Heidelberger Vat

Het Heidelberger Vat (Duits: Großes Fass) ook wel het 'Grote Heidelberger Vat' genaamd, is een extreem groot wijnvat, dat zich bevindt in de kelder van het Schloss Heidelberg. In de geschiedenis van Heidelberg zijn er vier van dit soort tonnen geweest. In 1751, het bouwjaar, had het vat een capaciteit van 221.726 liter. Door de uitdroging van het hout is de huidige capaciteit 219.000 liter. Honderddertig eiken zijn gekapt voor het maken van de ton. Het is echter zelden daadwerkelijk gebruikt als wijnvat. De ton wordt vooral benut als een van de belangrijkste toeristenattracties van Heidelberg. De bovenzijde van de ton is namelijk groot genoeg om als dansvloer te dienen.[1]

De Heidelberg Tun is groot genoeg om op te dansen
Tekening van het eerste reuzenvat van Heidelberg.

Geschiedenis

Het kasteel van Heidelberg heeft een traditie van gigantische wijnvaten. Het huidige vat is de vierde in de geschiedenis van de Nectarstad.

  1. Johann-Casimir-Fass (1591)
  2. Karl-Ludwig-Fass (1664)
  3. Karl-Philipp-Fass (1728)
  4. Karl-Theodor-Fass (1751)

Toen het Franse leger het kasteel overnam, geloofden de soldaten dat het vat vol zou zitten met wijn. Zij lieten sporen achter op het vat die nog steeds zichtbaar zijn.[2]

Volgens een lokale legende is er een eeuwige bewaker van het gigantische Vat: Perkeo van Heidelberg, een vroegere hofnar en opzichter van de drankproductie van het kasteel, die bekend stond om zijn overvloedig drinken.

Het Vat in de literatuur

De Tun, circa 1900.

De Vat is genoemd in Rudolf Erich Raspe's The Surprising Adventures of Baron Munchausen, Jules Verne's verhaal Vijf weken in een luchtballon, Victor Hugo's Les Miserables, Washington Irving's The Specter Bridegroom, Mary Hazelton Wade's Bertha, Mark Twain's A Tramp Abroad en Die fromme Helena van Wilhelm Busch. Het kan ook gevonden worden in Herman Melville's Moby-Dick en in Lyrisches Intermezzo door Heinrich Heine, later gebruikt in Dichterliebe door Robert Schumann voor het laatste lied "Die alten, bösen Lieder (het oude kwaadaardige lied)".

De Engelse schrijver Jerome K. Jerome bezocht de ton in 1890, tijdens de terugtocht van zijn reis naar Oberammergau:

"What there is of interest in the sight of a big beer-barrel it is difficult, in one's calmer moments, to understand; but the guide books says that it is a thing to be seen, and so all we tourists go and stand in a row and gape at it."
— Jerome K. Jerome, Diary of a Pilgrimage, 1891

Anton Praetorius, de eerste Calvinistisch pastoor van de wijnproducerende gemeenschap Dittelsheim, bezocht de buurt van Heidelberg, in het centrum van Calvijns theologie in Duitsland. Hij was zo onder de indruk van de Johann-Casimir-Fass, dat hij een gedicht schreef in 1595. In dit gedicht noemde hij het vat een duidelijk bewijs voor de superioriteit van het Calvinisme, genaamd Vas Heidelbergense (Poem on the Great Wine Barrel in the Castle of Heidelberg).

"Everybody has heard of the great Heidelberg Tun, and most people have seen it, no doubt. It is a wine-cask as big as a cottage, and some traditions say it holds eighteen thousand bottles, and other traditions say it holds eighteen hundred million barrels. I think it likely that one of these statements is a mistake, and the other is a lie. However, the mere matter of capacity is a thing of no sort of consequence, since the cask is empty, and indeed has always been empty, history says. An empty cask the size of a cathedral could excite but little emotion in me."
— Mark Twain, A Tramp Abroad, 1880

Overig werk waarin het vat wordt beschreven:

  • Vas Heidelbergense, Heidelberg, oktober 1595 (Gedicht over de 1. Grote Wijnvat in kasteel Heidelberg. Nog maar een versie hiervan, vertaald naar het Duits door Burghard Schmanck)
  • Stefan Wiltschko, The Big Vat, Heidelberg, 2002 (ook beschikbaar in Frans, Japans, Spaans en Duits)
  • Cser, Andreas en Stefan Wiltschko: Das Große Fass im Schloss Heidelberg, Neckargemünd-Dilsberg, 1999
  • Das grosse Fass zu Heidelberg ein unbekanntes Kapitel kurpfälzischer Kunstgeschichte, July Sjöberg, editor, Neckargemünd-Dilsberg, 2004
  • Hartmut Hegeler und Stefan Wiltschko: Anton Praetorius und das 1. Große Fass von Heidelberg (the 1st Great Wine Barrel in the Castle of Heidelberg) Unna, 2003 ISBN 3-9808969-0-0
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.