Hôpital de la Salpêtrière
Het Hôpital de la Salpêtrière in Parijs was een van de belangrijkste en bekendste centra voor psychiatrie en neurologie in Europa.
Hôpital de la Pitié-Salpêtrière
| ||||
Plaats | Parijs | |||
Land | ||||
Coördinaten | 48° 50′ NB, 2° 22′ OL | |||
Basisgegevens | ||||
Gesticht in | 17e eeuw | |||
Website | Les services de l'Hôpital Pitié-Salpêtrière | |||
Kenmerken | ||||
Verbonden universiteit | Universiteit Pierre en Marie Curie | |||
Specialisatie(s) | psychiatrie en neurologie | |||
Detailkaart | ||||
|
Het Hôpital de la Salpêtrière werd gebouwd in opdracht van koning Lodewijk XIV. Het werd eerst gebruikt als salpeterfabriek (vandaar de naam: salpeter wordt gebruikt bij de productie van buskruit). Na enige jaren werd het gebouw in gebruik genomen als opvoed- en opvangcentrum voor geestelijk gestoorde vrouwen en prostituees. Mannen werden in andere instellingen behandeld.
Het ziekenhuis kwam in de tweede helft van de 19e eeuw tot grote bloei, met name door het baanbrekende werk dat directeur Jean-Martin Charcot er verrichtte. Onder zijn leiding werd Salpêtrière het Europese centrum voor onderzoek naar hysterie en dissociatieve aandoeningen en werd uitgebreid onderzoek gedaan naar de toepassing van hypnose. Ook werden neurologische aandoeningen als epilepsie, amyotrofe laterale sclerose en multiple sclerose bestudeerd en beschreven.
Vele inmiddels bekende namen waren werkzaam of studeerden aan het Salpêtrière, waaronder Pierre Janet, Jules Cotard, Georges Gilles de la Tourette, Pierre Marie, Sigmund Freud, Joseph Babinski, Philippe Pinel en Alfred Binet.
In de 20e eeuw fuseerde het Hôpital de la Salpêtrière met een ander ziekenhuis. Tegenwoordig heet de instelling Hôpital de la Pitié-Salpêtrière.
Het ziekenhuis huisvest de Institut du cerveau et de la moelle épinière.
Trivia
- Prinses Diana (1961-1997) is overleden in het Hôpital de la Pitié-Salpêtrière.
- Het fictieve personage Hedwig uit de roman Van de koele meren des doods van schrijver en psychiater Frederik van Eeden wordt tijdens haar verblijf in Parijs opgenomen in het Hôpital de la Salpêtrière.
- In de roman Boken om Blanche och Marie[1] (2004) van Per Olov Enquist wordt Blanche Wittmann als jonge zenuwpatiënte opgenomen in de psychiatrische kliniek van het Salpêtière-ziekenhuis, waar Charcot haar arts is.
- Ook in de Duitse roman (2015) Runa van Vera Buck is geplaatst in het Salpêtrière van de tweede helft van de 19de eeuw, waar zij de beroemde dokter J.M. Charcot de scepter laat zwaaien over diens hysterische en immorele patientes en zij bijrollen toedenkt aan de dokters Gilles de la Tourette, J.B. Luys en J. Babinski, alle vier destijds verbonden aan de kliniek.
- De roman Chalet 1 van André Baillon (Nederlands: In de Piepzak) gaat over zijn verblijf in de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie Hôpital de la Pitié-Salpêtrière van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |