Frank Dragtenstein

Rudolf Franklin Dragtenstein (Paramaribo, 9 september 1949) is een Surinaams-Nederlands historicus en Surinamist.

Dragtensteins studie over Quassie van Timotibo

Dragtenstein studeerde voor onderwijzer aan de Surinaamse Kweekschool in Paramaribo en de Gemeentelijke Pedagogische Academie in Amsterdam. Na een studie geschiedenis aan de School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag werkte hij als docent geschiedenis bij de Stichting Rotterdams Conservatorium. Dragtenstein studeerde Geschiedenis van de Overzeese Expansie/ Koloniale Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden en de Universiteit van Utrecht. Tussen 1990 en 1993 was hij bestuurslid van de Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek. Hij was van 2001 tot 1 augustus 2012 werkzaam als onderzoeker bij het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis (NiNsee) in Amsterdam dat op die datum opgeheven werd.

Dragtenstein is gespecialiseerd in de geschiedenis van de Surinaamse slavernij, de marronage en geschiedenis van Afrikanen in de diaspora. Hij promoveerde in 2002 aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift “De ondraaglijke stoutheid der wegloopers”; Marronage en koloniaal beleid in Suriname, 1667-1768. Verder is hij naast Okke ten Hove mede-auteur van het boek Manumissies in Suriname, 1832-1863 (1997).[1] In 2004 verscheen “Trouw aan de blanken”, Quassie van Nieuw Timotibo, twist en strijd in de 18de eeuw in Suriname. In 2009 publiceerde Dragtenstein "Alles voor de vrede", De brieven van Boston Band tussen 1757 en 1763. In 2017 verscheen "Van Elmina naar Paramaribo". Dit boek handelt over het waargebeurde verhaal van 'de slavenhaler' Jan Wils.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.