Gedalia

Gedalia of Gedalja ben Achikam (Hebreeuws גְּדַלְיָהוּ בֶן-אֲחִיקָם, „Jahwe is groot / heeft Zijn grootheid bewezen“) is een bijbels personage.

Gedalia was een Babylonische stadhouder in de provincie Judas. Hij werd na de verovering van Jeruzalem (omstreeks 29. juli 587 v. Chr.) door de Babyloniërs onder Nebukadnezar II in 587 v. Chr. aangesteld. Zijn vader was Achikam, zijn grootvader Sjafan; zodoende behoorde hij tot het geslacht van de Sjafaniden, dat ervoor had gekozen, die Bbabylonische bezetting te accepteren.[1]

Hij resideerde in de tijdens de Babylonische verovering intact gebleven stad Mizpa. Na slechts 7 maanden in functie te zijn geweest, kwam hij bij een moordaanslag door Jisjmaël ben Netanja om het leven. Deze behoorde tot het leger van het zojuist ten onder gegane koningshuis van David, dat tevoren over het koninkrijk Juda had geregeerd. De meeste van de nog niet gedeporteerde Joden vluchtten daarop uit angst voor de Babyloniërs naar Egypte. Zie hiervoor ook in de bijbel 2 Koningen 25: 22-26.

De moord op Gedalia wordt door vrome Joden jaarlijks op de 3e dag van de maand tisjri herdacht met een vastendag, de Zom Gedalja.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.