Fijnspar

De fijnspar (Picea abies) is een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae). Het is een conifeer uit Noord- en Centraal-Europa. Hij wordt veel aangeplant in tuinen en parken. Tevens wordt de fijnspar gebruikt als kerstboom. Een volwassen fijnspar kan tot 50 meter hoog worden. Het hout dat gewonnen wordt uit de fijnspar is vuren.

Fijnspar
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Gymnospermae (Naaktzadigen)
Orde:Coniferales (Coniferen)
Familie:Pinaceae (Dennenfamilie)
Geslacht:Picea (Spar)
Soort
Picea abies
(L.) H.Karst. (1881)
Een jonge fijnspar
Afbeeldingen Fijnspar op Wikimedia Commons
Fijnspar op Wikispecies
Portaal    Biologie

De oudste boom ter wereld is mogelijk een fijnspar in de Zweedse provincie Dalarna. De leeftijd van deze boom werd in 2008 geschat op 9555 jaar.[1]

Kenmerken

De fijnspar is een eenhuizige boom. De kroon is smal en kegelvormig. Sparren uit lager gelegen gebieden hebben meestal bredere kronen (minder zware sneeuwlast). De takken zijn grotendeels horizontaal, maar in het bovenste deel omhoog gericht. Bij oudere bomen gaan de takken een beetje hangen. De schors is glad en roodachtig bruin van kleur. Met het ouder worden wordt de schors donker paarsachtig. De barsten vormen ronde, kleine, gladde platen.

De twijgen zijn roodachtig tot oranjebruin. De knoppen zijn glad, bruin en gepunt. De naalden zijn aan alle zijden donkergroen en staan rondom de twijg. Ze zijn stijf en scherp gepunt, hebben een vierkantige doorsnede en worden 1 tot 2,5 cm lang. Ze staan op kleine, bruine, steelachtig verlengde naaldenkussentjes (kenmerk van alle sparren). De naalden staan radiaal op de twijgen, behalve op twijgen in de schaduw, waar ze aan de onderzijde gescheiden staan. Naalden kunnen 5 tot 7 jaar oud worden.

De fijnspar is eenhuizig. De mannelijke kegels (april tot mei) zijn cilindervormig en zijn in de hele kroon aanwezig. De kleur verandert van rood in het begin tot geel later. Ze zijn circa 1,5 tot 3 cm lang en zitten aan het eind van hangende twijgen.

De vrouwelijke kegels zijn rechtopstaand en eivormig. Ze komen alleen voor in de top van de boom. Hun kleur varieert van groen tot donkerrood. Na bestuiving en bevruchting ontstaan er 10-16 cm lange, donkerbruine, cilindrische kegels (november tot december), met iets gegolfde schubben. Deze kegels hangen omlaag en vallen in hun geheel af. Dekschubben zijn niet zichtbaar.

Verspreiding

Fijnspar. Natuurlijk verspreidingsgebied: groen, geïntroduceerd: geel

De fijnspar komt voor in grote delen van Eurazië. In de Alpen komt hij voor tot ongeveer 2000 m.

In Nederland is de boom niet inheems. Ze is massaal aangeplant in de tijd van de herbebossing, eind 19e begin 20e eeuw, meestal in productiebossen.

Toepassingen

De fijnspar levert licht en elastisch hout met een bleekgele kleur, dat onder de naam vuren het meest gebruikte bouwhout in Nederland is. Verder wordt het gebruikt voor kisten, interieur van woningen, papier, violen, schepen, et cetera. Uit de harsblaren op stam en takken wordt terpentijn gewonnen.

Referenties

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Picea abies op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.