Gina Lollobrigida
Gina Lollobrigida, eigenlijke naam Luigina Lollobrigida, (Subiaco, Italië, 4 juli 1927) is een Italiaanse actrice, die in de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw haar grootste bekendheid kreeg door haar rollen in een aantal Hollywoodfilms. Zij was een generatiegenote van Marilyn Monroe, en werd beschouwd als de Europese en Italiaanse tegenpool van deze Amerikaanse ster. Als Italiaanse in Hollywood effende zij het pad voor haar landgenote Sophia Loren, die haar korte tijd later zou volgen en die haar faam nog zou overtreffen.
Gina Lollobrigida
| ||||
Gina Lollobrigida | ||||
Algemene informatie | ||||
Geboortenaam | Luigina Lollobrigida | |||
Geboren | 4 juli 1927 | |||
Geboorteplaats | Subiaco | |||
Land | ||||
Bijnaam | The World's Most Beautiful Woman | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1946-1997 | |||
Beroep | Actrice | |||
(en) IMDb-profiel | ||||
|
Leven en werk
Afkomst en schoonheidswedstrijden
Lollobrigida was de dochter van een meubelmaker. In haar jonge jaren nam zij deel aan een aantal schoonheidswedstrijden. Bij de Miss Italia-verkiezingen van 1947 werd ze derde.
De jaren vijftig: glorietijd als filmactrice
Haar groeiende naambekendheid lag aan de basis van een aantal verschijningen in Italiaanse romantische komedies. Die films werden door sommige filmcritici als van mindere kwaliteit beschouwd, maar ze droegen wel bij aan haar populariteit bij het grote publiek. Een van die lichte komedies heette heel toepasselijk Miss Italia (1950). Een van de Engelse titels van de film La donna più bella del mondo (The World's Most Beautiful Woman) uit 1955 werd ook haar bijnaam.
In 1952 werd ze voor het eerst gevraagd door Franse cineasten: ze werd twee keer aan steracteur Gérard Philipe gekoppeld. In de succesrijke mantel- en degenfilm Fanfan la Tulipe (Christian-Jaque) misleidde ze hem als waarzegster. In René Clairs komedie Les Belles de nuit was ze een van Philipe's droomvrouwen.
Een jaar later volgde haar Amerikaanse filmdebuut met John Hustons avontuurlijke komedie Beat the Devil waarin ze de vrouw van Humphrey Bogart vertolkte. In de tragikomedie Trapeze (1956) dongen trapeze-artiesten Tony Curtis en Burt Lancaster om haar hand.
In Italië groeiden ook de romantische komedie Pane, amore e fantasia (1953) en het vervolg Pane, amore e gelosia (1954) uit tot grote kaskrakers.
Ze werkte drie keer samen met Jean Delannoy. Vooral haar optreden als de beeldschone en sensuele zigeunerin Esmeralda aan de zijde van 'bultenaar' Anthony Quinn in het op het gelijknamige werk van Victor Hugo gebaseerde historisch drama Notre-Dame de Paris (1956) werd een enorm succes. De komedie Anna di Brooklyn (Vittorio De Sica, 1958) toonde haar als knappe weduwe die na het overlijden van haar man uit de Verenigde Staten terugkeerde naar haar vaderland Italië en in haar geboortedorp het hoofd van op één na alle mannen op hol bracht. In King Vidors sandalenfilm Solomon and Sheba (1959) vertolkte ze de mooie koningin van Seba die een relatie aanging met koning Salomo van Israël. De film werd al even gunstig onthaald. In datzelfde jaar werd ze in de rol van dienstmeid in Jules Dassins drama La legge (weer) door alle mannen van het dorp begeerd.
Latere carrière
Een van haar weinige latere rollen speelde ze in het drama Un bellissimo novembre (Mauro Bolognini, 1969). Ze was Cettina, een levenslustige en erg sensuele 40-jarige vrouw. die speels inging op de avances van haar 17-jarig neefje. Daarna speelde ze nog maar in een handvol films. In de jaren tachtig speelde ze gastrollen in Falcon Crest en The Love Boat alsmede een ondersteunende rol in de miniserie Deceptions.
Naast met acteren hield ze zich begin jaren zeventig bezig met fotojournalistiek. Ook exposeerde ze een aantal keren met door haar gemaakte beeldhouwwerken. Het geld dat ze daarmee verdiende, werd geschonken aan goede doelen als Artsen zonder Grenzen en UNICEF.
In 1985 werd ze door de Franse president François Mitterrand opgenomen in het Legioen van Eer. In 2018 kreeg ze voor haar filmcarrière een ster op de Hollywood Walk of Fame.
Trivia
In de tv-serie Toen was geluk heel gewoon wordt zij in de eerste aflevering van seizoen 8 (2001) genoemd als drager van bont in het blad de Beatrijs.
Privéleven
In 1949 trouwde ze met de Joegoslavische arts Milko Škofič. In 1966 had Gina, nog steeds getrouwd, een affaire met de komiek Jerry Lewis, waarna ze in 1968 van haar man scheidde. In 1999 nam zij zonder succes deel aan de verkiezingen voor het Europees Parlement 1999, de vijfde rechtstreekse verkiezingen die plaatsvonden van 10 t/m 13 juni 1999. Zij was ook actief als zakenvrouw en fotografe. Tegenwoordig leidt ze een teruggetrokken leven. De dochter van haar neef is de Italiaanse langebaanschaatsster Francesca Lollobrigida.
Filmografie
- Aquila nera (1946) (Riccardo Freda)
- Lucia di Lammermoor (1946) (Piero Ballerini)
- L'elisir d'amore (1946) (Mario Costa)
- Il segreto di Don Giovanni (1947) (Camillo Mastrocinque)
- Pagliacci (1947) (Mario Costa)
- Il delitto di Giovanni Episcopo (1947) (Alberto Lattuada)
- A Man About the House (1947) (Leslie Arliss)
- Follie per l'opera (1948) (Mario Costa)
- Campane a martello (1949) (Luigi Zampa)
- La sposa non può attendere (1949) (Gianni Franciolini)
- Cuori senza frontiere (1950) (Luigi Zampa)
- Vita da cani (1950) ((Mario Monicelli en (Steno)
- Miss Italia (1950) (Duilio Coletti)
- Alina (1950) (Giorgio Pàstina)
- Passaporto per l'oriente (sketchenfilm van onder meer Wolfgang Staudte en Romolo Marcellini) (1951)
- Enrico Caruso, leggenda di una voce (The Young Caruso) (1951) (Giacomo Gentilomo)
- La città si difende (1951) (Pietro Germi)
- Amor non ho... però... però (1951) (Giorgio Bianchi)
- Achtung banditi (1951) (Carlo Lizzani)
- Moglie per una notte (1952) (Mario Camerini)
- Altri tempi - Zibaldone n. 1 (sketchenfilm) (1952) (Alessandro Blasetti)
- Fanfan la Tulipe (1952) (Christian-Jaque)
- Les Belles de nuit (1952) (René Clair)
- La provinciale (1953) (Mario Soldati)
- Pane, amore e fantasia (1953) (Luigi Comencini)
- Le infedeli (1953) (Mario Monicelli en (Steno)
- Beat the Devil (1953) (John Huston)
- La romana (1954) (Luigi Zampa)
- Pane, amore e gelosia (1954) (Luigi Comencini)
- Crossed Swords (Il Maestro di Don Giovanni) (1954) (Milton Krims)
- Le Grand Jeu (Robert Siodmak)
- La donna più bella del mondo (Beautiful But Dangerous) (1955) (Robert Z. Leonard)
- Trapeze (1956) (Carol Reed)
- Notre-Dame de Paris (1956) (Jean Delannoy)
- Anna di Brooklyn (1958) (Vittorio De Sica en (Carlo Lastricati)
- La legge (1959) (Jules Dassin)
- Never So Few (1959) (John Sturges)
- Solomon and Sheba (1959) (King Vidor)
- Go Naked in the World (1961) (Ranald MacDougall)
- Come September (1961) (Robert Mulligan)
- Lykke og krone (1962) (documentaire)
- La bellezza di Ippolita (1962) (Giancarlo Zagni)
- Venere imperiale (1963) (Jean Delannoy)
- Mare matto (1963) (Renato Castellani)
- Woman of Straw (1964) (Basil Dearden)
- Io, io, io... e gli altri (1965) (Alessandro Blasetti)
- Le bambole (1965) (sketchenfilm, episode Monsignor Cupido van Mauro Bolognini)
- Strange Bedfellows (1965) (Melvin Frank)
- Le piacevoli notti (1966) (Armando Crispino)
- Les Sultans (1966) (Jean Delannoy)
- Hotel Paradiso (1966) (Peter Glenville)
- Cervantes (1967) (Vincent Sherman)
- Stuntman (1968) (Marcello Baldi)
- La morte ha fatto l'uovo (1968) (Giulio Questi)
- The Private Navy of Sgt. O'Farrell (1968) (Frank Tashlin)
- Buona Sera, Mrs. Campbell (1968) (Melvin Frank)
- Un bellissimo novembre (1969) (Mauro Bolognini)
- Bad Man's River (1971) (Eugenio Martín)
- King, Queen, Knave (1972) (Jerzy Skolimowski)
- Peccato mortale (1973) (Rovira Beleta)
- Wandering Stars (1983) (documentaire)
- Les cent et une nuits de Simon Cinéma (1995) (Agnès Varda)
- XXL (1997) (Ariel Zeitoun)
Externe link
- (en)
Gina Lollobrigida in de Internet Movie Database
Zie de categorie Gina Lollobrigida van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |