Luzonvalkuil

De luzonvalkuil (Ninox philippensis) is een uil die alleen voorkomt in de Filipijnen. Deze uil heette vroeger Filipijnse valk-uil, maar sinds 2012 is deze soort opgesplitst in de mindorovalkuil en deze valk-uil.

Luzonvalkuil
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Strigiformes (Uilen)
Familie:Strigidae (Uilen)
Geslacht:Ninox (Valkuilen)
Soort
Ninox philippensis
Bonaparte, 1855
Afbeeldingen Luzonvalkuil op Wikimedia Commons
Luzonvalkuil op Wikispecies
Portaal    Biologie
Vogels

De Filipijnse naam voor deze vogel is Kuwago.

Algemeen

Deze niet zo grote uilensoort is oorloos. De mannetjes en vrouwtjes lijken sterk op elkaar. De luzonvalkuil verschilt van andere valkuilsoorten in de Filipijnen in grootte en patroon op de onderzijde en hun gezang. De suluvalkuil (N. reyi), cebuvalkuil (N. rumseyi) en camiguinvalkuil (N. leventisi) zijn groter dan de luzonvalkuil, mindanaovalkuil (N. spilocephala) en de mindorovalkuil (N. mindorensis). Het patroon op de onderzijde van sulu-, cebu-, camiguin- en mindorovalkuil is geruit en dat van de andere soorten gestreept.

De luzonvalkuil heeft een witte plek tussen de ogen en de snavel en een witte snor die een soort x vormt over het gezicht van de uil. De bovendelen van de Filipijnse valkuil zijn bruin, waarbij de vleugels zijn bedekt door ovaalvormige witte plekken. De staart is donkerbruin met smalle vaalwitte strepen. De zijkanten van het gezicht zijn bruin, de kin is witachtig kleur, terwijl de rest van de onderzijde vaalwit is met brede bruine strepen die opvallender zijn op de buik. De onderkant van de staart is wit. De geruite soorten hebben behalve een geruit patroon aan de onderzijde ook een meer opvallende geruit patroon over de kop, bovenkant van de rug en de vleugels. De poten zijn bedekt met veren tot ongeveer halverwege. De snavel is olijfkleurig geel. De poten zijn vaalgeel.

Deze soort wordt inclusief staart zo'n 21 tot 26,5 centimeter en heeft een vleugellengte van 16,5 tot 20,5 centimeter.

Taxonomie

Tot 1945 werden er in de Filipijnen zeven aparte soorten valkuilen onderscheiden. Een in 1945 gepubliceerde studie wees uit dat de Filipijnse valkuil een polytypische soort was.[2] De Howard and Moore Complete Checklist of the Birds of the World uit 2003 onderscheidde acht ondersoorten. Deze acht worden hieronder vermeld met tussen haakjes de geografische verspreiding.

Een studie die in 2012 werd gepubliceerd deed de inzichten over dit soortencomplex echter weer veranderen. Door zorgvuldige bestudering van de uiterlijke kenmerken en analyse van met name de geluiden van de diverse Filipijnse valkuilensoorten bleek dat vier van de eerder beschreven ondersoorten, als aparte soorten zijn te onderscheiden:

Samengevat, vier ondersoorten werden gepromoveerd tot de aparte soorten: mindorovalkuil, mindanaovalkuil, suluvalkuil en romblonvalkuil (N. spilonota). Van dit laatste taxon werden bovendien twee nieuwe soorten afgesplitst, te weten: de cebuvalkuil (Ninox rumseyi) en de camiguinvalkuil (Ninox leventisi). De ondersoort N. p. promima uit Masbate werd in dezelfde studie weer onder N. philippensis geschoven. Omdat het verspreidingsgebied van de Filipijnse valkuil door de nieuwe taxonomische indeling beperkt werd tot Groot-Luzon is de Nederlandse naam van de soort veranderd in luzonvalkuil. Deze soort kent nu de volgende ondersoorten, met daarbij tussen haakjes de geografische indeling:[3]

Leefgebied

De Filipijnse valkuil is te vinden in primair en secundair woud tot 1800 meter, alhoewel ze meestal in gebieden onder de 1000 meter boven zeeniveau blijven.

Voortplanting

Deze soort paart rond februari. Over het nest en de eieren is in het wild niet veel bekend. De nesten zijn te vinden in holle bomen.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.