Ferdinand Gobert d'Aspremont Lynden

Ferdinand-Gobert graaf van Aspremont-Lynden (Oud-Rekem, circa 1645 – Oud-Rekem, 1 februari 1708) was een Oostenrijks veldmaarschalk afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden die vocht in dienst van de Habsburgse keizer Leopold I.[1]

d'Aspremont Lynden in het uniform van de kurassiers
Verheerlijking van de Oostenrijkse verovering van Belgrado op de Ottomanen (1688). d'Aspremont Lynden moest evenwel Belgrado prijs geven (1690).

Levensloop

Lynden werd geboren op het kasteel d'Aspremont-Lynden, vandaag het Belgische Oud-Rekem, circa 1645. Hij was een telg in de adellijke familie van Lynden in het prinsbisdom Luik. Zelf groeide hij op in het rijksgraafschap Rekem, een klein landje naast Luik. Rekem behoorde tot het Rooms-Duitse Rijk. Lynden trad in het leger van het Rooms-Duitse Rijk. Hij maakte carrière bij de kurassiers van het keurvorstendom Beieren en werd zo officier in dienst van het Rooms-Duitse Rijk en zijn Habsburgse keizer in Wenen. In 1676 verkreeg hij van keizer Leopold I de titel van graaf, net zoals andere familieleden van Lynden.

Hij vocht mee in de Grote Turkse Oorlog, een oorlog tussen het Rooms-Duitse Rijk en het Ottomaanse Rijk. Zo verdedigde Lynden mee de hoofdstad Wenen tijdens het beleg van Wenen (1683). Wenen werd verdedigd onder het bevel van Jan III Sobieski. Na de overwinning vocht Lynden in Hongarije, wat de Oostenrijkers veroverden op de Ottomanen. In 1680 veroverde hij mee Belgrado op de Ottomanen. De Ottomanen keerden weer naar Belgrado in 1690. Lynden verdedigde de stad vanuit de citadel waar duizenden Oostenrijkse soldaten en hun bondgenoten gekazerneerd waren. De Ottomanen stonden onder leiding van grootvizier Fazıl Mustafa Köprülü. De Ottomanen slaagden erin het kruitmagazijn van de citadel te doen ontploffen. Enkele honderden soldaten konden ontkomen door de Donau over te zwemmen, onder hen Lynden en hertog Karel Eugenius van Croÿ-Rœulx, een andere edelman van de Zuidelijke Nederlanden. De Ottomanen veroverden Belgrado, of beter heroverden Belgrado op de Oostenrijkers. Ze hadden immers gebruik gemaakt van de zwakte aan de oostgrens van het Rooms-Duitse Rijk tijdens de Franse inval aan de westgrens (zie: Negenjarige Oorlog). In Wenen stond Lynden onder een zachte vorm van huisarrest, omwille van het debacle in Belgrado.

Keizer Leopold I verleende Lynden nochtans nadien de rang van generaal, alsook van veldmaarschalk van het Rooms-Duitse Rijk omwille van verdiensten in de Grote Turkse Oorlog. Dit deed de keizer nadat hij de eindoverwinning behaald had in de Grote Turkse Oorlog. De keizer gaf hem ook het graafschap Aspremont, een oud graafschap in het hertogdom Opper-Lotharingen. Daarom droeg de veldmaarschalk de titel graaf van Aspremont Lynden, zoals familieleden van hem dat ook deden. Hij overleed op het grafelijk slot in Oud-Rekem, waar hij geboren was.

Huwelijk

Aspremont-Lynden was gehuwd met Charlotte van Nassau-Dillenburg (1643-1686). Na haar dood hertrouwde hij met Julia Barbara Rakoczi (1669-1717), iemand uit de adellijke familie Rakoczi. Lynden had haar in Wenen leren kennen. Deze Hongaarse prinses bezorgde hem bezittingen verspreid over heel Hongarije.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.