Gerrit Schulte

Gerardus Bernardus Maria (Gerrit) Schulte (Amsterdam, 7 januari 1916 - 's-Hertogenbosch, 26 februari 1992) was een Nederlands wielrenner, die in de tijd rond de Tweede Wereldoorlog één van Nederlands populairste coureurs was. In totaal haalde hij meer dan 100 overwinningen op de weg en meer dan 200 op de baan.[1] In 1936 gaf de Franse sportjournalist Gaston Bénac hem de bijnaam "le fou pédalant" (de fietsende dwaas), omdat de temperamentvolle Schulte vaak vergeefs met zijn krachten smeet door onophoudelijk te demarreren en van groep tot groep naar voren te rijden. Voor wat betreft de baan evenwel verwierf hij door zijn klasse en herhaaldelijk en uitgebreid beschreven strijdlust en dominante karakter de officieuze eretitel 'koning van de piste'.[1]

Gerrit Schulte
Gerrit Schulte in 1952
Persoonlijke informatie
Volledige naamGerrit Schulte
BijnaamLe Fou Pédalant, De Bossche Reus
Geboortedatum7 januari 1916
Geboorteplaats Amsterdam, Nederland
Overlijdensdatum26 februari 1992
Overlijdensplaats's-Hertogenbosch, Nederland
Lengte189 cm
Gewicht85 kg
Sportieve informatie
Discipline(s)Baan en weg
Specialisatie(s)achtervolging, koppelkoers en zesdaagsen
Beste prestaties
Parijs-Roubaix11e (1939)
Ronde van Frankrijk1 etappezege
WK op de weg3e (1956)
Portaal    Wielersport
Gerrit Schulte overhandigt de Gerrit Schulte Trofee aan Jan Janssen in 1968

In 1937 maakte hij zijn debuut in het profpeloton. Dat jaar versloeg hij op de achtervolging de toen zeer bekende Jan Pijnenburg en werd hij vierde in de Grote Landenprijs, destijds de belangrijkste tijdrit van het wielerjaar. Het volgende jaar reed hij voor de eerste en enige keer de Tour de France. Hier wist hij de derde etappe (Saint-Brieuc – Nantes) te winnen (met in de laatste kilometers van zijn ontsnapping een leeglopende achterband en nog slechts 5 seconden voorsprong),[2] en in 4 andere (deel)etappes reed hij een top-tien uitslag, ondanks valpartijen, wielbreuken, derailleurpech en een flink aantal lekke banden. In de 8e etappe toen de Pyreneeën de klimmers van de niet-klimmers scheidden en na wederom een valpartij en verschillende bandbreuken[3] kwam hij samen met Piet van Nek jr. buiten tijd aan evenwel.[4] Een Tourcarrière bleek voor deze 1m89 lange en zwaargebouwde[5] wielrenner nochtans niet weggelegd; vooral ook omdat hij, naar eigen zeggen, 95 gulden had overgehouden aan zijn deelname.[6] Toen hij na de Tour met zijn reeds opgebouwde populariteit een reeks van contracten voor (kleinere) weg- en baanwedstrijden kon afsluiten voor het resterende seizoen,[7] en een week daarna de Grand Prix du Jubilé Dunlop won[8], waar hij na twee uur koers 750 gulden incasseerde, bleek dat financieel veel interessanter - een strategische beslissing voor het verdere verloop van zijn carrière was snel gemaakt. Vanaf dat moment koos Schulte – zoals veel renners van zijn generatie - voor koersen die hem een verzekerd inkomen boden.[9]

Dit hield ten eerste in dat Schulte zich op de weg voornamelijk beperkte tot (kleinere) eendagswedstrijden, meer in het bijzonder tot kermiskoersen en criteriums, waarin hij excelleerde[10] en waar hij startgelden kreeg en prijzengeld en andere premies kon winnen door bijvoorbeeld rondenlang vóór het peloton uit te blijven rijden, en ten tweede dat Schulte zich in grote mate op de destijds nog bijzonder populaire baan richtte, waar hij met zijn overwinningen in verschillende achtervolgingstoernooien reeds talent voor had getoond[11] - alhoewel het zich toeleggen op de baan, incluis het winterbaanseizoen, door verschillende commentatoren beschouwd werd als een nieuw voorbeeld van een talentvol wegrenner die de "verleiding der piste niet heeft kunnen weerstaan" en daarmee voor de weg 'verloren' was gegaan.[12] Op de weg won hij niettemin viermaal het nationaal kampioenschap - in 1944, 1948, 1950 en 1953, waar hij in dat laatste kampioenschap de twee vooraanstaande en populaire wegrenners Wim van Est en Wout Wagtmans kon verslaan in een sprint van drie - en bleek hij, als 40-jarige, nog in staat om in het wereldkampioenschap op de weg van 1956, op een vlakke omloop in een groepssprint, het brons te pakken achter Rik Van Steenbergen en Rik Van Looy.

In 1940 won Schulte de eerste van zijn negen Nederlandse titels op de achtervolging (1940-1945, 1947, 1948 en 1950-1951). Zijn topjaar was evenwel 1948; naast dat hij zowel op de baan als op de weg Nederlands kampioen werd, behaalde hij zijn meest aansprekende overwinning: In Amsterdam werd hij Wereldkampioen achtervolging, door in de finale 'Il Campionissimo' Fausto Coppi te verslaan.[13]

Daarnaast kwam Schulte tot 19 eerste plaatsen, 17 tweede plaatsen en 14 derde plaatsen in de Zesdaagsen, uit 73 starts, en niettegenstaande dat er tijdens zijn actieve carrière geen Nederlandse Zesdaagsen waren ontwikkelde Schulte zich (samen met Rik Van Steenbergen)[14] tot de patrons van de zogeheten 'blauwe trein',[15] een combine van de sterkste koppels die het wedstrijdverloop in grote lijn bepaalde, ervoor zorgde dat het publiek wielrennen van hoog niveau te zien kreeg en de premies verdeelde volgens een bepaalde sleutel.[16]

Schultes vaste koppelgenoten in de Zesdaagsen waren, in eerste instantie, Gerrit Boeyen (6 overwinningen) en, na een breuk met deze, vanaf 1949 Gerard Peters (6 overwinningen). Vanaf 1956 reed hij met verschillende maten, waaronder Klaus Bugdahl (2 overwinningen) en Peter Post, met wie hij nog tot 3 eerste plaatsen in de Zesdaagsen kwam.[17] Verder won hij in 1949 (met Gerrit Boeyen), in 1950 (met Gerrit Peters) en in 1951 (met Peters) het indertijd prestigieuze Europees Criterium Koppelkoers, het officieus Europees kampioenschap, dat uit verschillende manches of kwalificatieritten van 3 uur koppelkoers (effectief ±140 kilometer) of 100 kilometer koppelkoers (effectief iets meer dan 2 uur) bestond.[18] In 1953, 1954 en 1955 (telkens met Gerrit Peters) veroverde hij in deze wedstrijd het zilver, en in 1959 behaalde hij - 43 jaar oud inmiddels - met Peter Post nog het brons.[19]

Sinds 1955 wordt ieder jaar aan de beste Nederlandse profrenner de Gerrit Schulte Trofee uitgereikt. Deze wordt tegenwoordig toegekend door de Club '48 (een vereniging van oud-renners op initiatief van Schulte genoemd naar het jaar 1948 toen hij wereldkampioen achtervolging werd), de leden van de Vereniging voor Beroeps Wielrenners en stemmers op een poll van het dagblad De Telegraaf. Schulte ontving deze onderscheiding zelf in 1958. De meest recente winnaar (2019) is Mathieu van der Poel.

Al in 1948 had Schulte serieus overwogen met wielrennen te stoppen, en dit plan kwam opnieuw bij hem op toen hij in september 1951 het beheer van het restaurant bij Stadion De Vliert van FC Den Bosch kon overnemen. Maar op aandringen van zijn vrouw, die hem de werkzaamheden rond het restaurant zo veel mogelijk uit handen nam, zette Schulte zijn loopbaan voort. In dat restaurant werd ook jaarlijks de Gerrit Schulte-trofee uitgereikt aan de beste Nederlandse prof.

In 1958 werd hij gekozen tot Sportman van het jaar. Op 25 maart 1960 nam de 44-jarige Schulte in het Antwerpse Sportpaleis definitief afscheid van het actieve wielrennen tijdens een te zijner ere gehouden wielergala.

Vanaf 1972 liet Schulte het dagelijkse beheer van 'De Vliert' aan anderen over, en kon hij meer tijd besteden aan zijn hobby's: vissen, jagen en duivenmelken. Geregeld liet hij zijn afkeuring blijken over de ontwikkelingen in het wielrennen sinds zijn vertrek. Na een jaar met hartproblemen werd hij in 1992 in zijn tuin door een fatale hartstilstand getroffen.

Resultaten in voornaamste wedstrijden

Jaar Ronde van
Italië
Ronde van
Frankrijk
Ronde van
Spanje
1938 opgave (1) 
1939
1946
1948
1949
1950
1956
(*) tussen haakjes aantal individuele etappe-overwinningen
JaarParijs-RoubaixParijs-ToursWK op de weg
193835e
193911e
19465e
194811e
19495e
19504e
1956 
Voorganger:
Theo Middelkamp
1943
Nederlands kampioen wielrennen
Gerrit Schulte
1944
Opvolger:
Theo Middelkamp
1945
Voorganger:
Sjef Janssen
1947
Nederlands kampioen wielrennen
Gerrit Schulte
1948
Opvolger:
Sjef Janssen
1949
Voorganger:
Sjef Janssen
1949
Nederlands kampioen wielrennen
Gerrit Schulte
1950
Opvolger:
Hans Dekkers
1951
Voorganger:
Hans Dekkers
1952
Nederlands kampioen wielrennen
Gerrit Schulte
1953
Opvolger:
Adri Voorting
1954
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.