Gustavus Devuyst

In Oostende geboren, trok De Vuyst naar Brussel en Vilvoorde en militeerde er in de socialistische organisaties. In Vilvoorde werd hij lid van De Volkskinderen, een organisatie waarvan hij in 1919 secretaris werd. In 1924 werd hij voltijds kantonnaal propagandist van de Belgische Werkliedenpartij (BWP). In Vilvoorde werd hij beheerder en penningmeester van de lokale partijkrant De Demokraat (1920-40). Hij was er ook lid van het (lokale) comité van de Socialistische Jonge Wacht. Tussen 1926 en 1940 was hij secretaris van de Vilvoordse BWP.

In 1932 werd hij gemeenteraadslid van Vilvoorde en behield dit mandaat tot in 1938. Voordien had hij gezeteld in de Commissie van Openbare Onderstand (COO). Na de Tweede Wereldoorlog was hij van 1953 tot 1959 voorzitter van deze commissie.

Van 1936 tot 1961 was hij provincieraadslid voor Brabant. In 1961 werd hij verkozen tot socialistisch senator voor het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en vervulde dit mandaat tot in 1965.

Zijn carrière situeerde zich vooral binnen de socialistische ziekenkassen. In 1925 werd hij regionaal vertegenwoordiger van de Federatie van Socialistische en Syndicale Mutualiteiten voor de arrondissementen Brussel en Leuven. In 1945 werd hij algemeen secretaris van de Federatie van Socialistische Mutualiteiten van Brabant (FSMB) en van de vzw Kliniek César De Paepe. Vervolgens werd hij ook nog lid van het uitvoerend bureau van de Socialistische Vooruitziende Vrouwen (SVV) van Brabant. Hij werd ondervoorzitter van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (NVSM). Hij zetelde ook in het nationaal bureau van het Belgische Rode Kruis.

Op andere vlakken was hij:

• lid van het (regionaal) comité van de Centrale der Metaalbewerkers van België (1920-1940),
• lid en in 1944 voorzitter van de lokale werkrechtersraad,
• beheerder van de Brusselse coöperatie La Maison du Peuple,
• stichtend voorzitter van de socialistische radio-omroepen SAROV en RESEF;
• lid of bestuurder van verschillende sportkringen, muziek- en toneelkringen,
• ondervoorzitter van het reisagentschap van ATO en het Centrum voor Sociale Actie.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij lid van het gewapend verzet en verantwoordelijk voor de Vilvoordse afdeling van het Onafhankelijkheidsfront.

• Paul VAN MOLLE, Het Belgisch Parlement, 1894-1972, Brussel, 1972.