Gysbert Japicxpriis

De Gysbert Japicxpriis, genoemd naar de 17e-eeuwse Friese dichter Gysbert Japicx, is een prijs voor oorspronkelijk Fries literair werk. Deze literatuurprijs wordt toegekend door Gedeputeerde Staten van Friesland, die zich laten adviseren door een zogeheten 'adviescommissie', dat is een vakjury. De prijswinnaar ontvangt een oorkonde en een geldbedrag. Dat laatste is in de loop der tijd regelmatig verhoogd. In 2015 bedraagt het € 10.000, met daarnaast een geoormerkte som van € 5.000 om werk van de prijswinnaar te vertalen.

De Gysbert Japicxpriis bestaat sinds 1947 en is in dezelfde tijd ingesteld als de P.C. Hooft-prijs. De frequentie van de prijstoekenning varieerde in de loop der jaren. Tot 1953 was de toekenning elk jaar, daarna tot 1983 om de twee jaar en daarna tot 2001 om de drie jaar, waarna teruggekeerd werd tot een toekenning om het jaar, afwisselend voor proza en poëzie. De uitreiking vindt plaats in Bolsward, de geboorteplaats van de naamgever van de prijs.

Winnaars

  • 2019 - Aggie van der Meer: De achttjin (roman)
  • 2017 - Eppie Dam: Fallend ljocht
  • 2015 - Koos Tiemersma: Einum (roman)
  • 2013 - Jacobus Q. Smink: Sondelfal (bundel)
  • 2011 - Durk van der Ploeg: gehele oeuvre
  • 2009 - Anne Feddema: Reidhintsje op ’e Styx (poëzie)
  • 2007 - Josse de Haan: gehele oeuvre
  • 2005 - Abe de Vries: In waarm wek altyd (poëzie)
  • 2003 - Willem Tjerkstra: Ridder fan Snits (roman)
  • 2001 - Tsjêbbe Hettinga: Fan oer see en fierder (dichtbundel)
  • 1998 - Piter Boersma: It libben sels (roman)
  • 1995 - Trinus Riemersma: De reade bwarre (roman)
  • 1992 - Steven H.P. de Jong: De Wuttelhaven del (roman)
  • 1989 - Anne Wadman: gehele oeuvre
  • 1986 - Tiny Mulder: gehele oeuvre
  • 1983 - Sjoerd van der Schaaf: De bijekening (roman)
  • 1981 - Reinder Rienk van der Leest: Kunst en fleanwurk (dichtbundel)
  • 1979 - Ypk fan der Fear: gehele oeuvre
  • 1977 - Jan Wybenga: Lyts Frysk deadeboek (dichtbundel)
  • 1975 - Rink van der Velde: gehele oeuvre
  • 1973 - Willem Abma: De âlde en de leave hear: as lead om âld izer, Op libben en dea en Mosken en goaden (dichtbundels)
  • 1971 - Paulus Akkerman: It roer út hannen (roman), Foar de lins/Dat sadwaende (essays)
  • 1969 - niet toegekend
  • 1967 - Trinus Riemersma: Fabryk (roman)
  • 1965 - Jan Wybenga: Barakkekamp (dichtbundel)
  • 1963 - Jo Smit: Bisten en boargers (verhalenbundel)
  • 1961 - Marten Sikkema: gehele oeuvre
  • 1959 - Eeltsje Boates Folkertsma (geweigerd): Eachweiding (essays)
  • 1957 - Douwe Tamminga: Balladen (dichtbundel)
  • 1955 - Ulbe van Houten: De hillige histoarje (Bijbelverhalen), De sûnde fan Haitze Holwerda (roman)
  • 1953 - Rixt: De gouden rider (dichtbundel)
  • 1952 - Anne Wadman: Kritysk konfoai (essays)
  • 1951 - Sjoerd Spanninga: Spegelskrift en Núnders (dichtbundels)
  • 1950 - Ype Poortinga: Elbrich (roman)
  • 1949 - Fedde Schurer: Simson (Bijbels drama), berijmingen van It boek fan 'e psalmen
  • 1948 - Nyckle Haisma (postuum): Simmer (novelle)
  • 1947 - Obe Postma: It sil bistean (dichtbundel)

'Schandalen' rond de Gysbert Japicxpriis

  • In 1950 stelde de vakjury voor om de prijs te verdelen tussen Ype Poortinga, als hoofdwinnaar, en Anne Wadman, als tweede winnaar. Gedeputeerde Staten besloten alleen Poortinga als winnaar aan te merken.
  • In 1951 verscheen prijswinnaar Jan Dijkstra niet op de uitreiking.[1][2]
  • In 1953 kwam er grote maatschappelijke kritiek op de bekroning van het als onzedelijk beschouwde dichtwerk van dichteres Rixt.
  • In 1959 weigerde Eeltsje Boates Folkertsma de prijs.
  • In 1961 stapte Marten Brouwer na onenigheid met de andere leden uit de vakjury.
  • In 1969 droeg de vakjury het dichterscollectief 'Operaesje Fers' voor. Gedeputeerde Staten volgden dat advies niet en besloten de prijs dat jaar niet toe te kennen.
  • In 1975 verscheen winnaar Rink van der Velde niet op de uitreiking.
  • In 1977 kon de vakjury niet tot een oordeel komen. Gedeputeerde Staten hebben toen zelfstandig Jan Wybenga als winnaar aangewezen.
  • In 2003 kritiseerden Gedeputeerde Staten openlijk het advies van de vakjury om de prijs toe te kennen aan Willem Tjerkstra. Gedeputeerde Bertus Mulder was van mening dat Durk van der Ploeg de prijs had verdiend. Toch volgden Gedeputeerde Staten het advies van de vakjury om Tjerkstra de prijs toe te kennen.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.