Etty Hillesum

Esther (Etty) Hillesum (Middelburg, 15 januari 1914Auschwitz, Polen, ca. 30 november 1943), geboren in een Nederlands-joodse familie, kreeg bekendheid door de publicatie van haar dagboek, 38 jaar nadat zij in Auschwitz werd vermoord. In haar dagboek verwoordde ze haar persoonlijke, innerlijke ontwikkeling te midden van de turbulentie van de Tweede Wereldoorlog en de absurditeiten van de holocaust. Het boek is niet alleen een sterk persoonlijk document, maar geeft ook enig inzicht in de wijze waarop de anti-joodse maatregelen en deportaties in die jaren op joden zelf zijn overgekomen.

Etty Hillesum
Etty Hillesum in 1939
Algemene informatie
Volledige naamEsther Hillesum
Geboren15 januari 1914
GeboorteplaatsMiddelburg
Overledenca. 30 november 1943
OverlijdensplaatsAuschwitz, Polen
Land Nederland
Beroepschrijfster
Werk
Bekende werkenHet verstoorde leven
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur

Biografie

Jeugd

Etty Hillesum werd op 15 januari 1914 geboren in Middelburg. In 1918 vertrok het gezin Hillesum naar Winschoten en ging daar aan de Oranjestraat wonen. In 1924 verhuisde men naar Deventer. Vader Louis (Levi) Hillesum, die leraar klassieke talen was, werd daar aangesteld als rector van het Stedelijk Gymnasium. Etty was leerling van deze school. Moeder Rebecca (Rivka) Hillesum-Bernstein, geboren in Rusland, vluchtte in 1907 na een pogrom met kaalgeschoren hoofd en in soldatenkleren naar Amsterdam. Hoewel Etty's overgrootvader, Jeremia Hillesum, opperrabbijn was geweest in Zwolle, kreeg ze tijdens haar jeugd weinig van het joodse geloof mee. De familie liet zich in 1937 uitschrijven als lid van de joodse gemeente.

In 1932 ging Hillesum in Amsterdam rechten studeren. Deze studie sloot ze op 4 juli 1939 met succes af en volgde hierna een studie Slavische talen in Leiden. Deze studie voltooide ze niet. Tot haar vertrek naar Kamp Westerbork voorzag ze in haar levensonderhoud door privé-lessen Russisch te geven. Etty had twee broers: Mischa, die een begaafd pianist bleek en Jaap (Jacob), die arts was.

Dagboek

Etty Hillesum (ca.1939)

In 1941 ontmoette ze de 54-jarige uit Duitsland gevluchte ex-bankier genaamd Julius Spier en ontstond een liefdesrelatie. Spier was handlijnkundige en had een kleine praktijk in zijn woning aan de Courbetstraat. Hij was verloofd met Hertha Levi, die in Engeland op hem wachtte. Op advies van Spier begon Etty op 9 maart 1941 met het schrijven van een dagboek. De bedoeling was door oudere en nieuwere onderdelen te vergelijken inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van haar gevoelens en gedachten bij alledaagse ervaringen.

De hel van Westerbork

Inmiddels had zij al verschillende malen joodse studenten geholpen en in juli 1942 kreeg ze een baan als administratief medewerkster bij de Joodsche Raad, de joodse organisatie die in opdracht van de Duitsers de joodse gemeenschap in Nederland moest besturen. Etty's broer Jaap bemiddelde voor het verkrijgen van dit werk. Na enige tijd kwam ze terecht op de afdeling 'Sociale Verzorging Doortrekkenden' in deportatie-kamp Westerbork. Omdat de medewerkers van de raad zelf joods moesten zijn voelde ze zich in eerste instantie zeker bij deze baan. Vanwege het werk genoot ze een uitzonderingspositie en mocht vrij het doorgangskamp in en uit. In het kamp, dat ze in haar dagboek als "de hel" omschrijft, probeerde ze haar joodse lotgenoten die wachtten op transport naar Polen te helpen. In augustus 1942 werd ze zelf geïnterneerd in kamp Westerbork. Doordat haar uitzonderingsbewijs nog geldig was reisde zij zonder problemen nog een aantal malen naar Amsterdam. Vanuit zowel Amsterdam als Westerbork beschreef ze haar ervaringen in tientallen brieven.

Ze besloot niet onder te duiken en ging op 6 juni 1943 opnieuw naar Westerbork. In juli 1943 verloor ze haar uitzonderingspositie en werd hierdoor een gewone kampbewoonster.

In december 2018 werd bekend dat Hillesum heeft geholpen met de ontsnapping van een aantal Joodse kinderen uit kamp Westerbork. Dit bleek uit een aantal notities van de Joodse verzetsstrijdster Ies Spetter. Siertsema heeft in de memoires van Spetter ontdekt dat hij "samen met een vriendin Mr. Hillesum erin slaagde enkele kinderen uit het kamp te smokkelen". Mr. Hillesum is Etty, die de academische titel mr. mocht voeren. Dit feit was opvallend omdat van Hillesum bekend is dat zij tegen onderduiken was. Vanwege deze visie is Hillesum omstreden in een deel van de Joodse gemeenschap. Zij wilde in haar eigen woorden "het lot van haar volk delen". Onderduikers voelden zich daar volgens Hillesum te goed en te waardevol voor. Zij probeerde zelfs een vriendin die ging onderduiken op andere gedachten te brengen.[1]

Deportatie

Op 7 september 1943 werd zij met haar ouders en haar broer Mischa gedeporteerd naar het concentratiekamp Auschwitz, waar ze op 30 november 1943 vermoord werd op 29-jarige leeftijd. Haar dagboek eindigt op 6 september 1943 met het bericht van een vriend. Eind september belandde ook haar broer Jaap in Westerbork, hij overleed tijdens een gevangenentransport.

Werken

Najaar 1943 werden twee brieven illegaal uitgegeven onder de schuiltitel Drie brieven van den kunstschilder Johannes Baptiste van der Pluym (1843-1912).[2] Na deze eerste uitgave verschenen de twee brieven in 1959 in het literaire tijdschrift Maatstaf, met een inleiding van David Koning. Ook werden ze in 1962 door uitgeverij Bakker/Daamen als boekuitgave gepubliceerd (drie drukken in één jaar), en in 1977 nog als Bulkboek.

De familie Smelik had de dagboeken in bewaring en deed vergeefse pogingen om er een uitgever voor te interesseren. Pas in 1981 werden Etty's dagboeken uitgegeven onder de titel Het verstoorde leven. Het boek werd onmiddellijk veel gelezen en is in veel talen vertaald.

Publicaties

Tekst van Hillesum in Deventer
  • Drie brieven van den kunstschilder Johannes Baptiste van der Pluym (1843-1912), 1943[3]
  • Etty: De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943 / Het Werk (ingeleid door Klaas A.D. Smelik). Amsterdam: Uitgeverij Balans 1986. (6e, herz. en aangev. druk 2012: ISBN 978-94-6003-575-3)
  • Twee brieven uit Westerbork van Etty (ingeleid door David Koning), Den Haag: Bert Bakker/Daamen N.V. 1962. (5e druk 2013: ISBN 978-94-6003-625-5)
  • Het verstoorde leven: Dagboek van Etty Hillesum 1941-1943 (ingeleid door Jan Geurt Gaarlandt), Haarlem: De Haan, 1981. (34e druk 2014: ISBN 978-94-6003-726-9)
  • Het denkende hart van de barak. Brieven van Etty Hillesum (ingeleid door Jan Geurt Gaarlandt), Haarlem: De Haan 1982. (11e druk 2009: ISBN 978-94-6003-183-0)
  • In duizend zoete armen: Nieuwe dagboekaantekeningen van Etty Hillesum (ingeleid door Jan Geurt Gaarlandt), Haarlem: De Haan 1984. (2e druk 1984: ISBN 90-228-3651-7)

Vernoemingen

'Het Verstoorde Leven'
Etty Hillesum monument aan de IJssel te Deventer
Etty Hillesum Centrum

In Deventer is sinds 5 mei 1996 het Etty Hillesum Centrum gevestigd in een voormalige Joodse school. Dit centrum hanteert als centrale leus een van de uitspraken van Hillesum:

"De omstandigheden, de goede en de slechte, moet men aanvaarden, wat niet belemmert dat men zijn leven eraan kan wijden de slechte te verbeteren." (Dagboek van Etty Hillesum, Vrijdag 3 juli 1942)

Het centrum organiseert activiteiten om de onderlinge verstandhouding in een multiculturele samenleving te bevorderen en de kennis over andere godsdiensten en culturen te vergroten.

De Deventer organisatie voor voortgezet onderwijs heet het Etty Hillesum Lyceum. Deze organiseerde van 2000 tot 2006 jaarlijks de Etty Hillesumlezing in samenwerking met onder meer de Saxion Hogescholen en het Etty Hillesum Centrum.

Tot 2007 droeg het Lyceum aan Zee in Den Helder de naam Etty Hillesum College.

Aan de Universiteit Gent is in 2006 het Etty Hillesum Onderzoek Centrum (EHOC) opgericht dat zich bezighoudt met het onderzoek naar en de bevordering van de bekendheid van het werk van Etty Hillesum. Het EHOC is per 1 juni 2015 in Middelburg gevestigd, de geboortestad van Etty Hillesum. Het EHOC coördineert de resultaten van internationaal onderzoek naar de nagelaten geschriften van Etty Hillesum.

Literatuur

  • Jan Geurt Gaarlandt (e.a.), Men zou een pleister op vele wonden willen zijn. Reacties op de dagboeken en brieven van Etty Hillesum, Amsterdam: Balans 1989.
  • Gerrit van Oord (red.), L’esperienza dell’Altro: Studi su Etty Hillesum, Rome: Sant’Oreste 1990.
  • Brenner, Rachel Feldhay. Writing as Resistance: Four Women Confronting the Holocaust: Edith Stein, Simone Weil, Anne Frank, Etty Hillesum. Pennsylvania: Pennsylvania State University Press 1997.
  • Denise de Costa, Anne Frank & Etty Hillesum. Spiritualiteit, schrijverschap, seksualiteit, Amsterdam: Balans 1996.
  • Ria van den Brandt & Klaas A.D. Smelik (red.), Etty Hillesum in facetten, Budel: Damon 2003.
  • Coetsier, Meins G.S. Etty Hillesum and the Flow of Presence: A Voegelinian Analysis. Columbia (Missouri): University of Missouri Press 2008. (ISBN 978-0-8262-1797-4)
  • Ria van den Brandt en Klaas A.D. Smelik (red.), Etty Hillesum in context (Etty Hillesum Studies, deel 2), Assen: Van Gorcum 2008. (ISBN 978-0-8262-1797-4)
  • Ria van den Brandt & Peter Nissen (red.), Veel mooie woorden. Etty Hillesum en haar boekje 'Levenskunst', Hilversum, Verloren, 2018.

Film en Theater

Zie de categorie Etty Hillesum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Etty Hillesum op Wikisource.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.