Fasor
In de natuurkunde, in het bijzonder in de elektriciteitsleer is een fasor (van fasevector) een voorstelling van een sinusvormige functie waarvan de amplitude (), de hoekfrequentie (), en de fase () constant zijn, d.w.z. niet veranderen in de tijd. De fasor is een complex getal, een vector in het complexe vlak vanuit de oorsprong met lengte en argument .
- In de fysica kan zo een harmonische trilling voorgesteld worden.
- In de elektronica kan zo het faseverschil van de elektrische stroom ten opzichte van de elektrische spanning voorgesteld worden (bij een circuit dat een condensator of een spoel bevat).
Met behulp van fasors kan de afhankelijkheid van , en gescheiden worden in drie aparte factoren. Dit is in het bijzonder nuttig wanneer de factor met de hoekfrequentie, die de tijdsafhankelijkheid beschrijft, voor alle termen in een lineaire combinatie van sinusvormige functies dezelfde is, zodat deze factor uitgedeeld kan worden en alleen de factoren met en overblijven. Het resultaat is dat goniometrische betrekkingen overgaan in algebra en lineaire differentiaalvergelijkingen in algebraïsche. Om deze reden wordt wel alleen het complexe getal als fasor aangeduid.
Notatie
De fasor met de poolcoördinaten en wordt wel genoteerd als een paar gescheiden door het symbool voor hoek. Naar analogie met het Engelse 'magnitude/angle notation' wordt deze notatie wel grootte/hoeknotatie genoemd. Ook komt de term fasornotatie voor.