij en uitgeverij[1] mogelijk gevestigd op Prinsengracht 415.[2] Vanaf 1662 was hij ook "buitengewoon" lid van het boekdrukkersgilde.

Comenius verhuisde in een onbekend jaar naar een pand genaamd "het Witte Lam",[3] op de Egelantiersgracht (62?) Hij overleed op 15 november 1670, maar werd om nog niet opgehelderde redenen begraven in de vestingstad Naarden.[4]. Zijn graf is in de 20ste eeuw getraceerd in de voormalige Waalse Kerk, welke lang onderdeel was van de voormalige Weeshuiskazerne in Naarden. Deze ruimte is sedert enkele decennia een mausoleum, dat jaarlijks bezocht wordt door enkele duizenden Tsjechen, Slowaken, Polen en andere in Comenius geïnteresseerden.

Comenius Museum

Sinds 1993 bevindt zich in het naastgelegen pand aan de Kloosterstraat 33 het Comenius Museum. Hier bevindt zich een permanente tentoonstelling waarin aandacht besteed wordt aan leven en werken van Comenius. In andere ruimten van het museum vinden wisselende tentoonstellingen plaats, die (in de ruimste zin van het woord) te maken hebben met leven en werk van Comenius. Museum en Mausoleum worden beheerd door de Stichting Comenius Museum, die ook rond de geboortedag van Comenius (28 maart) elk jaar de Comeniusdag organiseert.

Comeniusdag

De Comeniusdag kent een programma met voordrachten, waarin historische en actuele aspecten van theologie, filosofie en pedagogiek elkaar afwisselen, meestal omlijst met uitvoeringen van Tsjechische muziek.[5] Sinds 2012 wordt tijdens deze bijeenkomst ook de Comeniusprijs uitgereikt aan een persoon die actief is naar het grote publiek op een manier waarbij de werkterreinen van Comenius in hun samenhang naar voren komen. De Comeniusprijs is geen wetenschappelijke prijs, maar een eerbetoon aan personen die erin slagen meerdere kennisgebieden op excellente manier dienstbaar te maken aan maatschappelijke ontwikkelingen. De afgelopen jaren werd de Comeniusprijs achtereenvolgens toegekend aan Dr. Robbert Dijkgraaf (2012), Dr. Paul Schnabel (2013), mevrouw Dr. Ir. Louise Fresco (2014) en Dr. Geert Mak (2015). In 2016 was de heer Herman van Rompuy laureaat. Nadat de Britse historicus professor Jonathan Irvine Israel in 2017 de prijs ontving, waren in 2018 en 2019 respectievelijk mr. Herman Tjeenk Willink en mevrouw Mardjou Seighali (directeur UAF) laureaten. Tomáš Halík valt in 2020 de eer te beurt.

Werken

Comenius is beïnvloed door de Praagse rabbi Jehoeda Löw, de Italiaanse vrijdenker Giordano Bruno, de protestantse Johann Heinrich Alsted en Calvijn. Een van zijn bekendste werken is de Janua Linguarum Reserata (de geopende talenpoort), waarin voor het eerst onderwijs in talen, in het bijzonder het Latijn, met ander onderwijs verbonden wordt. Het werk is in twaalf Europese en enige Aziatische talen vertaald. De geïllustreerde versie van de Janua heet Orbis sensualium pictus (de zichtbare wereld in beeld) en wordt wel als stamvader van alle kinderboeken beschouwd. Het is de eerste kinderencyclopedie maar was vooral bedoeld om Latijn uit te leren.

Selectie uit zijn 250 werken

Via Lucis', 1668
  • Problemata miscellanea, 1612 - un traité philosophique
  • Grammaticae facilioris praecepta (Préceptes d'une Grammaire plus facile), 1616 - manuel de grammaire, aujourd’hui perdu
  • Divadlo veškerenstva věcí (Théâtre de l'universalité des choses), 1616 - un projet incomplet en vue de la première encyclopédie tchèque
  • Retuňk proti Antikristu a svodům jeho, 1617-18 - un manifeste contre le pape
  • Listové do nebe, 1619 - une critique de l’injustice sociale
  • O poezii české (De la poésie tchèque), 1620 - manuel de poésie tchèque
  • Přemyšlování o dokonalosti (Réflexions sur la perfection), 1622 - une œuvre dédiée à sa femme
  • Nedobytelný hrad jméno Hospodinovo, 1622
  • Truchlivý (Triste), 1622-1651
  • Labyrint světa a ráj srdce (Le labyrinthe du monde et le paradis du coeur), 1623-1631
  • O sirobě, 1624
  • Přes boží, 1624
  • Centrum securitatis čili hlubina bezpečnosti, 1625
  • Carte de Moravie, 1627, Amsterdam
  • Česká didaktika (Didactique tchèque), 1627-1632 - œuvre pédagogique fondatrice
  • Informatorium školy materské, 1630 - sur l’éducation des jeunes enfants dans des écoles maternelles
  • Ianua linguarum reserata (La porte ouverte sur les langues), 1631 - manuel de latin
  • Navržení krátké o obnově škol v království českém (Brèves propositions pour la réforme des écoles du Royaume de Bohême), 1632 - proposition de réforme du système scolaire de Bohême
  • Haggaeus redivivus, 1632 - critique de l'oppression de la société et des Habsburg
  • Pozoun milostivého léta, 1632 - exprime l'espoir d'un retour prochain en Bohème
  • Vestibulum, 1633 - manuel de latin, plus accessible que Ianua linguarum reserata
  • Physicae synopsis, 1633, Leipzig - manuel de physique
  • Conatuum Comenianorum praeludia, 1637, Oxford
  • Prodromus pansophiae (Prélude à la sagesse universelle), 1639, London
  • Via lucis (La voie de la lumière), 1642 et 1668 - opinions sur l'éducation et le système scolaire
  • Pansophiae diatyposis, 1643, Danzig
  • Methodus linguarum novissima, 1649 - manuel de langues
  • Historia persecutionum Ecclesiae Slavonicae, 1647 - demande aux Protestants européens d’aider les Tchèques
  • Kšaft umírající matky, Jednoty bratrské, 1650 - déception du fait de la paix de Westphalie
  • Rebita Laucus, 1650
  • Independentia aeternarum confusionum origo, 1650
  • Schola pansophica (L'école pansophique), 1651
  • Sermo secretus Nathanis ad Davidem, 1651 - demande au prince hongrois Sigismund Rákóczi de combattre les Habsburg
  • Gentis felicitas, 1659, Amsterdam - exhortation à combattre les Habsburg
  • Schola ludus, 1654
  • Panegyricus Carolo Gustavo (Panégyrique de Charles Gustave), 1655 - demande au roi de Suède de réformer la Pologne
  • Opera didactica omnia (Oeuvres didactiques complètes) (1657) - un recueil de ses écrits pédagogiques
  • Lux in tenebris (La lumière dans les ténèbres), 1657
  • Orbis sensualium pictus, 1658, Nuremberg - imagier pour l'apprentissage du latin
  • Kancionál, 1659 - un recueil de chants religieux
  • Ecclesiae Slavonicae brevis historiola, 1660, Amsterdam - une histoire de l'Eglise slave
  • De rerum humanarum emendatione consultatio catholica, 1662 - son œuvre la plus imposante, une œuvre philosophique divisée en 7 parties, dont 4 inachevées
  • Lux e tenebris, 1665 - complète Lux in tenebris
  • Clamores Eliae, 1665-1670 - idées sur l'amélioration du monde et la coopération internationale
  • Angelus pacis (L'ange de la paix), 1667 - exhortation à la paix
  • Unum necessarium, 1668 - une sorte de testament philosophique
  • Continuatio admonitionis fraternae, 1669 - polémique

Vertalingen in het Nederlands (selectie)

  • School-Geleertheyd, 1673, Van Ravesteyn
  • De engel des vredes, z.j., Kemink & Zoon
  • Groote Onderwijsleer, 1911, W.J. & J. Brusse
  • Het labyrint der wereld en Het paradijs des harten, Rozekruis Pers, ISBN 978-90-673-2003-0
  • Het testament van de stervende moeder der broeder-uniteit, 1928, Evangelische Uitgeverij
  • Unum Necessarium. Het ene nodige, Rozekruis Pers, ISBN 978-90-701-9697-4
  • Via Lucis, 1992, In de Pelikaan, ISBN 978-90-263-1196-3
  • De Moederschool 2009 uitgave: Comeniusmuseum Naarden en het Nederlands Onderwijs museum.

Pedagogie

Zijn belangrijkste pedagogische werk is de Didactica magna (Grote onderwijsleer), dat tot vandaag als een belangrijke mijlpaal in de didactiek wordt gezien. Zijn pedagogiek heeft als middelpunt een christelijk humanistische levensbeschouwing. Hij verstaat onder pedagogiek de kunst om een ieder alles te kunnen aanleren. Didactiek omschrijft hij als de kunst van het onderwijzen. Mathetiek is voor hem de kunst van het leren.

Beginselen van zijn leermethode zijn:

  • leren door iets te doen;
  • hanteren van de moedertaal eerder dan een vreemde taal;
  • leren met voorbeelden eerder dan met woorden (= de aanschouwelijke boven de mondelinge overdracht verkiezen).

Varia

  • In het Comeniusproject van de Nederlandse overheid in de jaren 90 werden scholen van computers voorzien die aan bepaalde eisen moesten voldoen, de zogenoemde Comenius-pc. Het ging samen met een Teleac-cursus.[6][7]
  • Er was van 2010 tot 2012 een Belgisch Comeniusproject, een zeslandenproject.[8]
  • Het Europese Comeniusprogramma is een uitwisselingsprogramma van de Europese Gemeenschap voor kleuter-, basis- en middelbare scholen.[9]
  • Bij het overlijden van het voormalig Tweede Kamerlid voor de PSP Bram van der Lek, plaatste de familie op 3 december 2013 een advertentie in Trouw onder een uitspraak van Comenius: "Een mens doden om een zaak te dienen, is geen zaak dienen, maar een mens doden."

Vernoemingen

Literatuur

  • Groenendijk, L.F. & J.C. Sturm, Comenius in Nederland. Kampen, Kok, 1992.
  • Groenendijk, L.F., Jan Amos Comenius (1592-1670)- de pedagoog als wereldverbeteraar. In: Tom Kroon en Bas Levering (red.), Grote pedagogen in klein bestek, Amsterdam, SWP, 2019, 5e druk, pp. 28-33.
Zie de categorie Comenius van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.