Felicjan Szeniawski
Konstanty Felicjan Szaniawski (24 november 1668 - Lipwiec, 2 juli 1732) was de 62e bisschop van Krakau, bisschop van Włocławek en senator.
Konstanty Felicjan Szaniawski
| ||||
Bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
Geboren | 24 november 1668 | |||
Overleden | 2 juli 1732 | |||
Plaats | Lipowiec | |||
Wijdingen | ||||
Bisschop | 1705 | |||
Kerkelijke loopbaan | ||||
1705-1720 | Bisschop van Włocławek | |||
1720-1732 | Bisschop van Krakau | |||
Voorganger | Kazimierz Łubieński | |||
Opvolger | Jan Aleksander Lipski | |||
|
Biografie
Felicjan Szeniawski was een telg van de Poolse heraldische clan Junosza. Hij werd in 1703 aangesteld als referendarius Lithuaniae[1] en in 1717 als senator aan het hof van August II van Polen.[2]
Szeniawski staat bekend om zijn onderdrukking van joden en protestanten.[3] Zo strafte hij de joden van Ożarów omdat die zonder zijn toestemming hun synagoge en begraafplaats hadden gerepareerd.[4] Szeniawski dwong in 1725 alle protestanten binnen het bisdom Krakau om katholieke priesters te vergoeden voor diensten die door protestantse geestelijken waren geleverd.[3] In 1731 verbood hij het verpachten van kerkelijke bezittingen aan joden.[5]
De bisschop kocht in 1717 het Raczyńskipaleis in Warschau en heeft het gebouw uitgebreid en verfraaid.[6]
Felicjan Szeniawsk is in de Wawelkathedraal begraven.[7]
Werken
- Hecatombe uno constans Agno Deo Homini Christo Iesu in Monte Thabor Transfigurato[8]
Bronnen
|