Gaudeamus igitur

Gaudeamus igitur, iuvenes dum sumus (Latijn voor: Laten wij ons daarom verheugen, zolang we nog jonge mannen zijn), doorgaans afgekort tot Gaudeamus, is een studentenlied in het Latijn.

Het lied werd vroeger (en ook tegenwoordig nog wel) in studentenverenigingen gezongen als drinklied. Aan de Universiteit Leiden wordt het lied gezongen bij de opening van het academisch jaar, tijdens het betreden van de Pieterskerk door het bestuurderscortège. Ook aan de Universiteit Twente wordt het bij de opening van het academisch jaar gezongen. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam wordt het gezongen bij het hooglerarencortège. Aan de Universiteit Utrecht wordt het lied gezongen bij de afsluiting van de opening van het academisch jaar.

In het Gentse en Leuvense studentenleven wordt het bij vele clubs gezongen wanneer (oud-)praesidiumleden binnenkomen op een cantus. Wanneer een oud-praeses binnenkomt, wordt echter het Io vivat gezongen. In het Diepenbeekse/Hasseltse en Antwerpse studentenleven wordt het gezongen als tweede lied om een cantus in te zetten, na het Io Vivat. Ook in Gentse en Leuvense kringen en clubs wordt het lied meestal als tweede lied gezongen. Bij de Delftsche Studenten Bond en de Groningse studentenvereniging Unitas Studiosorum Groningana wordt het gezongen als de huidige senaat, bij bijvoorbeeld een verenigingsvergadering, de zaal verlaat. Hier worden dan de eerste en vierde strofe gezongen. In Brussel wordt het als derde lied gezongen op een cantus, na het clublied en het Lied van Geen Taal. Hier wordt wel enkel de eerste strofe gezongen, behalve bij hogeschoolkringen waar strofes 1, 2 en 7 gezongen worden. In Geelse clubs en verenigingen worden enkel strofes 1, 2 en 7 gezongen op cantussen, eveneens na het eerste lied (Io Vivat). In Leuvense studentenclubs worden de eerste 2 strofes gezongen na het verkiezen van een nieuw praesidium-lid (behalve voor een nieuw verkozen praeses, daar wordt het Io Vivat gezongen).

Het eerste couplet van het Gaudeamus is ook het verenigingslied van Studenten Muziekgezelschap Sempre Crescendo uit Leiden; de laatste regel, nos habebit humus, wordt dan vervangen door Sempre sit in flore!.

Het Gaudeamus is ontleend aan het middeleeuwse lied De brevitate vitae (Over de kortheid van het leven) op de melodie van een boetelied uit 1267 uit Bologna. Er bestaan verschillende versies van dit lied. Onderstaande, meest gebruikelijke versie is van de hand van Christian Wilhelm Kindleben en stamt uit 1781.

Voorkomen

Gaudeamus igitur is begin jaren 70 bij het grote publiek bekend geworden als 'intro' van Melanie Safka's hit Stop! I don't wanna hear it anymore.

De melodie is verwerkt in de Academische Festival Overture (Op. 80) van Johannes Brahms.

Tekst

(vrije vertaling)

Latijn Nederlands
Gaudeamus igitur
Iuvenes dum sumus.
Post jucundam juventutem
Post molestam senectutem
Nos habebit humus.
Laat ons verblijden
Zolang we nog jong zijn.
Na een fijne jeugd
Na de ellende van hoge leeftijd
Zal de aarde ons hebben.
Ubi sunt qui ante nos?
In mundo fuere?
Vadite ad superos
Transite in inferos
Hos si vis videre.
Waar zijn onze voorgangers?
Waar ter wereld?
Ga naar de hemelen
Stap over naar de hel
Als je hen wilt zien.
Vita nostra brevis est
Brevi finietur.
Venit mors velociter
Rapit nos atrociter
Nemini parcetur.
Ons leven is kortstondig
Spoedig zal het eindigen.
De dood komt snel
En grist ons op wrede wijze weg
Niemand wordt door hem gespaard.
Vivat academia!
Vivant professores!
Vivat membrum quodlibet!
Vivant membra quaelibet!
Semper sint in flore!
Leve de universiteit!
Leven de professoren!
Leve elke student!
Leven alle studenten!
Mogen zij altijd blijven bloeien!
Vivant omnes virgines
Faciles, formosae!
Vivant et mulieres
Tenerae amabiles
Bonae laboriosae.
Lang leven de meisjes
Makkelijk en mooi!
Leven ook de vrouwen
Lief en om van te houden
Goed en werkzaam.
Vivat et respublica
Et qui illam regit.
Vivat nostra civitas
Maecenatum caritas
Quae nos hic protegit.
Leve ook de staat
En degene die deze leidt.
Leve onze stad
En de goedheid van de weldoeners
Die ons hier beschermen.
Pereat tristitia
Pereant osores.
Pereat diabolus
Quivis antiburchius (nep-latijn voor "anti-student")
Atque irrisores.
Laat de treurnis vergaan
Laat de hatenden vergaan.
Laat de duivel vergaan
Laat ook de anti-student vergaan
En ook de spottenden.

Van elk couplet worden de eerste twee regels en de laatste regel altijd twee maal gezongen.

Antiburchius in de laatste strofe slaat niet op burgerlijk-ingenieursstudenten waarmee deze uitspraak veelal verward wordt, maar op Burschen, een Duitse term voor studenten die in een Burschenschaft samen leven, te vergelijken met onze clubs of verenigingen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.