Gerard Mortier

Gerard Alfons August baron Mortier (Gent, 25 november 1943Brussel, 8 maart 2014)[1] was een Belgisch opera-intendant (artistiek leider).

Gerard Mortier
Algemene informatie
GeborenGent, 25 november 1943
OverledenBrussel, 8 maart 2014
Nationaliteit België
Portaal    Klassieke muziek

Levensloop

Vorming en opleiding

Mortier was de zoon van een bakker uit het Gentse Muidekwartier. Hij doorliep de middelbare school aan het Sint-Barbaracollege in Gent, waarna hij het diploma van doctor in de rechten en een licentiaat in de Communicatiewetenschappen behaalde aan de Rijksuniversiteit Gent. Op 25 augustus 1970 publiceerde hij zijn aanklacht tegen het Gentse operabeleid "De koninklijke Opera van Gent: Een Vlaams Kultuurschandaal!" in het blad Jeugd-Opera. Daarin pakte hij de directeur van de opera en het stadsbestuur zwaar aan. Hij bepleitte de oprichting van een "Opera van Vlaanderen".

Hij werd in 2007 in de adelstand verheven met de titel van baron.

In de zomer van 2013 werd bij Mortier een agressieve vorm van kanker vastgesteld, waaraan hij acht maanden later overleed.[2] Zijn overlijden werd aangekondigd door zijn zus Rita Mortier en door zijn vriend, de dirigent Sylvain Cambreling. Hij werd in alle intimiteit gecremeerd.

Beroepsloopbaan

Zijn eerste ervaring deed hij op als assistent van de directeur van het Festival van Vlaanderen, Jan Briers. In de jaren 70 was hij artistiek directeur van verschillende opera's: in Düsseldorf (1972-73), Hamburg (1973-77), Frankfurt (1977-79) en Parijs (1979-81).

Muntschouwburg Brussel

Hij kreeg grote faam als opera-intendant van de Munt te Brussel van 1981 tot 1991, waar hij een vernieuwend, meer als workshop opgezet programma opbouwde. Zijn vlotte meertaligheid (Nederlands, Frans, Engels, Duits) en zijn jarenlange ervaring met bekende Duitse opera-artiesten hielpen hem daarbij flink.

Salzburger Festspiele

In 1992 werd hij manager en artistiek directeur van de Salzburger Festspiele, waar hij met een radicale hervorming van het programma geregeld voor controverses zorgde. Bij zijn afscheid lieten tegenstanders in een plaatselijke krant een paginagrote doodsbrief van Mortier afdrukken.

RuhrTriennale

Van 2002 tot 2004 was Mortier de eerste intendant van de RuhrTriennale, een nieuw muziekproject dat het Ruhrgebied een cultureel élan moest geven. Mortier kreeg de reputatie een succesvolle en gedurfde vernieuwer te zijn, onder andere door het aantrekken van een jonger operapubliek.

Opéra national de Paris

In juli 2004 volgde Mortier Hugues Gall op als directeur van de Opéra national de Paris.

New York City Opera

Vanaf september 2009 tot 2015 zou Mortier als artistiek en algemeen directeur de New York City Opera leiden. The New York Times verwelkomde hem als een sleutelfiguur, "een van de vooraanstaande provocateurs van de opera". Mortier had grootse plannen met de opera, zoals verbouwen of misschien verhuizen, het orkest uitbreiden en het repertoire vernieuwen. Ook wilde Mortier opera weer genietbaar maken voor een jong publiek en het genre uit zijn museale context halen. Op 7 november 2008 diende hij evenwel reeds zijn ontslag in toen duidelijk werd dat de vooraf toegezegde budgetten in 2009 niet beschikbaar zouden zijn.

Teatro Real in Madrid

Sinds september 2010 leidde Mortier het Teatro Real in Madrid, met een contract tot 2016, maar hij werd daar in september 2013 ontslagen als artistiek directeur, waarna hij voor een jaar als adviseur werd aangesteld.

Onderscheidingen

Tijdens zijn loopbaan kreeg Mortier tal van eerbewijzen, onder andere een eredoctoraat van de universiteiten van Antwerpen en Salzburg, en in februari 2005 de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Algemene Culturele Verdienste 2004 voor zijn hele oeuvre. Daarnaast was hij ook lid van de Akademie der Künste in Berlijn.

In 2011 werd hij opgenomen in de Belgische adel met de persoonlijke titel baron.

In 2014 werd hem wegens zijn verdiensten postuum de Goethe-Medaille toegekend.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.