Friedrich Went

Friedrich (Frits) August Ferdinand Christian Went (Amsterdam, 18 juni 1863Wassenaar, 24 juli 1935) was een Nederlands botanicus en hoogleraar aan de Universiteit Utrecht.

Frits Went
Friedrich Went door Hendrik Haverman, 1921
Volledige naamFriedrich August Ferdinand Christian Went
GeborenAmsterdam, 18 juni 1863
OverledenWassenaar, 24 juli 1935
GeboortelandNederland
StandaardafkortingWent
Toelichting
De bovenaangeduide standaardaanduiding, conform de database bij IPNI, kan gebruikt worden om Frits Went aan te duiden bij het citeren van een botanische naam. In de Index Kewensis is een lijst te vinden van door deze persoon (mede) gepubliceerde namen.
Portaal    Biologie

Biografie

De in Amsterdam geboren Frits Went was de oudste zoon van Johannes Went, makelaar in effecten, en Johanna Emilie Rosalie Adolfine Susewind. In zijn geboortestad volgde hij lager en middelbaar onderwijs. In 1880 ging hij na het behalen van het staatsexamen biologie studeren aan de Universiteit van Amsterdam, onder andere bij de vermaarde bioloog Hugo de Vries. In 1886 promoveerde hij cum laude op het proefschrift "De jongste toestanden der vacuolen".

Daarna ondernam hij plantkundige studiereizen naar Bonn, Parijs en het zoölogisch station te Napels. Van 1888 tot 1891 was hij leraar in achtereenvolgens Dordrecht en Den Haag. Net zoals zoveel Nederlandse plantkundigen bracht Went een aantal jaar door in Nederlands-Indië. De eerste maanden op 's Lands Plantentuin te Buitenzorg, later als directeur van het landbouwkundig proefstation voor de suikerindustrie West-Java te Kagok bij Tegal. Zijn chemisch-fysiologisch onderzoek naar ziektes van suikerruit leidde tot een standaard werk, geschreven samen met J.H. Wakker, "De ziekten van suikerriet op Java" (1898).

In 1896, op 33-jarige leeftijd, werd Went benoemd tot hoogleraar botanie en farmacologie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht als opvolger van Nicolas Rauwenhoff. In deze functie blies hij het botanisch laboratorium aan de Lange Nieuwstraat nieuw leven in, een school voor plantenfysiologisch onderzoek die ook internationaal de aandacht trok. Zijn ambtsbekleding werd gekenmerkt door een enorme groei van het aantal studenten botantie; tussen 1896 en 1934 begeleidde hij 65 dissertaties. Naast zijn drukke werkzaamheden als hoogleraar voerde hij in 1901/1902 in opdracht van de Nederlandse regering onderzoek uit naar de krullotenziekte van cacao in Suriname. Later, in 1923, keerde hij terug naar Suriname voor een botanisch expeditie.

Went trouwde op 16 juli 1902 met Catharina Jacomina Tonckens, de oudste dochter van Warmolt Tonckens, Nederlands gouverneur van Suriname. Uit dit huwelijk werden drie zonen en twee dochters geboren. Hun oudste zoon, Frits Warmolt Went, volgde in de voetsporen van zijn vader en zou later in de Verenigde Staten bekendheid verwerven als bioloog.

In 1898 werd Went benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW); van 1921 tot 1931 was hij voorzitter van de afdeling natuurkunde en daarmee om het jaar algemeen voorzitter van de Akademie. Verder was hij voorzitter of lid van tal van commissies. Onder zijn leiding kwam uiteindelijk de TNO-wet tot stand (30 oktober 1930), waarin de oprichting (1 mei 1932) van de organisatie voor Toegepast-natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) werd geregeld, met een bestuur waarvan Went de eerste voorzitter werd.

Na zijn pensionering is 1934 werd hem het bijzonder hoogleraarschap in de botanie aangeboden door de Universiteit van Leiden, maar ziekte weerhield hem ervan om college te geven. Hij overleed een jaar later in Wassenaar.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.