EnergieBedrijven Suriname

N.V. EnergieBedrijven Suriname (EBS) is een naamloze vennootschap verantwoordelijk voor de opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit. EBS heeft meer dan 1300 werknemers in dienst en heeft de Staat als enige aandeelhouder.

Activiteiten

EBS is verantwoordelijk voor de opwekking, transmissie en distributie van elektriciteit in het land. Het bedrijf telt ruim 1300 werknemers en heeft zo’n 150.000 elektriciteitsaansluitingen. Het bedrijf is 100% eigendom van de Staat Suriname.

De EBS wekt ongeveer 50% van de behoefte aan elektriciteit op in eigen centrales.[1] Verder koopt EBS elektriciteit van Suralco en Staatsolie. Suralco levert jaarlijks ongeveer 900 GWh aan energie bij een gemiddeld vermogen van 100 MW.[1] Deze energie wordt volledig gegenereerd door de waterkrachtcentrale bij het Brokopondostuwmeer in het district Brokopondo. Staatsolie levert ruim 440 GWh bij een gemiddeld vermogen van ruim 50 MW.[1] Hiervoor wordt aardolie gebruikt van Staatsolie.

EBS distribueert ook propaangas via haar dochteronderneming OGANE.

Geschiedenis

Op 1 februari 1932 werd door de Nederlands-Indische Gas Maatschappij (NIGM), opgericht in 1863 en sinds 1908 actief in Suriname, te Paramaribo de eerste elektrische centrale officieel in gebruik genomen. Het was een kleine centrale uitgerust met drie dieselmotoren. In 1950 werd de naam van de Maatschappij veranderd in Overzeese Gas- en Elektriciteitsmaatschappij (OGEM). Vanaf januari 1968 handelde het bedrijf onder de naam N.V. Energiebedrijven Suriname (EBS).

Op 1 januari 1972 kocht de Surinaamse Staat een belang van 60% in EBS waarbij het beheer bij OGEM bleef.[2] In 1974 wilde de Staat ook de resterende aandelen kopen, maar omdat geen overeenkomst werd bereikt over de prijs, werden de aandelen in 1982 genationaliseerd, waarbij OGEM overigens wel het recht kreeg op een schadeloosstelling.[3]

In september 2015 werd de elektriciteit, afhankelijk van het gebruik, ongeveer drie keer zo duur.[4] De ministerraad nam dit besluit om de tegenvallende inkomsten uit olie en goud te compenseren en om de overheidssubsidies af te bouwen.[4] Elektriciteit, en ook water, werden jarenlang zwaar gesubsidieerd. Tegelijkertijd zijn er geen prijsverhogingen geweest, waardoor de tarieven onder de kostprijs liggen.[4] Verder worden ook benzine en diesel zo'n 10% duurder.[4]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.