François du Four

Hij trouwde in 1902 met Germaine Herry. Samen kregen ze zeven dochters en een zoon. Toen zijn moeder in 1904 stierf, werd hij eigenaar van het bedrijf Brepols, een papier- en speelkaartenfabriek. Het bedrijf stelde destijds wel 1000 arbeiders te werk. Hij was de schoonbroer van advocaat en politicus Alphonse Versteylen.

De baron hield erg veel van renpaarden. Zijn snelle volbloeden wonnen heel wat koersen en dus ook veel prijzengeld. In 1904 kocht François du Four de Klein Hoeve in Retie met omliggende gronden. Hij was vooral op zoek naar een plaats waar hij volbloeden kon fokken. In 1905 werd er reeds begonnen met de aanleg van het park waar nu het kasteel van Rethy staat. In 1906 begon men aan de bouw van het kasteel en de stoeterij. Na zijn dood werden al zijn paarden verkocht.[1]

Van 1919 tot 1932 was François du Four burgemeester van Turnhout, voorafgaand was hij reeds schepen van deze stad van 1904 tot 1919 en waarnemend burgemeester tijdens de Duitse bezetting tijdens de Eerste Wereldoorlog ter vervanging van de naar Nederland vertrokken burgemeester Victor Van Hal.[2] Bij de wetgevende verkiezingen van 1919 werd hij tevens verkozen als senator, een mandaat dat hij zou uitoefenen tot 1936.[3] Na de gemeenteraadsverkiezingen van 16 oktober 1932 werd hij als burgemeester opgevolgd door Fons Van Hoeck.[4] In 1929 verleende koning Albert I aan François du Four de titel van baron. De wapenspreuk van de Du Fours is Melius esse quam videri, dit wil zeggen Het is beter te zijn dan te schijnen. Ze hadden ook een eigen wapenschild, hierop werd een leeuw afgebeeld.

In 1945 overleed François du Four op 74-jarige leeftijd. In Turnhout is een straat naar hem genoemd: de baron Frans Du Fourstraat. Deze begint op de markt van Turnhout. In deze straat zijn ook de oude fabrieksgebouwen van Brepols gelegen.