Fernand Toussaint van Boelaere

Fernand Toussaint van Boelaere, geboren als Fernand Victor Toussaint (Anderlecht, 18 februari 1875 - Brussel, 30 april 1947) was een Vlaams dichter, schrijver en vertaler, bekend van zijn novellen en verhalen.

Fernand Toussaint van Boelaere
Van Boelaere (2e van rechts) op het balkon van het stadhuis van Brussel (1934)
Algemene informatie
Volledige naamFernand Victor Toussaint van Boelaere
Geboren18 februari 1875
GeboorteplaatsAnderlecht, 18 februari 1875
Overleden30 april 1947
OverlijdensplaatsBrussel
Land België
Beroepschrijver
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur

Biografie

Van Boelaere studeerde enige tijd filosofie en letteren aan de Vrije Universiteit Brussel, om in 1898 een functie als vertaler te aanvaarden bij het Ministerie van Justitie. Hij bleef ambtenaar tot zijn pensioen in 1940 en was toen opgeklommen tot directeur-generaal van datzelfde ministerie.

Daarnaast publiceerde hij als correspondent van het Algemeen Handelsblad onder meer essays en literaire kritieken. In 1907 was hij betrokken bij de oprichting van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen in 1907 en bij de oprichting van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Aanvankelijk zeer positief over het werk van Felix Timmermans. Vroege werken als Pallieter en De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa, begijntjen (1918) bejubelde hij in kritieken, maar na verloop van tijd veranderde zijn appreciatie van Timmermans' werk.[1] De culturele collaboratie waarvan Timmermans werd beschuldigd speelt hier een belangrijke rol in.

In 1910 debuteerde hij als schrijver met de boerennovelle Landelijk minnespel, die hem brede bekendheid bezorgde. Hij wordt gerekend tot de tweede generatie schrijvers in de kring rond Van Nu en Straks en schreef een groot aantal onderling zeer diverse verhalen en novellen. Naast een verscheidenheid aan personages, locaties, omgevingen en conflicten worden zijn werken gekenmerkt door een diversiteit aan stijlen. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste Vlaamse vertegenwoordigers van het impressionisme, maar schreef onder andere ook folkloristische, magisch realistische, surrealistische en pessimistische verhalen. Verschillende van zijn werken kennen een hedonistische sfeer.

Bibliografie

  • 1909: Latere bekentenis
  • 1910: Landelijk minnespel
  • 1911: Een legende van Onze-Lieve-Vrouw van Halle
  • 1913: De bloeiende verwachting
  • 1917: Petrusken's einde
  • 1923: Het gesprek in Tractoria
  • 1924: De zilveren vruchtenschaal
  • 1925: De Peruviaanse reis
  • 1926: Zurkel en blauwe lavendel
  • 1930: Barceloneesche reisindrukken
  • 1935: Heroondas' mimiamben
  • 1935: Jeugd
  • 1935: Turren
  • 1936: De Vlaamsche letterkunde sinds 1914
  • 1937: De doode die zich niet verhing
  • 1938, 1939, 1946: Litterair scheepsjournaal
  • 1940Geur van bukshout
  • 1944De gouden oogst
  • 1944Het Barceloneesche avontuur
  • 1944: Kasper van den nacht (= Gaspard de la nuit, van Aloysius Bertrand)
  • 1945: Marginalia bij het leven en het werk van K. van de Woestijne
  • 1945: Drie rozen van den struik
  • 1945: Spiegel van Van Nu en Straks
  • 1946: Mallorca en de nymfen
  • 1951: Landelijk minnespel en Petrusken's einde
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.