Het ontsollen

Heer Bommel en het ontsollen (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot Het ontsollen) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 24 maart 1982 en liep tot 10 juli van dat jaar.[1] Het thema van het verhaal is geriatrie.

Inleiding herpublicatie

NRC Handelsblad drukt op 6 januari een inleiding af op de herpublicatie van het verhaal De erfpachter met nummer 01053.[2] Ook het nieuwe verhaal ‘Het ontsollen’ begint op 24 maart met een strip genummerd 01053. Het verblijf van de krakers op kasteel Bommelstein blijkt bediende Joost veel werk te hebben opgeleverd. Heer Bommel klaagt zoveel over deze huishoudelijke werkzaamheden, dat Joost zich wederom genoodzaakt ziet dokter Lapidar te ontbieden. Die schrijft heel veel rust voor en voor het slapen een druppeltje Valeriaan. Hij laat de kasteelheer geheel ontdaan achter.

Het verhaal

Het verhaal begint met het wegrijden van dokter Lapidar van het kasteel Bommelstein. Hij heeft heer Bommel rust voorgeschreven en ’s avonds een druppel Valeriaan onder het motto dat we allemaal een dagje ouder worden. De volgende ochtend wil de kasteelheer buiten gaan wandelen, maar trekt daarbij de kapstok van de muur. Hij besluit om in de Oude Schicht van de buitenlucht te gaan genieten. De rit eindigt tegen het pand van autoherstelplaats Morzel.[3] De garagehouder wil het karretje op de schroothoop deponeren. Maar volgens de eigenaar wordt een Schicht nooit oud en hij geeft opdracht tot herstel. Heer Bommel loopt verward terug naar huis met het afgebroken stuur in de hand. Daar wordt hij opgewacht door Tom Poes, die met bediende Joost in gesprek is. De zeer verwarde heer Bommel wordt door zijn bediende naar zijn slaapkamer begeleid. Tom Poes betwijfelt of zijn vriend echt een dagje ouder wordt. Maar een krantenbericht doet zijn mening herzien. Bovenbaas AWS, president van de Internim, heeft een aanval van cementering gekregen. De aandelen kelderen, dus de beurs vat dit verouderen serieus op.

De volgende ochtend gaat Tom Poes al vroeg naar kasteel Bommelstein. Daar krijgt hij te horen van Joost dat zijn vriend in verwarde toestand op een torenomloop is geklommen en niet naar rede wil luisteren. Heer Bommel zoekt op het dak de trap naar de slaapkamer. Op advies van Joost neemt Tom Poes heer Bommel mee in een taxi naar de praktijk van dokter Lapidar.[4] Terwijl Tom Poes aanbelt, wordt heer Bommel getroffen door een naar buiten geworpen fles Valeriaan. Dokter Lapidar verwelkomt de bezoekers en vertelt dat er een nieuw middel is tegen veroudering, waar Joost reeds melding van had gemaakt. Deze solkuur is nogal duur zodat men solvabel moet zijn. Maar geld speelt voor heer Bommel geen rol, zoals algemeen bekend is. De arts geeft tegen de prijs van 1000 florijnen 1 druppel met wat water. De tweede week wordt de dosis verhoogd naar 2 druppels per dag. Daarna is de patiënt rijp voor de echte kuur. Hij geeft zeven druppels mee voor zeven dagen thuisbehandeling. Intussen is heer Bommel helemaal opgeknapt. Hij wil wel een litertje solkuur kopen. Maar dat kan niet. De dokter zelf heeft nog net een plaatsje in het kuuroord kunnen reserveren. Buiten stelt heer Bommel voor terug te gaan lopen maar hij neemt plotseling plaats in de cabriolet van popster Flipper Fielt en scheurt weg uit de villawijk De Heuvels. Tom Poes kan nog net de soldruppels uit zijn jas pakken. De artiest doet vertwijfeld aangifte bij agent Stappers, die aldaar zijn ronde doet . Heer Bommel denkt aan een achtervolgende politiewagen te kunnen ontkomen, maar belandt met de sportauto in een rivier. Agent Snorga en brigadier Kloppers halen de pretrijder uit het slijk. Als Tom Poes met de bus het kasteel bereikt, is bediende Joost behoorlijk overstuur. Heer Bommel is thuisgebracht door de politie en volgelopen met water nadat hij een sportauto in de poeier heeft gereden. Tom Poes denkt dat de soldruppel het veranderde gedrag heeft veroorzaakt en stelt Joost voor dokter Lapidar te laten komen voor een huisbezoek. De geneesheer is echter plotseling verdwenen naar een kuuroord en er arriveert een plaatsvervanger. Tom Poes krijgt te horen dat zijn vriend een beschadiging heeft aan zijn voorhoofdsknobbel en water in de luchtpijp. Maar dat is slechts bijzaak. Hij heeft één druppel sol geslikt en is nu verslaafd. Dokter Lapidar gebruikt het zelf ook want het werkt verjongend. Maar het is nog niet wetenschappelijk getest. Heer Bommel krijgt een kalmerend spuitje, maar tegen de kuur valt niets te doen omdat staatslieden en magnaten het gebruiken.

Joost leest in de krant een artikel van journalist Argus, over een verjongingskuur in een kuuroord, waar ook de president van de Internim is gesignaleerd. De bediende hoopt dat zijn twee stukjes van dat bedrijf zich ook gaan herstellen. Tom Poes neemt drie van de zeven druppels solkuur mee voor nader onderzoek. De andere vier geeft hij aan Joost om met thee te verdunnen. Heer Bommel moet vier dagen lang elke dag een slokje van die drank toegediend krijgen. Professor Prlwytzkofsky van het stadslaboratorium heeft wel van de soldruppels gehoord. Hij wil de artsenij van Tom Poes wel gaan onderzoeken maar wil zich niet vastleggen op een tijdstip. Tom Poes wendt zich voor nadere informatie tot journalist Argus. De journalist wenst eerst zijn bronnen te beschermen. Maar omdat heer Bommel wordt genoemd wil hij wel iets meer kwijt aan Tom Poes. Hij zal een telefoonnummer geven. Dan stuurt de solclub iemand om te kijken of de patiënt geschikt is voor het lidmaatschap. Want er is een soort van vereniging opgericht.

Op het kasteel valt de nog wat versufte heer Bommel van de trap. Bediende Joost geeft hem verse thee met vier druppels. Hij vraagt zijn werkgever er een kwart van te nemen, maar op dat moment wordt er aangebeld. Een tenger figuur met valhelm vroeg naar verwijsbriefje en solvabiliteit. Heer Bommel had intussen alle thee en druppels in één keer opgedronken. De bezoeker meldt dat de solkuur 100.000 florijnen kost en wordt gegeven in een prettige omgeving. De kuur is in een experimenteel stadium en de gevolgen zijn voor rekening van de patiënt. Het duurt negen weken. Heer Bommel moet een papier tekenen en raakt daarbij de verkoper aan, die onder stroom blijkt te staan. Tom Poes vindt zijn vriend even later op de grond liggend. Maar heer Bommel is vastbesloten de solkuur te krijgen. Hij wil nu wel tekenen en rent de verkoper achterna. Die belandt door de achtervolging in een fontein. Heer Bommel duikt hem schuldbewust na. De drenkeling komt ontladen en bewusteloos uit het water. Tom Poes probeert de helm los van het hoofd te maken maar dat mislukt. Heer Bommel rukt vervolgens de helm met het hoofd van de romp af. Hij beschuldigt zichzelf van een halsmisdaad, maar Tom Poes vermoedt dat er slechts sprake is van een onthoofde robot en hij bemerkt vervolgens een helikopter achter de bomen. Heer Bommel springt daar naar binnen om flesjes soldruppels te zoeken en een landkaart van het kuuroord. Maar de helikopter sluit automatisch de deur en vliegt weg. Tom Poes weet op het landingsgestel te klimmen en mee te liften. Op de grond ziet bediende Joost wat later dat een onthoofd figuur bij de fontein is achtergelaten. Hij vreest dat deze heer ter ziele is.

Vlak na de landing ergens in de De Zwarte Bergen springt Tom Poes van het landingsgestel af om zich te verstoppen.[5] Heer Bommel wordt door twee gespierde figuren uit de helikopter gedragen, na te zijn bedwelmd met gas. Tom Poes merkt dat een oprijzende stalen deur hem afsluit van het kuuroord. Hij gaat op onderzoek uit en raakt in gesprek met een voorthollend kereltje, met een grote fles op het hoofd. Het is een Sol, waarvan er maar weinig zijn, die voor de gesolden moet zorgen. Het ventje heeft haast maar Tom Poes volgt hem. Hij raakt in gesprek met een gesolde, de bejaarde Sip, die net pap heeft gekregen. Die legt uit dat jongeren werken en ouderen rusten. Vroeger was het anders want toen zorgde de Grote Sol ervoor dat ze niet ouder werden. Maar nu ze niet meer bij het solmeer kunnen komen gaan de jaren drukken. Sip is inmiddels al 187. En dan word je gesold. Hij raadt Tom Poes aan te gaan werken nu het nog kan. Want voor hem is er geen solwater meer.[6] Een vreemdeling heeft het solmeer afgesloten en de Grote Sol in een grot opgesloten. De vreemdeling eist goud voor het solwater en dat kunnen alleen vreemdelingen betalen. Tom Poes botst vervolgens tegen een solvrouwtje op, dat water komt brengen. De bejaarde Sol stuurt Tom Poes vervolgens weg omdat jongeren moeten hollen om bejaarde in leven te houden. Tom Poes geraakt in de hut van het solvrouwtje, waar hij eerder tegenop is gebotst. Die geeft een duidelijke uitleg over de problematiek van de Sol-maatschappij:

“”Je moet lenen aan je kinderen en je moet de ouderen teruggeven wat ze aan jou geleend hebben. Terwijl je ook voor jezelf moet zorgen. Dat lijkt eerlijk, maar als er meer ouden dan jongen zijn, is het lelijk.”

Zelf zal het vrouwtje niet oud worden omdat het Solmeer is afgesloten, maar dat is dan wel weer prettig voor de kleintjes. Een machtige tovenaar heeft het meer afgesloten en een grote ronkvogel voert voortdurend nieuwe vreemdelingen aan. Tom Poes gaat na zelf pap gegeten te hebben, op stap om de pap rond te brengen en zo meer aan de weet te komen.

Als heer Bommel wakker wordt onder een donzen dekbed meent hij dat Joost zijn slaapkamer heeft veranderd. Bij het binnenbrengen van het eten, beginnen herinneringen terug te komen, vooral als de term solvabel steeds valt. Als vervolgens de deur onder stroom blijkt te staan, komt de herinnering aan de robot in de fontein naar boven. De verdunde soep wordt door hem tegen de deur geworpen. Heer Bommel constateert kortsluiting. Een list welke ook zonder Tom Poes tot stand is gekomen, die hem bovendien toch altijd in de steek laat als hij hem nodig heeft. In het commandocentrum van het kuuroord wordt een algemene kortsluiting vastgesteld, die is begonnen in kamer 29. Heer Bommel wordt vervolgens met gas verdoofd en afgevoerd.

Tom Poes merkt na het bezorgen van al de pap, dat de afsluitende deur naar beneden zakt. Hij denkt aan kortsluiting of een valstrik maar besluit toch maar op onderzoek uit te gaan. Verpleegkundige Gorm heeft inmiddels opdracht de beschadigde zekering op te sporen en te vervangen. Hij klaagt dat hij dat niet heeft geleerd als verpleegkundige in bovenbazendienst. Heer Bommel wordt intussen door een andere verpleger scherp ondervraagd over kortsluiting en een gestolen helikopter. De kasteelheer geeft nu zijn naam Olivier. B. Bommel prijs en andere bijzonderheden. De directeur van de instelling herkent de patiënt uit kamer 29 aan de aangeleverde ruwe gegevens en de ruitjesjas. Verpleegkundige Gort krijgt opdracht hem op te halen. Op zijn beurt is heer Bommel verrast professor Sickbock te herkennen als directeur van de instelling. De geneesheer-directeur legt uit dat men zich in dit oord kan verjongen. Dat alles tegen een redelijke vergoeding. Het werk is voor hem slechts een middel om geld te verzamelen voor zijn onderzoek naar de trachyon-fusie. Heer Bommel wil graag de solbron kopen, maar dat weigert de professor. De druppels moeten medisch worden gedoseerd en dus moet de bron in handen van de wetenschap blijven. Lusteloos tekent heer Bommel desgevraagd een contract waarmee hij de kosten en verantwoordelijkheid aanvaardt. De lichten gingen vervolgens weer aan en een verpleger meldt gedeeltelijk stroomherstel. Het is nog steeds verstandiger om een echte elektricien te bellen. Heer Bommel krijgt na lang zeuren zijn druppeltje sol. Sickbock geeft de waarschuwing dat verjongen slapeloos maakt en dat het daarom beter is de druppel ‘s ochtends te nemen. Terug op zijn kamer constateert heer Bommel dat het kuuroord niet deugt. Bovenbazen en leiders wel, maar eenvoudige lieden niet. En Doddeltje?

Geneesheer-directeur Sickbock heeft nog steeds problemen met de elektriciteitsvoorziening en de bewakers Gort&Gorm, die zich beroepen op hun bovenbazen-cao. Vooral de bewaking van het terrein baart zorgen nu de bewakingscamera’s zijn uitgevallen. Hij is nog net in staat om robots in te schakelen om de gebouwen te bewaken en de kamers af te sluiten. Heer Bommel ziet vanaf de gang dat de deur van zijn kamer aan de buitenzijde door een robot wordt vergrendeld. Hij vindt het gebouw het toppunt. Het is een gevangenis waar men zijn eigen cel niet in kan. Buiten maakt Tom Poes met waterige pap een robot onschadelijk. Na een tijdje geknutsel weet hij de helm op zijn eigen hoofd te plaatsen. Omdat heer Bommel zijn kamer niet meer in kan, houdt hij zich op in het gangenstelsel van de solkliniek. Hij luistert een gesprek af tussen Sickbock en Gorm, die onderweg zijn met een gascilinder om de Grote Sol zijn dagelijkse bedwelming te geven. Heer Bommel weet geen list te verzinnen en gaat terug om geweld tegen een robot te kunnen gebruiken. Hij volgt een robot, die aan een collega een sleutel overhandigt. Een deur wordt opengedraaid en een woedende AWS wordt in de deuropening zichtbaar. Die vraagt zich driftig af welk spel OBB deze keer speelt? De robot gaat intussen door met het opendraaien van alle deuren van de opgesloten kuurgasten. Dhr. O. Fanth Mzn wil weten of er nieuws is, terwijl AWS door gaat met schreeuwend OBB te beschuldigen. Burgemeester Dickerdack duikt op en ook dokter Lapidar, die nogmaals wijst op de juiste dosering van de soldruppels. Heer Bommel vraagt luid aandacht voor de positie van de Grote Sol, maar hij wordt door een robot aan zijn jas getrokken. De robot wil met hem praten, hetgeen de kasteelheer bijzonder verbaast. De robot blijkt Tom Poes onder een buitgemaakte robothelm te zijn.

Professor Sickbock ziet tot zijn ontzetting zijn kuurgasten buiten op het grasveld vertoeven. Bovenbaas AWS heeft zich echter binnen meester gemaakt van de telefoon om orders te geven. De geneesheer-directeur wil echter zelf de telefoon hanteren om de Technische Dienst te bellen. AWS wil zijn eigen Ordedienst ontbieden. Midden in de ruzie tussen de geneesheer-directeur en de bovenbaas, patiënt en financier in een persoon verenigd, meldt verpleegkundige Gorm zich. Laatstgenoemde moest zich onmiddellijk melden en heeft zo de sleutel buiten in de deur van het Solmeer laten zitten. Professor Sickbock stuurt hem woedend terug en eist de telefoon uit handen van AWS. De twee lieden zetten hun ruzie voort. Het is de wetenschap versus het kapitaal.

Buiten legt Tom Poes aan heer Bommel uit waar de Grote Sol gevangen wordt gehouden. Heer Bommel ziet een sleutel in een deur zitten en de teruggekeerde verpleger Gorm wordt door Tom Poes met gas verdoofd. Heer Bommel springt in het solmeer en drinkt er verlekkerd van. Tom Poes waarschuwt voor een grote overdosering, omdat de dosis een druppel per dag was. Aan de andere kant van de deur bonkt heer O. Fanth. Mzn met geweld tegen de deur, die door Tom Poes aan de binnenkant was dicht gedraaid. Heer Bommel komt echter heel normaal uit het meer geklommen en stelt voor de Grote Sol te gaan bevrijden. Buiten komen professor Sickbock en AWS tot de conclusie dat OBB zich meester wil maken van het geheim van de solkuur. De prijs zal als een raket omhoog schieten. In de grot biedt Tom Poes vrijwillig aan de bonkende menigte met verdovingsgas te gaan tegenhouden, terwijl zijn vriend de Grote Sol in veiligheid moet brengen. Heer Bommel meent weer eens het moeilijkste werk opgedragen te krijgen, omdat hij bang is voor een figuur die eeuwig leven kan schenken. Hij komt in gesprek met een piepstemmetje dat uitlegt dat één druppel leven geeft en een heel meer water. Heer Bommel vraagt of hij de Grote Sol is? Hij legt uit dat ze op moeten schieten. Er komt een piepklein figuurtje tevoorschijn, dat zelfs op de hand van heer Bommel er nog heel klein uitziet. De Grote Sol blaast bitterbellen in het riviertje, die goed zijn tegen slijtage. Hij geeft geen eeuwig leven maar verlengt slechts het leven. Maar nu wil hij ook weg, omdat hij elke morgen met gas wordt verdoofd om hem ter plekke vast te houden.

De verzamelde kuurgasten zijn intussen in staat gebleken de deur eruit te beuken. Boven hun hoofden botsen twee ontboden helikopters van de Technische Dienst en de Ordedienst. De kuurgasten storten zich vervolgens joelend in het meer, ondanks de waarschuwende woorden van dokter Lapidar en professor Sickbock. Volgens dokter Lapidar gaat het om de juiste dosering van de druppels en volgens professor Sickbock geeft te veel geen resultaat. Ook de Grote Sol spreekt zijn afkeuring uit over het overdrijven door de vreemdelingen. Hij wil trouwens naar een donkere vochtige ruimte worden gebracht. Heer Bommel stopt hem dan maar in zijn zak, hoewel het baasje het daar te droog vindt. AWS geeft opdracht aan verpleger Gorm om OBB aan te houden. Dat plan mislukt omdat Tom Poes dreigend tevoorschijn komt met een gascilinder. Tom Poes en heer Bommel ontvluchten samen het strijdtoneel. Ze discussiëren over de toekomst van de Grote Sol, die heer Bommel wil meenemen naar zijn kasteel. Tom Poes legt uit dat hij terug moet naar Solland, omdat hij kan zorgen dat de jonge sollen langer kunnen draven. Een jonge sol buigt diep voor de Grote Sol op de hand van heer Bommel en Tom Poes stelt voor hem mee te nemen naar de pomp in zijn huisje. De jonge sol begrijpt dat alles weer goed zal komen omdat de ouderen weer kracht zullen krijgen. Het is dan uit met het gedraaf van de jongeren. Hij neemt de Oude Sol mee in zijn etenspot en nodigt heer Bommel uit voor een feest. Tom Poes trekt zijn vriend echter mee de vallei in. Hij leidt de mopperende kasteelheer via een bergweg lopend richting huis. Ze zien een motorfiets onder zich voorbij rijden en uren later een helikopter terug vliegen. Tom Poes kan zijn vriend uitleggen dat hij niet meer zo geliefd is bij de kuurgasten.

Professor Sickbock heeft intussen met zijn Solmeter geconstateerd dat het solwater krachteloos is geworden.[7] AWS geeft de neergestorte helikopter van de Ordedienst de schuld. Hij geeft verpleger Gorm opdracht per motorfiets de grote helikopter te gaan halen. De hele plaats zal ontruimd moeten worden. Maar als Gorm OBB ziet moet hij binnenstebuiten worden gekeerd, op zoek naar de Grote Sol. Zowel AWS als professor Sickbock gaan op zoek naar de voorraad Soldruppels. De verplegers Gort en Gorm[8] sjouwen echter een megafles soldruppels mee. “Alles is betaald door AWS, zodoende.”

De twee vrienden krijgen een dik betaalde lift van een passerende landbouwer met trekker. Ze zien boven hun hoofd een helikopter met kuurgasten wegvliegen. Tom Poes denkt dat AWS de voorraad Solwater meeneemt. Hij vraagt zich af of Sickbock er ook bij is? Heer Bommel kent de professor heel anders. Die is natuurlijk op jacht naar de Grote Sol. Maar dat klopte niet, want professor Sickbock heeft de moed opgegeven. Alles was betaald door AWS en de kuur is niet afgemaakt. De verdwijning van de amfibische levensvorm was onoverkomelijk. Het wezen scheidde bitters af, die hij had kunnen ontwikkelen om de trachyon-fusie te kunnen bekostigen. Maar men zal nog van hem horen! Terug op kasteel Bommelstein meldt heer Bommel dat hij inwendig gekneusd is. Tom Poes stelt dat hij gewoon weer de oude is geworden. Bediende Joost komt melden dat juist die middag de Oude Schicht gerepareerd is teruggebracht. Joost was wel bang dat zijn werkgever moeilijkheden had, omdat hij een plaatsvervangende arts uit elkaar geschroefd bij de fontein had gevonden. Heer Bommel legt uit dat hij over de bergen moest vluchten waardoor hij zich afvraagt of iedereen dan nog steeds boos op hem is. Tom Poes suggereert een etentje met uitnodigingen aan de burgemeester en heer Fanth.

Op een avond treft professor Prlwytzkofsky Tom Poes niet thuis. Hij vermoedt hem wel aan te treffen op het feestelijk verlichte kasteel Bommelstein. Hij deelt de verzamelde gasten mede dat de artsenij die hij op verzoek van Tom Poes heeft onderzocht, een grote hoeveelheid hormoonbitters bevatte. Hij vraagt of de heerschappen "ener ongeluk" hebben gehad?[9] Heer Bommel legt uit de hormoonbitters door een kwakzalver aan de man zijn gebracht. De hoogleraar vindt dat ongehoord omdat de bitters niet wetenschappelijk zijn beproefd en schadelijk kunnen zijn. Heer Bommel vertelt dat hij persoonlijk het meer heeft laten ontsollen en nodigt professor Prlwytzkofsky uit om mee te blijven eten.

Voetnoot

  1. Op de website http://kranten.kb.nl zijn alle afleveringen terug te vinden. Zoek onder historische kranten naar: ' Heer Bommel en het ontsollen ' pdf-formaat geeft het beste resultaat.
  2. Marten Toonder was druk bezig met zijn tekenfilm.
  3. Gelegen hemelsbreed 1,5km ten noorden van slot Bommelstein.
  4. Gelegen naast het pand van krantenmagnaat O. Fanth. Mzn in de villawijk De Heuvels ten zuidwesten van Rommeldam.
  5. Het verhaal vertoont veel overeenkomst met De Hopsa's. Hun vallei lag 50 km oostelijker in De Zwarte Bergen. Deze locatie ligt ruim 50 km ten oosten van de stad Rommeldam.
  6. Een stille hint van Marten Toonder op de opkomende pensioenproblematiek?
  7. Vergelijkbaar met de ontwikkeling in het verhaal: De Hopsa's, toen OBB ook in het water was gesprongen.
  8. Teruggekeerd per helikopter.
  9. Op plaatje 01143 zijn de burgemeester en de voorzitter van de Kleine Club beiden bepleisterd.

Hoorspel

Voorganger:
De aamnaak
Bommelsaga
24 maart 1982 - 10 juli 1982
Opvolger:
De antiloog
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.