Hekeser Steine

De Hekeser Steine zijn twee neolithische megalithische bouwwerken in Nedersaksen, Duitsland. Ze liggen ten zuiden van Hekese (Berge) en ten noorden van Restrup (Bippen) in de Samtgemeinde Fürstenau, Landkreis Osnabrück. De hunebedden zijn onderdeel van de Straße der Megalithkultur.

Hekeser Steine

Situering
Coördinaten52° 35 NB, 7° 47 OL
Informatie
Dateringtussen 3500 en 2800 v.Chr.
Periodeneolithicum
Cultuurtrechterbekercultuur
Foto's
De steenrij tussen de twee kamers
Portaal    Archeologie

Het zijn de enige twee hunebedden in Duitsland die verbonden zijn door een steenrij.

Kenmerken

Beide kamers zijn van het type Emsländische Kammer. De vorm van beide kamers is licht trapezoïde en ze hebben negen dekstenen. De twee buitenste en de middelste deksteen hebben een driepuntsverbinding met de draagstenen, de overige dekstenen vormen een juk met de draagstenen.

Noord (B)

De noordelijkste kamer (Sprockhoff-Nr. 883) is relatief goed behouden. Van de 20 behouden draagstenen staan veel nog in situ. Van de zeven bewaarde dekstenen ligt nog één op de draagstenen, de overige dekstenen zijn in de kamer gevallen en gedeeltelijk gebroken. De kamer is 19 meter lang en 3,5 tot 2,7 meter breed. De toegang van het ganggraf is in het midden van de zuidwestelijke lange zijde geweest, hier is een opening.

Zuid (A)

Ongeveer 50 meter ten zuiden van de noordelijke kamer ligt een ander, ook relatief goed behouden, ganggraf (Sprockhoff-Nr. 884). Deze kamer is 20 mmeter lang en 2,6 tot 3 meter breed. Elf draagstenen vormen de zuidwestelijke lange zijde, de noordoostelijke lange zijde wordt gevormd door negen draagstenen. Enkele zijn omgevallen, dit is ook gebeurd met de sluitstenen. Alle negen dekstenen zijn bewaard gebleven, maar ze zijn in de kamer gevallen. De toegang lag waarschijnlijk in het midden van de zuidwestelijke lange zijde.

Steenrij

Zeer ongewoon is de steenrij, die tussen beide kamers is geplaatst. De menhirs verbinden de beide kamers door middel van een 53 meter lange, niet geheel complete, lichtgebogen rij. Men heeft de steenrij gezien als resten van een krans rond beide hunebedden, maar ze zijn juist gelinkt aan de assen van de kamers en niet aan de zijkanten hiervan.

In West-Europa zijn vergelijkbare steenrijen, maar in Midden-Europa is er slechts één vergelijkbare steenrij bekend. Deze stond tussen de Großsteingräbern 8 und 9 bij Emmendorf in Landkreis Uelzen. De megalithische bouwwerken werden in de 19e eeuw vernietigd. Er zijn op beide plekken geen onderzoeken uitgevoerd, daardoor blijft de functie van de steenrij onbekend.

Afbeeldingen

Literatuur

  • Anette Bußmann: Steinzeitzeugen. Reisen zur Urgeschichte Nordwestdeutschlands. Isensee Verlag, Oldenburg 2009, ISBN 978-3-89995-619-1, S. 49–51.
  • Mamoun Fansa: Großsteingräber zwischen Weser und Ems. Isensee Verlag, Oldenburg 1992, S. 80–83 ISBN 3-89442-118-5
  • Johannes Groht: Menhire in Deutschland. Landesamt für Denkmalpflege und Archäologie Sachsen-Anhalt, Halle (Saale) 2013, ISBN 978-3-943904-18-5, S. 229.
  • Wolfgang Schlüter: Die Großsteingräber des Osnabrücker Raumes. In: Führer zu vor- und frühgeschichtlichen Denkmälern 44. Mainz 1979, S. 2–4.
  • Ernst Sprockhoff: Atlas der Megalithgräber Deutschland. Teil 3: Niedersachsen – Westfalen. Rudolf Habelt Verlag, Bonn 1975, ISBN 3-7749-1326-9, S. 112–114.
Zie de categorie Hekeser Steine van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.