Hermanus Hartogh Heijs van Zouteveen

Hermanus Hartogh Heijs, heer van Zouteveen (Delft, 13 februari 1841Assen, 1 juni 1891) was een Nederlandse wetenschapper en publicist.

Hermanus Hartogh Heijs van Zouteveen
Algemene informatie
Volledige naamHermanus Hartogh Heijs
Geboren13 februari 1841
Overleden1 juni 1891
TitulatuurMr. dr.
Politieke functies
1868-1872Gemeenteraadslid van Delft
Portaal    Politiek
Nederland

Hartogh Heijs werd geboren in Delft als zoon van mr. Samuel Hartogh Heijs (1809-1878), advocaat en hoogheemraad, en Elizabeth Petronella Josina Wilhelmina Hoekwater (1809-1855). De toevoeging Van Zouteveen voerde hij vanaf 1860, na de overdracht aan hem van de door zijn vader gekochte heerlijkheid Zouteveen.[1] Hij trouwde in 1866 met Maria Elisabeth van der Veen (1843-1908) uit welk huwelijk vijf kinderen werden geboren.

Op aandrang van zijn vader ging Hartogh Heijs rechten studeren in Leiden.[2] Hij promoveerde in 1864 met "Bijdragen tot de statistiek van Drenthe". Hij was meer geïnteresseerd in natuurwetenschappen en promoveerde in 1866 in de wis- en natuurkunde. In 1867 werd hij lector zoölogie in Leiden. Hij werd gepasseerd voor een hoogleraarschap aan de Leidse Universiteit om zijn openlijke sympathieën voor het darwinisme en het vrijdenken en nam ontslag. Hij was gemeenteraadslid van Delft (1868-1872) en reisde daarnaast naar Egypte, Amerika en Frankrijk. Hij was onder meer aanwezig bij de opening van het Suezkanaal (1869) en schreef hierover voor Het Vaderland.

Begin jaren zeventig verhuisde hij met zijn vrouw Maria Elisabeth van der Veen naar Assen, waar ze de villa Oakland lieten bouwen. Hij was vanuit Assen betrokken bij de vervening van Smilde, had een effectenkantoor in Groningen en was (bestuurs)lid van onder andere de Vereeniging Volksonderwijs, de Nieuw-Malthusiaanse Bond en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1881 werd hij verkozen tot lid van de gemeenteraad van Assen. Hij wilde echter de eed niet afleggen en burgemeester M.A.D. Jolles stond hem niet toe de belofte af te leggen, omdat Hartogh Heijs geen lid was van een kerkgenootschap. Hij werd daardoor niet als raadslid geïnstalleerd. Door jicht geplaagd was hij de laatste jaren van zijn leven vooral gekluisterd aan zijn werkkamer. Hij overleed op 50-jarige leeftijd en werd begraven op de Noorderbegraafplaats[3] in Assen.

Darwinist

In 1866 schreef Hartogh Heijs De methoden tot synthesis der organische ligchamen, dat de basis van zijn tweede proefschrift vormde en waarmee hij de denkbeelden van Linnaeus bestreed. Hij kwam in contact met Charles Darwin en correspondeerde met hem. Hij vertaalde The Descent of Man nog terwijl Darwin daaraan werkte, zodat in 1872 de Engelse versie en de Nederlandse vertaling tegelijkertijd konden verschijnen. Hartogh Heijs vertaalde meer van Darwins werk en werd een groot pleitbezorger van het darwinisme.

Publicist

Naast vertalingen van Darwins werk, publiceerde Hartogh Heijs ook zelf artikelen. Nadat hoogleraar Pieter Harting inzendingen van hem weigerde voor diens tijdschrift Album der Natuur richtte in 1875 hij een eigen natuurwetenschappelijk blad Isis op. In 1876 werd Hartogh Heijs bestuurslid van het Provinciaal Museum van Oudheden in Assen. Hij was als zodanig betrokken bij de oprichting van de Nieuwe Drentsche Volksalmanak in 1883 en tot zijn overlijden de eerste eindredacteur.[4] Hij publiceerde in de Volksalmanak onder meer verhalen, gedichten en geschiedkundige verhandelingen. Van 1879 tot 1888 was hij redacteur van het blad De Dageraad, van de gelijknamige vrijdenkersvereniging De Dageraad, waarvan hij ook bestuurslid was. Vanaf 1885 was hij daarnaast ook eigenaar en hoofdredacteur van de Nieuwe Provinciale Drentsche en Asser Courant.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.